Is er geen braam aanwezig, dan maakt u één extra haal in de linker- en rechtersleuf van fase
1. Tragere halen zullen helpen de braam te vormen. Als het mes extreem bot is, zullen er extra
halen in fase 1 nodig zijn om een braam te ontwikkelen. Controleer of er een braam over de hele
lengte aanwezig is, voordat u verder gaat naar fase 2.
Fase 2: Gebruik de procedure die voor fase 1 is beschreven ook in fase 2.
Trek het lemmet eenmaal door de linkersleuf van fase 2 (afbeelding 8) en eenmaal door de
rechtersleuf (afbeelding 9). Bij een lemmet van 20 cm dient elke haal circa 4 seconden te duren.
Trek kortere lemmeten er in 2-3 seconden doorheen en langere lemmeten in 6 seconden.
Controleer of er een braam is langs de snede. Als er geen braam aanwezig is, maakt u extra
reeksen halen in fase 2 totdat er een braam ontstaat. Ga pas daarna verder naar fase 3.
Fase 3: Gewoonlijk zullen één of twee paar halen in fase 3 voldoende zijn om een vlijmscherpe
snede te krijgen. Maak net als in fase 1 en 2 afwisselende halen in de linker- (afbeelding 10) en
rechtersleuf. Trek het mes met dezelfde snelheid door de sleuven als bij fase 1 en 2.
Meerdere halen in fase 3 zullen de snede verder verfijnen, zodat het een snede wordt die vooral
gewenst is voor de fijnste voedselbereidingen. Minder halen in fase 3 zijn aan te bevelen als u
vezelig voedsel wilt snijden, zoals in de volgende delen wordt beschreven.
Na het slijpen in fase 3 zou de snede verbazend scherp moeten zijn. Er blijft geen braam over
langs de snede.
Afbeelding 9: Invoer van de snede in de rechtersleuf
van Fase 2.
Afbeelding 10: Invoer van de snede in de
linkersleuf van Fase 3. Wissel af tussen
de linker- en rechtersleuf.
9