AANBEVELINGEN bij het programmeren:
• Het verdient aanbeveling eerst de procedures te lezen en daarna de
handelingen te verrichten, waarbij de passages van elke procedure ach-
ter elkaar dienen te worden uitgevoerd.
• In deze handleiding worden de 'toetsen van de zenders met nummers
aangegeven. Raadpleeg dan ook afb. 52 voor het verband tussen deze
nummers en de toetsen van de zender
52
T1
T3
STAP 9
9.1 –
GEHEUGENOPSLAG VAN DE INRICHTINGEN DIE VIA EEN
"BUS"-KABEL ZIJN AANGESLOTEN EN VAN DE
EINDPOSITIES "0" EN "1" VAN DE VLEUGELS
Nadat u hebt gecontroleerd of de besturingseenheid perfect functioneert,
dient u haar nu te programmeren waarbij u onderstaande handelingen in
de aangegeven volgorde dient te verrichten:
N.B. – Tijdens het uitvoeren van de procedure kunt u op elk gewenst
moment deze verlaten (zonder de verrichte handelingen in het geheugen op
te slaan) door 1 maal op de toets "P1" op de besturingseenheid (afb. 51) te
drukken. Vanaf punt 07 kunt u de procedure ook verlaten als gevolg van
inwerkingtreding van een veiligheidsinrichting (fotocellen of dergelijke...).
01. (op de poort)
Ontgrendel met de daarvoor bestemde sleutel de twee reductiemoto-
ren (zie het hoofdstuk "Handmatig vergrendelen of ontgrendelen
van de reductiemotor" in de sectie "TECHNISCHE DOCUMENTA-
TIE") en zet de twee vleugels van de poort handmatig op de op afb. 53
aangegeven stand. Vergrendel daarna opnieuw de reductiemotoren.
53
Vleugel 1
02. (op de besturingseenheid)
Houd toets "P1" tenminste 5 seconden ingedrukt, totdat de groene
led uitgaat en de rode led aangaat (dit lampje blijft aan tot het einde
van de procedure). Laat daarna de toets los en verricht de volgende
handelingen:
03. (op de fotocellen voor de veiligheid)
N.B. – De tijd die voor deze controle ter beschikking staat, is onbe-
perkt.
Controleer of dit soort fotocellen goed werken door te kijken of de
daarbij behorende led langzaam knippert. Als die onafgebroken
brandt of uit is, dient u de uitlijning van de fotocellen te corrigeren
waarbij u er voor probeert te zorgen dat de led zo langzaam mogelijk
knippert (hoe langzamer de led knippert, hoe beter de uitlijning tussen
de fotocellen).
• licht knippert met een langzaam ritme = correcte uitlijning van de
fotocellen;
22 – Nederlands
PROGRAMMEREN VAN DE AUTOMATISERING
T2
T4
Vleugel 2
• licht brandt onafgebroken = uitlijning niet correct (bekijk de uitlijning
van de fotocellen opnieuw);
• licht uit = foutieve installatie van de fotocellen (controleer de "Bus"-
aansluiting van de fotocellen).
04. (op de fotocellen voor aansturing)
Activeer dit type fotocellen (als die deel uitmaken van de installatie),
door slechts één keer de straal daartussen te onderbreken. Bevesti-
ging van herkenning hiervan wordt door het knipperlicht (1knippering)
en het toetsenpaneel (1 beep) gegeven, als die deel uitmaken van de
installatie.
05. (op de toetsenpanelen)
Activeer de toetsenpanelen (als die deel uitmaken van de installatie)
door op elk daarvan slechts één maal op een enkele door u te kiezen
toets te drukken.
Bevestiging van herkenning hiervan wordt door 2 opeenvolgende
geluidssignalen (beep) van het toetsenpaneel en een knippering van
het knipperlicht gegeven, als die deel uitmaken van de installatie.
06. (op de besturingseenheid)
Houd toets "P1" tenminste 5 seconden ingedrukt, totdat de groene
led uitgaat. Laat daarna de toets los.
07. (op de poort)
N.B. –onderstaande manoeuvres geven de besturingseenheid de
mogelijkheid de posities met betrekking tot punt "0" (Helemaal geslo-
ten) en tot punt "1" (Helemaal open) automatisch in het geheugen op
te slaan, zoals dat op afb. 54 te zien is.
54
Stand "0"
Stand "1"
Nu zal de besturingseenheid uit zichzelf 3 manoeuvres in gang zetten
die ook door het knipperlicht worden gesignaleerd:
1 - Sluiting van vleugel 2 en daarna sluiting van vleugel 1.
2 - Opening van de twee vleugels.
3 - Sluiting van de twee vleugels.
Na afloop van de laatste manoeuvre gaat de rode led uit (= procedure
beëindigd) en gaat daarna weer met een regelmatig ritme knipperen.
Let op! – Zodra de eerste manoeuvre van start gaat, dient u
onmiddellijk het volgende te controleren:
a - Vleugel 2 komt eerder dan vleugel 1 in beweging;
b - Vleugel 2 beweegt zich in de richting van sluiting.
Als het resultaat van deze controles niet overeenkomt met wat hier
beschreven is, dient u de procedure onmiddellijk te beëindigen door 1
maal op toets "P1" op de besturingseenheid te drukken. Los vervol-
gens met behulp van STAP 6.1 het probleem "a" en het probleem "b"
op door de op de klemmetjes "M+" e "M-" op de besturingseenheid
aangesloten elektrische draden onderling te verwisselen. Voer ten-
slotte de procedure 9.1 helemaal opnieuw uit.
Latere geheugenopslag van verdere via de "Bus"-kabel aange-
sloten inrichtingen
Als u later andere inrichtingen die via de Bus op de besturingseenheid zijn
aangesloten, wilt installeren en in het geheugen wilt opslaan en de proce-
dure 9.1 blijkt in het verleden reeds uitgevoerd te zijn, is het mogelijk
de nieuwe inrichtingen met dezelfde procedure in het geheugen op te
slaan; u begint hiervoor bij punt 01 en gaat tot punt 06. Aan het einde hier-
van drukt u 1 maal op toets "P1" op de besturingseenheid om de opslag-
procedure te beëindigen.
Stand "1"