Eerste inbedrijfstelling
Beschrijving
p
Statische druk
st
p
Minimale bedrijfsdruk
0
p
Begindruk (Pomp "AAN")
b
Rustdrukbereik (regelkogelklep
"DICHT" / pomp "UIT")
p
Einddruk (regelkogelklep RKH1
e
"OPEN")
p
Veiligheidsklep-aanspreekdruk
vk
1
Zuigdrukbehoud
•
Apparaat aan de zuigzijde van de circulatiepomp op de installatie
2
Einddrukbehoud
•
Apparaat aan de drukzijde van de circulatiepomp op de installatie
De minimale werkdruk "P
" wordt als volgt berekend:
0
Berekening
p
= h
/10
st
st
p
= 0,0 bar
D
= 0,5 bar
d
60 - 100 % van de verschildruk
p
van de circulatiepomp
P
≥ p
+ p
+ 0,2 bar*
0
st
D
(zuigdrukbehoud)
≥ p
+ p
+ d
+ 0,2 bar*
st
D
p
(einddrukbehoud)
*
Toeslag van 0,2 bar wordt aanbevolen, in extreme gevallen geen toeslag
14 — Nederlands
Berekening
= statische hoogte (h
)/10
st
= p
+ 0,2 bar
st
= p
+ 0,3 bar
0
= p
+ 0,5 bar
0
≤ p
- 0,5 bar (voor p
≤ 5,0 bar)
vk
vk
≤ p
x 0,9 (voor p
> 5,0 bar)
vk
vk
= p
+ 1,2 bar (voor p
≤ 5,0 bar)
0
vk
= 1,1 x p
+ 0,8 bar
0
(voor p
> 5,0 bar)
vk
Beschrijving
h
in meters
st
voor beschermingstemperaturen ≤
100°C (212° F)
voor beschermingstemperaturen =
110°C (230° F)
Afhankelijk van het hydraulische
systeem
Voer de berekende waarde in de
startroutine van de besturing in, zie
hoofdstuk 9.3 "Startroutine van de
besturingseenheid bewerken" op
pagina 17.
Servimat M/L — 28.01.2021
Voorbeeld van de berekening van de minimale werkdruk "P
Verwarmingsinstallatie: Statische hoogte 18 m, voorlooptemperatuur 70 °C
(158° F), beschermingstemperatuur 100 °C (212° F).
Rekenvoorbeeld voor zuigdrukbehoud:
P
= p
+ p
+ 0,2 bar*
0
st
D
p
= h
/10
st
st
p
=18 m/10
st
p
= 1,8 bar
st
p
= 0,0 bar voor een beschermingstemperatuur van 100 °C (212° F)
D
P
= 1,8 bar + 0 bar + 0,2 bar
0
P
= 2,0 bar
0
Opmerking!
–
De begin- en einddruk van de volgende onderdelen mogen niet
overlappen met de aanspreek druk van de veiligheidsklep.
•
Regelkogelklep RKH1
•
Pompen
–
De minimale aanspreekdruk van de veiligheidsklep mag niet door
de aanspreekdruk worden onderschreden.
Opmerking!
Vermijd dat de minimale werkdruk wordt onderschreden. Hierdoor
worden onderdruk, verdamping en de vorming van dampbellen
verhinderd.
7.3
Apparaat met water vullen en ontluchten
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar
Ontsnappend heet medium kan brandwonden veroorzaken.
•
Houd een veilige afstand tot het ontsnappende medium.
•
Draag geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen,
veiligheidsbril).
1
Vacuümmeter "PI"
2
Ontgassingsklep "DV"
3
Vul- en aftapkraan "FD"
4
Ontluchtingsschroef "AV"
1.
Vul het apparaat via het installatiesysteem.
–
Na openen van de kogelklep "DC" wordt de vacuüm-sproeibuis
automatisch gevuld, indien er een voldoende hoeveelheid water
wordt toegevoerd via het installatiesysteem.
2.
Optioneel
–
Vul het apparaat met water m.b.v. de vul- en aftapkraan (3).
–
Sluit een slang aan op de vul- en aftapkraan (3) van het vacuüm-
sproeibuis "VT".
3.
Vul de vacuüm-sproeibuis met water.
–
De lucht ontsnapt via de ontluchtingsklep (2) en de waterdruk kan
worden afgelezen op de vacuümmeter (1).
Ontlucht de pomp:
":
0
5
Pomp "PU"
WC
Bijvulleiding
DC
Ontgassingsleidingen
EC
Expansieleiding