Installatie - Tractel Stopfor K Instructions D'emploi Et D'entretien

uiteinde, en op natuurlijke wijze hangend vóór het opstellen van
de Stopfor™ S, (bladzijde 2), het polariserend slot (L) van de
Stopfor™ S laat de sluiting van het toestel op de ankerlijn, op
deze manier geïnstalleerd, alleen toe als het toestel zodanig
gepresenteerd is dat de pijl, gegraveerd in de behuizing, naar
boven is gericht. De rol (M) begeleidt de ankerlijn in het toestel.
Bij een val van de gebruiker, kantelt de hendel met 45° onder de
invloed van de kracht, toegepast door de lijn, en de klembek
blokkeert de ankerlijn tegen het mobiel luik (F).
• De Stopfor™ M (Fig. 6, bladzijde 2)
De Stopfor™ M is identiek met de specificaties van de
Stopfor™ S; hij is uitgerust met een versterkte veer die de
permanente blokkering van de Stopfor™ op de koord garandeert.
Deze verplicht de gebruiker ertoe de Stopfor™ handmatig te
verplaatsen tijdens de daling. Voor meer gebruiksgemak is de
hefboomarm van de Stopfor™ uitgerust met een plastic
hijshandvat.
• De Stopfor™ A (Fig. 6, bladzijde 2)
De Stopfor™ A is uitgerust met twee onafhankelijke inschakel -
systemen waardoor de klembek op de ankerlijn gebracht kan
worden en vervolgens met alle voorzichtigheid de val te stoppen.
Het eerste systeem is vergelijkbaar met het systeem van de
Stopfor™ S, de gebruiker doet de bedieningshendel tijdens zijn
val kantelen. Het tweede systeem is een "anti-paniek systeem",
als de hendel tijdens de val onvrijwillig in open positie gehouden
wordt dan detecteert de rol de verhoging van de snelheid en
plaatst de klembek in de richting van de sluiting.
• De Stopfor™ AP met stopper (Fig. 6, bladzijde 2)
Door gelijktijdig op de hendel (H) naar boven en naar rechts te
drukken, brengt u deze tegen de stift (G). Deze stift houdt de
klembek tegen de ankerlijn aangedrukt waardoor de verplaatsing
van het toestel op de lijn onmogelijk wordt. Een vrijwillige actie
van de gebruiker verlost de stopper.
• De Stopfor™ K, KS, KM, KSM (Fig. 7, bladzijde 2) / Stopfor™ B,
BS, BM, BSM (Fig. 7, bladzijde 2)
De Stopfor™ K, KS / Stopfor™ B, BS verplaatst zich vrij langs de
ankerlijn. Als een val zich voordoet, kantelt het toestel, hetgeen
de ankerlijn in contact brengt met het bovenste gedeelte van de
nok. De nok kantelt naar de binnenkant van het toestel en knijpt
de ankerlijn.
De Stopfor™ KM, KSM / Stopfor™ BM, BSM verplaatst zich
handmatig langs de veiligheidssupport. Bij een val zich kantelt
het toestel waardoor het de veiligheidssupport in contact brengt
met het bovenste gedeelte van de nok. De nok draait naar de
binnenkant van het toestel en grijpt zich vast op de
veiligheidssupport.
Het systeem bestaat uit twee zijstukken, gearticuleerd rond de as
van de nok (Q, Fig. 6, bladzijde 2). Het toestel gaat open door het
mobiel zijstuk (R, Fig. 6, bladzijde 2) te doen draaien. De veer van
de nok (S, Fig. 6, bladzijde 2) houdt de nok onder druk op de
ankerlijn. Als de ankerlijn geplaatst is en de connector de twee
zijstukken vergrendeld, is het niet langer mogelijk het toestel te
openen. De ankerlijn is op dat moment in het toestel gevangen.
De Stopfor™ KS, BS, KSM, BSM is uitgerust met een anti-
keringsysteem (T, Fig. 8, bladzijde 2) die de bedrijfsrichting van
de Stopfor™ op de veiligheidssupport garandeert. Als de
Stopfor™ zich omgekeerd ten opzichte van de verticale
veiligheidssupport bevindt, dan blokkeert het anti-keringsysteem
de kaak (Q, Fig. 8, bladzijde 2). Deze handeling verbiedt het
plaatsen van de Stopfor™ op zijn veiligheidssupport.
De Stopfor™ KM, KSM, BM, BSM is uitgerust met een versterkte
veer die permanent de Stopfor™ op de veiligheidssupport
blokkeert. Deze functie wordt in het algemeen gebruikt voor
ingrepen op zeer hellende oppervlakken. Deze verplicht de
gebruiker ertoe de Stopfor™ handmatig te verplaatsen tijdens de
daling. Voor een beter comfort tijdens het stijgen, moet men de
veiligheidssupport ballasten of een massa van max 1 kg plaatsen
op het lage gedeelte.
4. De lijn (L)
Meerdere soorten lijnen zijn beschikbaar:
• Stopfor™ A lengte van de lijn 0.3 m of 0.6 m.
• Stopfor™ S/M: lengte van de lijn 0.3 m of 0.6 m of 0.9 m.
• Stopfor™ K, KS, KM, KSM / Stopfor™ B, BS, BM, BSM: riem
met een lengte van 0.3 m. Verwijderbare riemen codes 42222
of 42232.
• Stopfor™ AP: lengte van de lijn 0.3 m of 0.6 m.
• Stopfor™ P: 0.3 m.
5. De connectors (B)
De bij de lijn bijgeleverde
breekweerstand van meer dan 22 kN.

Installatie

1. Verankering aan de structuur (Fig. 6, bladzijde 2, A)
De ankerlijn is bevestigd aan een verankerpunt door een lus en
een connector. Het verankerpunt moet een minimale weerstand
van 10 kN hebben.
N.B.: het verankerpunt kan een riem van zijn met een weerstand
van 10 kN.
OPGELET
Het verankerpunt moet zich altijd bevinden
boven de operator.
Stopfor™ S, A, AP, P, M
2.Configuraties voor montage
De Stopfor™ modellen K, KS, KM, KSM, B, BS, BM, BSM, S, A,
AP, M, P mogen alleen op een verticaal hangende ankerlijn of met
een maximale hoek van 30° ten opzichte van het verticaal vlak
worden gemonteerd. Praktisch gezien, respecteert de gebruiker
deze voorwaarde door zich niet te verwijderen van het verticaal
vlak van het ophangpunt met een lengte van meer dan de
helft van de hoogte van het ophangpunt ten opzichte van het vlak
van zijn verplaatsing.
• De gebruiker klimt verticaal (0° +/- 30° ten opzichte van
het verticaal vlak), bijvoorbeeld op een metallieke structuur.
De ankerlijn bevindt zich voor hem, hij is met de Stopfor™
verbonden via een lijn van 0.3 m (Fig. B, bladzijde 82). Gebruik
voor deze configuratie de Stopfor™ K, KS, B, BS, S, A, AP, P.
• De ankerlijn bevindt achter of tegenover de gebruiker, hij is met
de Stopfor™ verbonden via een lijn van 0.3 m, 0.6 m of 0.9 m
naargelang de gebruikte Stopfor™ (Fig. C, D, G, bladzijde 82).
Gebruik de Stopfor™ K, KS, B, BS, S, A, AP, P.
• De gebruiker klimt een ladder op, de ankerlijn bevindt zich
achter hem of tegenover hem, hij is met de Stopfor™ verbonden
via een lijn van 0.3 m 0.6 m of 0.9 m (naargelang de gebruikte
Stopfor™, Fig. D en G, bladzijde 82). Gebruik de Stopfor™ K,
KS, B, BS, S, A, AP, P.
• de gebruiker werkt op een terrasdak, zijn veiligheidssupport is
horizontaal geplaatst, hij kan zijn Stopfor aansluiten op het
harnas achter hem of voor hem met een leiriem van 0.30 m.
Gebruik in dit geval de Stopfor™ K, KS, KM, KSM, B, BS, BM,
BSM (Fig. F, bladzijde 82).
• de gebruiker werkt op een hellend dak, zijn veiligheidssupport is
verticaal geplaatst met een hoek van minder dan 30°, hij kan zijn
Stopfor aansluiten op het harnas achter hem of voor hem met
een leiriem van sluit 0.30 m, gebruik voor dit geval de Stopfor™
M, KM, KSM, BM, BSM (Fig. F, bladzijde 82). Met een leiriem
van 0.30 m of van 0.60 m of van 0.90 m, gebruik de Stopfor™ M
(Fig. G, bladzijde 82).
connectors hebben een
21
NL