Aanbrengen van het zaagblad
Opdat het zaagblad en de ketting met olie worden
voorzien MAG U UITSLUITEND HET ORIGINELE
ZAAGBLAD GEBRUIKEN.
De opening voor de olie (afb. 4/pos. C) moet vrij zijn
van verontreinigingen en afzettingen worden gehou-
den.
1. Controleer of de kettingremhendel in de positie
ONTKOPPELT is teruggetrokken (afb. 11).
2. Draai het spanwiel van de ketting (afb. 9/pos. 3)
LINKSOM, tot de TAPPEN (afb. 7) (van de uitste-
kende pen) zich aan het einde van de schuifbaan
in de richting van de koppeling en het tandwiel
bevindt (afb. 9).
3. Plaats het gekerfde einde van het zaagblad bo-
ven de zaagbladbouten (afb. 3/pos. B).
Aanbrengen van de zaagketting
• Verspreid de ketting dusdanig in een lus dat de
zaagkanten (afb. 4) RECHTSOM om de lus kan
worden uitgelijnd.
• Schuif de ketting om het tandwiel achter de koppe-
ling zoals in afbeelding 4 wordt weergegeven. Let
op dat de kettingschakels tussen de tanden van
het tandwiel liggen.
• Geleid de aandrijfschakels in de groef en in het
einde van het zaagblad, zoals in afbeelding 4-7
wordt weergegeven.
m AANWIJZING
De zaagketting kan aan de onderzijde van het zaag-
blad iets doorhangen.
Dit is normaal.
• Trek het zaagblad iets naar voren tot de ketting
strak ligt. Controleer of alle aandrijfschakels zich
in de groef van het zaagblad bevinden
• Lijn het zaagblad dusdanig uit dat de TAPPEN in
de opening van het zaagblad past, zoals in afbeel-
ding 7 wordt weergegeven.
• Lijn de kettingremhendel resp. de voorste handbe-
veiliging dusdanig uit dat de tappen in de opening
van de machinebehuizing past, zoals in afbeelding
6 wordt weergegeven.
• Breng de kettingremhendel resp. de voorste hand-
beveiliging aan en draai het bevestigingswiel van
het zaagblad en de hendel (afb. 9/pos. 18) rechts-
om om deze te bevestigen. De ketting mag daarbij
niet van de geleidingsrail glijden. Trek het beves-
tigingswiel van het zaagblad in deze fase met de
hand aan, en volg de instructies voor het instellen
van de kettingspanning, zoals in het gedeelte IN-
STELLEN VAN DE KETTINGSPANNING wordt
beschreven.
148 | NL
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
8. Reiniging
m VOORZICHTIG
Zet de stopschakelaar op STOP (0) en trek de
bougiestekker los (afb. 15/pos. D), voordat u de
reinigings- en onderhoudswerkzaamheden gaat
uitvoeren!
Bij een draaiende motor bestaat het gevaar op een
elektrische schok.
Uitvoeren van reinigingswerkzaamheden
• Het apparaat moet na elk gebruik grondig worden
gereinigd. Dit geldt met name voor de ketting en
het zaagblad.
• Zorg dat de veiligheidsinrichtingen, de ventilaties-
leuven en de motorbehuizing zo stof- en vuilvrij
mogelijk zijn. Wrijf het apparaat met een schone
doek schoon of blaas deze met perslucht bij een
lage druk uit.
• Zaagmeel en houtspaanders kunnen het eenvou-
digst direct na gebruik worden verwijderd.
• Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen reinigings-
of oplosmiddelen. Deze kunnen de kunststofonder-
delen van het apparaat aantasten. Let op dat er
geen water in het apparaat terecht komt.
9. Onderhoud en instandhouding
ONDERHOUD
m VOORZICHTIG
Alle onderhoudswerkzaamheden aan de ketting-
zaag, met uitzondering van de in deze handleiding
beschreven werkzaamheden, mogen uitsluitend
door bevoegd personeel van de servicedienst wor-
den uitgevoerd.
Bedrijfstest van de kettingrem
Controleer regelmatig of de kettingrem conform de
voorschriften functioneert. Test de kettingrem voor
de eerste zaagsnede, na meerdere keren zagen en
in elk geval na onderhoudswerkzaamheden aan de
kettingrem.
Test de kettingrem als volgt:
1. Leg de zaag op een schone, vaste en vlakke on-
dergrond.
2. Start de motor.
3. Grijp de achterste greep vast met de rechterhand.
4. Houd met de linkerhand de voorste greep vast
(afb. 1/pos. 6) (niet de kettingremhendel) (afb. 1/
pos. 5) vast.
5. Druk de gashendel op 1/3 van het nominale
toerental en activeer vervolgens direct de ket-
tingremhendel (afb. 10/pijlrichting 1).