Plaatsing Van De Vaten - Reflex Servimat M Mode D'emploi Original

6.3.4

Plaatsing van de vaten

OPGELET
Schade door ondeskundige montage
Door aansluitingen van buisleidingen of door apparaten van de installatie
kunnen extra belastingen van het apparaat ontstaan.
• Zorg dat de buisaansluitingen tussen apparaat en installatie gemonteerd
zijn zonder spanningen en trillingen.
• Ondersteun zo nodig de buisleidingen of apparaten.
OPGELET
Beschadiging van het apparaat door drooglopen van de pomp
Als de pomp niet correct is aangesloten, bestaat er gevaar voor drooglopen.
• De aansluiting van de overstroomcollector en de aansluiting van de pomp
mogen niet worden verwisseld.
• Let erop dat de pomp correct wordt aangesloten op het basisvat.
(alle maten in mm)
Neem de volgende aanwijzingen in acht bij het opstellen van het basisvat en de
volgvaten.
• Alle flensopeningen van de vaten zijn openingen voor inspectie en
onderhoud. Plaats het basisvat en, indien nodig, de volgvaten met
voldoende afstand naar de zijden en het plafond.
• Plaats de vaten op een vast oppervlak.
• Let op een rechthoekige en vrijstaande positie van de vaten.
• Gebruik alleen vaten van hetzelfde type en met dezelfde afmetingen
wanneer volgvaten naast het basisvat worden gebruikt.
• Bevestig de vaten niet met de bodem om de functie van de niveaumeting
"LIS" niet te belemmeren.
• Plaats de besturingseenheid met de vaten op een effen oppervlak.
1 Stickers
2 Aansluitset "Overstroomcollector"
3 Aansluitset "Pomp"
4 Aansluitset "Volgvat"
Servimat M/L — 28.01.2021
• Lijn het basisvat uit.
– De afstand tussen het basisvat en de besturingseenheid moet
overeenkomen met de lengte van de aansluitset.
• Monteer de aansluitset (2) en (3) met de schroefkoppelingen en pakkingen
op de aansluitingen op de onderste vatflens van het basisvat.
– Zorg dat de aansluitset voor de overstroomcollector aangesloten is
op de aansluiting (2) beneden de sticker (1).
• Als u de aansluitingen verwisselt, bestaat het gevaar dat de
pomp droog draait.
– Bij vaten tot Ø 740 mm:
• Sluit de aansluitset (2) en (3) aan op de twee vrije 1-inch-
pijpnippels van de vatflens.
• Sluit de aansluitset (4) van het volgvat met het T-stuk aan op
de uitlaat van de vatflens.
– Bij vaten vanaf Ø 1000 mm:
• Sluit de aansluitset (2) aan op de 1-inch-pijpnippel van de
vatflens.
• Sluit de aansluitset (3) en (4) met het T-stuk aan op de 1-inch-pijpnippel
van de vatflens.
 Opmerking!
Monteer de meegeleverde aansluitset (4) op het optionele volgvat.
Verbind de aansluitset (4) m.b.v. een flexibele buisleiding (niet
meegeleverd) met het basisvat.
6.3.4.1 Aansluiting op de installatie
VOORZICHTIG
Brandwonden aan huid en ogen door hete stoom
Uit de veiligheidsklep kan hete stoom ontsnappen. De hete stoom leidt tot
brandwonden aan de huid en ogen.
• Zorg dat de afblaasleiding van de veiligheidsklep zodanig wordt gelegd,
dat geen risico voor personen bestaat.
OPGELET
Schade door ondeskundige montage
Door aansluitingen van buisleidingen of door apparaten van de installatie
kunnen extra belastingen van het apparaat ontstaan.
• Zorg dat de buisaansluitingen tussen apparaat en installatie gemonteerd
zijn zonder spanningen en trillingen.
• Ondersteun zo nodig de buisleidingen of apparaten.
6.3.4.2 Ontgassingsleiding naar de installatie
Voor het apparaat zijn twee ontgassingsleidingen "DC" naar de installatie
noodzakelijk. Een ontgassingsleiding voor het gasrijke water vanuit de installatie
en een voor het ontgaste water dat terugstroomt naar de installatie. Voor beide
ontgassingsleidingen zijn door de fabrikant al afsluitinrichtingen
voorgemonteerd op het apparaat. De aansluitingen van de ontgassingsleidingen
moeten worden uitgevoerd in de hoofdvolumestroom van het
installatiesysteem.
Apparaat in een verwarmingssysteem, drukbehoud met membraan-
drukexpansievat
Montage
Nederlands — 9