Télécharger Imprimer la page

Scheppach CSP41 Traduction Des Instructions D'origine page 145

Tronçonneuse thermique

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 56
Als u de tijd neemt, om de zaagketting juist in te stel-
len, verbetert u het zaagresultaat en krijgt de ketting
een langere levensduur.
• Draai het bevestigingswiel van het zaagblad (afb.
9/pos. 18) los, door deze een halve slag LINKSOM
(tegen de wijzers van de klok in) te draaien.
• Houd de punt van het zaagblad omhoog en draai
het kettingspanwiel (afb. 9/pos. 3) RECHTS-
OM (met de wijzers van de klok mee) om de
kettingspanning te verhogen. Als u het ket-
tingspanwiel LINKSOM draait, verlaagt u de ket-
tingspanning. Controleer of de ketting goed rond-
om het zaagblad ligt (afb. 4/pos. X3).
• Nadat u de instelling hebt aangebracht, draait u
het kettingspanwiel vast, terwijl de punt van het
zaagblad omhoog wijst (afb. 9/pos. 18). De ketting
is juist gespannen als deze goed strak ligt en met
de hand rondom het zaagblad kan worden getrok-
ken als de kettingrem(5) los is.
m WAARSCHUWING
Draag bij het gebruik van de zaagketting of tijdens
het instellen handschoenen met een hoge sterkte-
graad.
m Als de ketting alleen met moeite rondom het zaag-
blad kan draaien of wordt geblokkeerd, is deze te
strak gespannen. Breng de volgende kleine instellin-
gen aan:
A Draai het bevestigingswiel van het zaagblad (afb.
9/pos. 18) los, door deze een halve slag LINKS-
OM (tegen de wijzers van de klok in) te draaien.
Verminder vervolgens de kettingspanning door het
kettingspanwiel langzaam (afb. 9/pos. 3) LINKS-
OM te draaien, vervolgens de ketting op het zaag-
blad heen en weer trekken (afb. 30). Vervolg deze
handeling tot de ketting zonder wrijving kan wor-
den bewogen maar wel strak is geplaatst (afb. 4/
Pos. X2). Verhoog de kettingspanning door het
kettingspanwiel RECHTSOM te draaien.
B Als de spanning van de zaagketting juist is inge-
steld, houdt u het zaagblad met de punt omhoog
en draait u het bevestigingswieltje van het zaag-
blad goed vast (afb.9/pos. 18).
m Een nieuwe zaagketting rekt nog uit, zodat u de-
ze na ca. 5 zaagsnedes opnieuw moet afstellen. Dit
is normaal bij nieuwe zaagkettingen en het interval
van instellingen in de toekomst nemen steeds min-
der tijd in beslag.
m Als de zaagketting TE LOS of TE STRAK is ge-
spannen, slijten het aandrijfwiel, het zaagblad, de
ketting en de krukassteun sneller. Afb. 4/pos. X2
geeft de juiste spanning (in koude toestand) weer
en afb. 4/pos. X3 geeft de juiste spanning (in koude
toestand) weer. Afb. 4/pos. X1 geeft een te losse
ketting weer.
 www.scheppach.com /  service@scheppach.com /  +(49)-08223-4002-99 /  +(49)-08223-4002-58
3. MECHANISCHE TEST VAN DE KETTINGREM
Uw kettingzaag is voorzien van een kettingrem die
het risico op letsel door een terugslag (kickback) ver-
mindert. De rem wordt geactiveerd als druk op de
remhendel wordt uitgeoefend, zodra de hand van
de gebruiker - bijv. bij een terugslag - op de hendel
terugslaat. Bij activering van de rem stopt de ketting
abrupt.
m WAARSCHUWING
De kettingrem vermindert weliswaar het gevaar op
letsel bij een terugslag, kan echter niet de benodigde
beveiliging bieden als de zaag achteloos wordt ge-
bruikt. Controleer de kettingrem altijd voor gebruik
van uw zaag en regelmatig tijdens de werkzaam-
heden. (Afzonderlijkheden voor het doorvoeren van
een test van de mechanische rem, zie onder).
4. TESTEN VAN DE KETTINGREM
• De kettingrem is ONTKOPPELT (waarbij de ket-
ting zich kan bewegen) als de REMHENDEL (5)
NAAR ACHTEREN WORDT GETROKKEN (afb.
11/pos. 2) EN VERGRENDELD is, zoals in afb. 11
wordt weergegeven
• De kettingrem is GEKOPPELD (waarbij de ketting
is vergrendeld) als de remhendel (5) naar voren is
getrokken en het (in afb. 10 weergegeven) mecha-
nisme zichtbaar is. De ketting mag dan niet meer
kunnen bewegen (afb. 30).
m WAARSCHUWING
De remhendel moet in beide posities vastklikken. Als
u een sterke weerstand merkt of als de hendel zich
niet laat verschuiven, mag u de zaag niet gebruiken.
Breng de zaag direct naar een professioneel service-
centrum voor reparatie.
5. BRANDSTOF
EN
OLIE:
BRANDSTOFFEN
Gebruik uitsluitend een mengsel van loodvrije benzi-
ne en speciale tweetaktmotorolie. Maak het mengsel
klaar zoals aangegeven in de brandstofmengtabel.
m VOORZICHTIG
Gebruik geen brandstofmengsel dat al langer dan 90
dagen opgeslagen is.
m VOORZICHTIG
Gebruik nooit 2-takt olie met een aanbevolen meng-
verhouding van 100: 1. Hiermee vervalt de garantie
van de fabrikant in het geval van schade aan de mo-
tor als gevolg van onvoldoende smering.
AANBEVOLEN
NL | 145

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

5910113906