Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
wARMTEPoMP
Bediening van de warmtepomp
De warmtepomp is de hoofd (belangrijkste) warmtebron in schema's 119, 120, 122, 122b,
122c en 122d.
De warmtepomp kan ook geactiveerd worden als belangrijkste warmtebron in schema's
101b, 104b, 104d, 104e, 109, 109b, 110, 110b, 110c, 111, 116, 116b, 116c en 121. De
warmtepomp wordt geactiveerd met parameter S4.9=6, die gebruikt wordt om een alter-
natieve werkingsmodus van de output van de circulatiepomp voor warm tapwater in te
stellen. Bestaande warmtebron (oliestookketel, gasketel of elektrische ketel) wordt bediend
als hulp (secundaire) warmtebron.
De werkingsmodus van de warmtepomp en secundaire warmtebron (oliestookketel, elektri-
sche ketel) wordt ingesteld met parameters S6.17, S6.18 en S6.19.
Parameter S6.17 bepaalt de minimum buitentemperatuur waaronder de werking van de
warmtepomp geblokkeerd wordt.
Parameter S6.17 bepaalt de buitentemperatuur voor tweewaardige werkingsmodus van
de warmtepomp. Wanneer de buitentemperatuur onder de ingestelde temperatuur valt,
wordt de hulp (secundaire) warmtebron geactiveerd als de warmtepomp niet de gevraagde
temperatuur kan leveren.
De secundaire warmtebron wordt vertraagd geactiveerd, wanneer de buitentemperatuur la-
ger is dan de temperatuur voor eenwaardige werking (S6.19) en hoger dan de temperatuur
voor tweewaardige werking (S6.17). De vertraging is afhankelijk van het temperatuurtekort
en de instelling van parameter S5.15.
Parameter S6.19 bepaalt de minimum buitentemperatuur waarboven de werking van de
secundaire warmtebron geblokkeerd wordt.
PoMP VooR VERhoGING REToURPIJPTEMPERATUUR (By-PASS PoMP)
Deze optie is beschikbaar voor de klassieke boilers voor vloeibare brandstof en boilers
voor vaste brandstof zonder verbinding met de warmteaccumulator. Output R0 of R9 kan
gebruikt worden om de by-pass pomp te bedienen om de retourtemperatuur van de boiler
te verhogen. Zo'n werkingsmodus wordt ingesteld met parameter S1.11=4 (voor R0) of
S1.12=5 (voor R9). Installeer de T1 of T8 sensor in de retourpijp van de boiler voor de
by-pass verbinding en stel parameters S1.4=11 (voor sensor T1) of S1.5=12 (voor sensor
T8). Als de retourpijptemperatuur beneden de temperatuur valt die door parameter S5.14
ingesteld is, wordt de pomp ingeschakeld.
wARMwATER
warmwaterverwarming met de boiler voor vloeibare brandstof
Stel de gevraagde warmwatertemperatuur voor de inactieve interval van het tijdprogramma
met parameter P4 in. Als de boilertemperatuur de maximum boilertemperatuur overschrijdt
(parameter S5.4), zal het warmwater opgewarmd worden tot de maximum temperatuur die
met parameter S4.3 ingesteld is.
Pomp voor warmwaterverwarming wordt vertraagd uitgeschakeld. De vertragingstijd wordt
ingesteld met parameter S4.12.
Handleiding onderhoudsinstellingen
377
Publicité
