UW APPARAAT WERKT NIET. WAT NU?
PROBLEMEN
Bereiding niet gaar
Onvoldoende stoom
Moeilijkheden bij de
bereiding van bepaalde
recepten
Het apparaat werkt
niet.
Het deksel kan niet
worden vergrendeld.
OORZAKEN
De bereidingstijden zijn ter indicatie
en zijn in de meeste gevallen
voldoende voor een goed resultaat.
Toch zijn er bepaalde factoren die de
bereidingstijd kunnen beïnvloeden:
- de grootte van de ingrediënten (al
dan niet gesneden)
- de hoeveelheid ingrediënten
- de soorten groenten, de rijpheid
van de groenten
- of de ingrediënten bevroren zijn
Stoomregeldop verkeerd aangebracht
of afwezig
Verkeerde hoeveelheid water in de
kom.
Te grote stukken.
Ongeschikte recepten
De stekker zit niet in het stopcontact. Steek de stekker in het stopcontact.
Mijn B6-scherm blijft zwart/
Uw apparaat staat in de stand-
bystand
De schakelaar (G) staat in stand 0.
De kom of het deksel is niet correct
geplaatst of vergrendeld.
Het deksel is niet compleet.
Verleng de bereidingstijd door op de toets + op
het scherm te drukken (B6).
Snijd de ingrediënten in kleinere stukken.
Plaats de stoomregeldop in de stand 'max',
zodat een maximale warmte in de kom kan
worden verkregen. Dit kan bij alle bereidingen
(soepen, stoomkoken, enz.).
Deze stand voorkomt ook spatten tijdens het
mengen.
Dankzij de 'mini-stand' kan een maximale
hoeveelheid stoom ontsnappen en krijgen
gerechten en sauzen
een betere consistentie (risotto, nagerechten,
sauzen, enz.).
De hoeveelheid water in de kom moet 0,7
l zijn. U kunt ook de handmatige modus
gebruiken door de temperatuur op 120°C
in te stellen en de bereidingstijd te kiezen,
afhankelijk van de hoeveelheid en het type
ingrediënten. Snijd de ingrediënten in
kleinere stukken.
Uw persoonlijke recepten of recepten die
u op internet hebt gevonden, zijn mogelijk
niet geschikt voor uw apparaat en de
accessoires (hoeveelheid, bereidingstijd,
ongeschikte accessoires): zorg ervoor dat u
zich aan de gebruiksvoorschriften van deze
gebruiksaanwijzing houdt alvorens met uw
recept te beginnen.
Druk op een van de toetsen op het
bedieningspaneel (B1 tot B5)
Zet de schakelaar in stand 1.
Controleer of de kom en het deksel correct
zijn geplaatst volgens de aanwijzingen in de
handleiding en zijn vergrendeld.
Controleer of de afdichtingsring correct op de
afdichtingsringhouder is geplaatst en of de
afdichtingsringhouder correct op het deksel is
gemonteerd.
43
OPLOSSINGEN
NL