Nederlands
altijd bij de stekker vast en trek niet aan de
kabel.
■ Een beschadigde of niet geschikte verlengka‐
bel kan leiden tot een elektrische schok. Per‐
sonen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplo‐
pen.
► Gebruik een verlengkabel met de juiste
kabeldoorsnede,
► Gebruik een spatwaterdichte en voor bui‐
tengebruik goedgekeurde verlengkabel.
► Bescherm de stekkerverbinding tussen
adapter en verlengkabel tegen water.
► Gebruik een verlengkabel met dezelfde
eigenschappen als de aansluitkabel van de
adapter.
WAARSCHUWING
■ Onjuiste netspanning of een onjuiste netfre‐
quentie kan leiden tot overspanning in de
adapter. De netvoeding kan hierbij worden
beschadigd.
► Controleer of de netspanning en de netfre‐
quentie van het lichtnet corresponderen
met de gegevens op het typeplaatje van de
adapter.
■ Als de adapter op een meervoudige contact‐
doos is aangesloten, kunnen de elektrische
onderdelen tijdens het opladen worden over‐
belast. De elektrische componenten kunnen
warm worden en in brand vliegen. Personen
kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er
kan materiële schade ontstaan.
► Zorg ervoor dat de vermogensgegevens op
de meervoudige contactdoos niet worden
overschreden door het totaal van de gege‐
vens op het typeplaatje van de adapter en
alle op de meervoudige contactdoos aange‐
sloten elektrische apparaten.
■ Een verkeerd gelegde aansluitkabel, verleng‐
kabel of een verkeerd gelegde laadkabel kan
beschadigd raken en personen kunnen hier‐
over struikelen. Personen kunnen ernstig let‐
sel oplopen en er kan materiële schade ont‐
staan.
► Leg de kabels en laadkabel zo dat ze zich
buiten het maaivlak bevinden.
► Leg en markeer de kabels en laadkabel zo,
dat ze niet door werkzaamheden met een
tuinapparaat of tuingereedschap worden
beschadigd.
► Leg en markeer de kabels en laadkabel
zodanig dat personen niet kunnen struike‐
len.
► Leg de kabels en laadkabel zodanig dat ze
niet onder spanning staan of in elkaar
gewikkeld zijn.
200
23.5.
► Leg de kabels en laadkabel zodanig dat ze
niet beschadigd, geknikt of geplet kunnen
worden of schuren.
► Bescherm de kabels en laadkabel tegen
hitte, olie en chemicaliën.
► Leg de kabels en laadkabel zo dat ze niet
op een permanent natte ondergrond liggen.
■ Als er elektrische bedrading en leidingen in de
muur zitten, kunnen deze worden beschadigd
als de adapter op de muur wordt bevestigd.
Contact met elektrische bedrading kan leiden
tot een elektrische schok. Personen kunnen
ernstig letsel oplopen en er kan materiële
schade ontstaan.
► Controleer of er op de geplande plaats
geen elektrische bedrading en leidingen in
de muur zitten.
► Monteer de adapter zo op de wand als in
deze handleiding staat beschreven.
■ Als de adapter op een generator wordt aange‐
sloten, kan de stroomvoorziening niet perma‐
nent worden gewaarborgd en kan de maairo‐
bot niet correct werken. Door schommelingen
in de stroomvoorziening kan de adapter
beschadigd raken.
► Sluit de adapter alleen aan op een contact‐
doos die volgens de voorschriften is geïn‐
stalleerd.
4.10
Vervoeren
4.10.1
Maairobot
WAARSCHUWING
■ Tijdens het vervoer kan de maairobot kantelen
of verschuiven. Personen kunnen letsel oplo‐
pen en er kan beschadiging optreden.
► Stop de maairobot en activeer de
vergrendeling.
► Beveilig de maairobot zodanig met span‐
banden, riemen of een net dat deze niet
kan kantelen en niet kan bewegen.
4.10.2
Accu
De accu is in de maairobot ingebouwd en mag
alleen door een STIHL dealer worden uitge‐
bouwd.
WAARSCHUWING
■ De accu is niet beschermd tegen alle invloe‐
den van buitenaf. Als de accu aan bepaalde
invloeden van buitenaf wordt blootgesteld, kan
de accu worden beschadigd en kan er materi‐
ele schade ontstaan.
4 Veiligheidsinstructies
0458-012-9601-A