m VOORZICHTIG
Gebruik alleen containers ontworpen en goedge-
keurd voor het doel brandstof te transporteren en
op te slaan. Giet de juiste hoeveelheden benzine en
2-takt olie in de mengfles (zie de op de fles afgedruk-
te schaal). Schud vervolgens goed de fles.
Aanbevolen brandstoffen
Sommige conventionele benzines zijn met zuurstof-
houdende additieven zoals alcohol of etherverbindin-
gen gemengd om aan de normen voor luchtveront-
reiniging te voldoen. De motor is geschikt voor alle
benzinesoorten die voor voertuigtoepassingen be-
doeld zijn, inclusief met zuurstof verrijkte benzines.
Aanbevolen wordt om gewone loodvrije benzine als
brandstof te gebruiken
Smeren van ketting en zaagblad
Telkens als de brandstoftank met benzine wordt ge-
vuld, moet ook de kettingolie in de kettingolietank
worden bijgevuld. Wij adviseren om standaard ket-
tingolie te gebruiken.
6. Brandstofmengtabel
Mengprocedure: 40 delen benzine met 1 deel twee-
taktolie
benzine
1 Liter
5 Liter
m VOORZICHTIG
Start of gebruik de zaag nooit als de ketting en de
kettingremhendel resp. de voorste handgreep niet
conform de voorschriften zijn geïnstalleerd.Boven-
dien moet de start altijd met een actieve kettingrem
worden uitgevoerd, hiervoor gaat u als volgt te werk:
• Grijp de achterste greep vast met de rechterhand.
• Houd met de linkerhand de voorste greep vast
(afb. 1/pos. 6) (niet de kettingremhendel) (afb. 1/
pos. 5) vast.
• Trek aan de kettingrem(afb. 10/pijlrichting 1).
• Vul de brandstoftank met het juiste brandstof-
mengsel (afb. 21/pos. K) bij.
• Vul de olietank met kettingolie (afb. 21/pos. L) bij.
• Controleer of de kettingrem voor het starten van
de motor is ontkoppeld (afb. 11/pos. 5). Hoe de
kettingrem wordt ontkoppeld, vindt u in hoofdstuk
8, onder „Ontkoppelen van de kettingrem"
• Sluit na het vullen van de brandstof- en kettingolie-
tank de tankdeksel met de hand.
• Gebruik hiervoor geen gereedschap.
146 | NL
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
2-Takt-oile
25 ml
125 ml
7. INSTELLEN VAN HET STATIONAIRE TOEREN-
TAL
Als het zaaggereedschap ook bij stationair draai-
en nog draait, moet u het juiste stationaire toerental
door een erkend servicecentrum laten instellen
Aanwijzing: Als de motor stationair draait, mag
het zaaggereedschap in geen enkel geval draai-
en!
7. Bediening
Let op dat de wettelijke voorschriften betreffende ge-
luidsoverlast ter plaatse kan verschillen.
Controleer voor elk gebruik of:
• er geen lekken in het brandstofsysteem zijn.
• het apparaat zich in perfecte staat bevindt en de
veiligheids- en zaaginrichtingen volledig zijn.
• alle schroeven goed zijn aangehaald.
• alle bewegende onderdelen wrijvingsloos werken.
Een koude motor starten (zie afb. 21 en afb. 27)
Vul
de
brandstoftank
met
ne-olie-mengsel (afb. 21) en vul ook de kettingolie
bij (afb. 21). Zie het gedeelte „Brandstof en olie".
m VOORZICHTIG
Start of gebruik de zaag nooit als de ketting en de
kettingremhendel resp. de voorste handgreep niet
conform de voorschriften zijn geïnstalleerd. Boven-
dien moet de start altijd met een actieve kettingrem
worden uitgevoerd, hiervoor gaat u als volgt te werk:
• Grijp de achterste greep vast met de rechterhand.
• Houd met de linkerhand de voorste greep vast
(afb. 1/pos. 6) (niet de kettingremhendel) (afb. 1/
pos. 5) vast.
• Trek aan de kettingrem(afb. 10/pijlrichting 1).
Ontkoppelen van de kettingrem
1. Zet de stopschakelaar op „0" (UIT) (afb. 19).
2. Trek de luchtklephendel (17) volledig uit, tot deze
vastklikt (afb. 18/pijlrichting 1).
3. Druk de brandstof-pompbal (23) 10 keer (afb.1) in.
4. Leg de zaag op een vaste, vlakke ondergrond.
Houd de zaag vast zoals wordt weergegeven.
Trek 2 keer snel aan de startkabel (7), (afb. 22
en afb 27). Let op de draaiende ketting!
5. Schuif de luchtklephendel zo ver mogelijk in (afb.
18/pijlrichting 2).
6. Zet de stopschakelaar op „I" (AAN) om de motor
te starten (afb. 19, rechts).
7. Houd de zaag vast en trek 4 keer snel aan de
startkabel. De motor moet nu starten (afb. 22 en
afb. 27).
het
juiste
benzi-