Stap
Handeling
Steek de verbindingskabel van de regelinstallatie
9
weer in de oven.
10
Schakel de oven in.
11
Schakel de regelinstallatie in.
12
Controleer of de regelinstallatie functioneert.
12. Parameters configureren
12.1. Beschikbare parameters
U kunt in de regelinstallatie verschillende parameters zelf wijzigen.
Parameter
Parameterfunctie
Vermogen
verwarmingszone 1:
weergave van het
14
ovenvermogen om het
energieverbruik in
kWh te bepalen
Vermogen
verwarmingszone 2:
weergave van het
24
ovenvermogen om het
energieverbruik in
kWh te bepalen
Vermogen
verwarmingszone 3:
weergave van het
34
ovenvermogen om het
energieverbruik in
kWh te bepalen
Opmerking
Zet de hoofdschakelaar van de oven in positie
'I/EIN' (I/AAN) of steek de stekker weer in het
stopcontact.
Neem contact op met een elektricien, met de
verkoper of met de fabrikant als de regelinstallatie
nog steeds niet kan worden ingeschakeld.
Min.
Max.
Fabrieks-
waarde
waarde
instelling
0
9999
0
9999
0
9999
268 / 317 - NL -
Beschrijving waarde
1 eenheid = 0,1 kW
Bijvoorbeeld:
⇒ Voor een oven met 1
verwarmingszone en een
totaalvermogen van 10 kW (zie
typeplaatje op de oven) voert u de
waarde '100' in.
0
⇒ Voor een oven met 3
verwarmingszones en een
totaalvermogen van 30 kW (zie
typeplaatje op de oven) voert u de
waarde '100' in, omdat elke
verwarmingszone normaal gesproken
een vermogen van 10 kW heeft.
1 eenheid = 0,1 kW
Bijvoorbeeld:
Voor een oven met 3 verwarmingszones
en een totaalvermogen van 30 kW (zie
0
typeplaatje op de oven) voert u de waarde
'100' in, omdat elke verwarmingszone
normaal gesproken een vermogen van
10 kW heeft.
1 eenheid = 0,1 kW
Bijvoorbeeld:
Voor een oven met 3 verwarmingszones
en een totaalvermogen van 30 kW (zie
0
typeplaatje op de oven) voert u de waarde
'100' in, omdat elke verwarmingszone
normaal gesproken een vermogen van
10 kW heeft.