• Snijd bij de eerste snede (pos. 1) 1/3 in het onder-
ste takdeel.
• Snijd dan met de tweede snede (pos. 2) helemaal
door de tak heen. De derde snede (pos. 3) is een
bovensnede, waarmee u de tak tot op 2,5 tot 5 cm
van de stam scheidt.
5.8 Restrisico's
m GEVAAR
MECHANISCHE RISICO'S worden door zagen en
slagen in samenhang met de zaagketting veroor-
zaakt
ELEKTRISCH GEVAAR: Onder spanning staan-
de onderdelen van de elektra (direct contact) of de-
len die door een defect onder sterkstroom staan (in-
direct contact)
THERMISCHE RISICO'S kunnen leiden tot brand-
wonden, schaafplekken en ander letsel, die door een
mogelijk contact van personen met objecten of ma-
terialen met een hoge temperatuur worden veroor-
zaakt, inclusief de straling van warmtebronnen.
GELUIDSRISICO'S kunnen leiden tot gehoorscha-
de (doofheid) en andere fysieke storingen (bijv. ver-
lies van evenwicht, verlies van bewustzijn) alsook tot
storingen van akoestische signalen en de taalcom-
municatie.
TRILLINGSRISICO'S kunnen leiden tot perifere sto-
ringen in de bloedsomloop en functiestoringen in het
zenuwstelsel in hand-arm alsook bijv. tot „witte vin-
ger"-ziekte.
• Risico's door aanraking met of inademen van
schadelijke vloeistoffen, gassen, nevel, dampen en
stoffen in combinatie met uitlaatgassen
• Risico's door ongezonde lichaamshoudingen of
overmatige inspanning in combinatie met het ge-
bruik van de machine.
• Risico's door onverwacht starten, onverwacht
doordraaien/overdraaien door een uitval of een
storing van het besturingssysteem in combinatie
met het weigeren van de grepen en de positie van
de bedieningselementen.
• Risico's door uitval van het besturingssysteem in
combinatie met de stevigheid van de handgreep,
de positie van de bedieningselementen en de aan-
duiding.
• Risico's door het breken (van de ketting) in combi-
natie met de zaagketting tijdens het gebruik.
• Risico's door het wegslingeren van objecten of
vloeistoffen in combinatie met het uitwerpen van
spaanders en het lekken van brandstof.
• Risico's door het laten vallen van de kettingzaag
tijdens het werken aan een boom.
144 | NL
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
GEVAAR VOOR LETSEL!
Aanraking met de zaagketting kan leiden tot dode-
lijk snijletsel.
Nooit met de handen in een draaiende zaagketting
grijpen.
GEVAAR VOOR TERUGSLAG!
Terugslag kan leiden tot dodelijk snijletsel.
GEVAAR VOOR BRANDWONDEN!
Ketting en geleidingsrail worden warm tijdens het be-
drijf
Gedrag bij noodgevallen
De noodzakelijke EHBO verlenen op basis van het
letsel en vraag zo snel mogelijk gekwalificeerde me-
dische hulp. Behoed de gewonde tegen verder letsel
en kalmeer het slachtoffer. Voor een mogelijk onge-
val moet altijd een verbanddoos volgens DIN 13164
onder handbereik zijn op de werkplek. Het uit de ver-
banddoos gebruikte materiaal moet direct weer wor-
den aangevuld. Bij het aanvragen van hulp, de vol-
gende gegevens doorgeven:
1. Locatie van het ongeval
2. Aard van het ongeval
3. Aantal gewonden
4. Aard van het letsel
Bewaar alle veiligheidsinstructies en aanwijzin-
gen voor toekomstig gebruik.
6. Programmeren
Voor ingebruikname van het apparaat
Deze kettingzaag wordt volledig gemonteerd gele-
verd.
Contoleer, voordat u het apparaat gaat gebruiken, of
alle bewegende onderdelen probleemloos bewegen.
Controleer alle schroeven op goede bevestiging en
controleer ook alle veiligheidsinrichtingen.
Voordat u brandstof gaat bijvullen en de kettingzaag
gaat starten, moet u de spanning van de ketting con-
troleren aangezien enkele bevestigingen tijdens het
transport los kunnen zijn gegaan.
Span zo nodig de ketting na.
1. DEZE KETTINGZAAG WORDT VOLLEDIG GE-
MONTEERD GELEVERD.
Verwijder voor gebruik de kettingbeveiliging (16).
2. ALS DE KETTING MOET WORDEN NAGE-
SPANNEN
Instellen van de kettingspanning
De juiste spanning van de zaagketting is van groot
belang en moet voor aanvang van de werkzaam-
heden en regelmatig bij alle zaagwerkzaamheden
worden gecontroleerd.