Houten Plafond; Wandmontage - Rail Op Vlakke Beugel - Invacare EC-Track Robin Manuel De Maintenance

Système de rails pour lève-personne sur rail
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 51
Invacare®EC-Track™
Plaats de afstandsbus in de laatste fase van de installatie in het
systeemplafond. Deze bus beschermt het systeemplafond. Zaag
de afstandsbus op lengte voor een afstand van 1-5 mm tussen het
zichtbare deel van het systeemplafond en het onzichtbare deel van
de montagebeugel; in plaats van bussen kunt u moeren en sluitringen
gebruiken voor de aanbevolen afstand.

3.2.3 Houten plafond

LET OP!
– Monteer geen rails met spanschroeven, zoals
houtdraadbouten, aan een houten plafond.
– Monteer geen rails met gewone houtschroeven aan
een houten plafond zonder dat u een risicoanalyse
hebt uitgevoerd.
Snelmontagebeugel
In sommige gevallen kan montage aan het houtwerk van het plafond
een alternatief zijn voor montage aan de wand of muursteun.
Het houtwerk van het plafond moet dan wel van bovenaf toegankelijk
zijn. Bij montage aan het houtwerk van het plafond moet ter
versteviging achterhout worden geplaatst. Bij het verstevigen is
het belangrijk om achterhout te kiezen dat precies past tussen
twee plafondbalken, zodat er voldoende draagvermogen wordt
gecreëerd. Nadat u alle plafondbeugels in het plafond hebt afgetekend,
controleert u of er boven het plafondmateriaal nog vrije ruimte
is. Daarna boort u in het plafondmateriaal gaten met een diameter
van 12,5 mm. De gaten zijn nu van bovenaf te bereiken en kunnen
worden voorbereid voor het achterhout. U kunt vervolgens opmeten
hoe lang de draadeinden moeten zijn. Het achterhout moet minstens
tussen twee plafondbalken passen aan elke kant van het ophangpunt.
Bij gebruik van achterhout moeten twee platen achterhout van 45 x
95 mm parallel aan elkaar worden geplaatst met een afstand van 14
mm, zodat er ruimte is voor een draadeind M12. Om de lengte van
het draadeind te bepalen, meet u de hoogte van de plafondbalk +
de lengte van het achterhout + plafondmateriaal + 60 mm voor de
sluitring en moeren.
Plaats het passende draadeind tussen het achterhout, en plaats
er een sluitring en moer tussen voordat het draadeind verder
door het plafond gaat. Zet het draadeind vast op zijn plek op
het achterhout met een aluminium plaatje, een sluitring en een
moer. Het aluminium plaatje wordt van bovenaf in het achterhout
geschroefd. Laat ongeveer 25 mm van het draadeind onder het
plafondmateriaal uitsteken. Een plafondbeugel voor snelmontage kan
nu op het draadeind onder het plafondmateriaal worden geschroefd.
De plafondbeugel wordt bevestigd met zeskantsmoer M12. Het
draadeind moet helemaal door de moer worden geschroefd, maar
moet verder uitsteken tot onder het montagestuk.
Bij montage moet een kleefmiddel op zowel de beugel als de moer
worden gebruikt. Als alle beugels zijn geplaatst, tilt u de rail op,
verstelt u de lengte en zet u hem vast. Voordat de rail wordt
vastgezet aan het plafond, wat van bovenaf gebeurt, moet worden
gecontroleerd of het achterhout op beide plafondbalken rust. Als dat
niet zo is, moet er iets tussen worden geplaatst.
De moer op het achterhout moet nu zorgvuldig worden vastgezet tot
de beugel gelijkmatig op het plafondmateriaal ligt. Het is belangrijk
112
dat die niet te vast wordt gedraaid, omdat het plafondmateriaal dan
tussen de plafondbalken omhoog komt. Als dat gedaan is, wordt een
stalen plaat om het draadeind onder het achterhout geplaatst, en
wordt de moer vastgezet op de stalen plaat, waardoor die op zijn
plaats blijft zitten.
Met een borgmoer wordt de moer uiteindelijk aan de bovenzijde van
het achterhout vastgezet. Trolleys, eindstop en omdoppen van de
rails worden geplaatst zoals wordt beschreven in hoofdstuk 5.2.1.
Standaardbeugel
Draadeinden M10, 2 st.
Moeren M10, 4 st.
Wig, 1 st.
Beugels 45 x 90 x 1500 mm, 2 st.
Balklaag.
Kap dak/plafond.
Plafondbeugel, 1 st.
Borgmoeren M10, 2 st.
Sluitring, 2 st. 11 x 35 x 2.
In sommige gevallen kan montage met passchroeven een alternatief
zijn voor montage aan de wand of muursteun.
Daarvoor moet de balklaag van het dak van bovenaf toegankelijk zijn.
Dat is vaak het geval bij gelijkvloerse huizen. Ter versteviging van de
balklaag van het dak moet achterhout van 45 x 95 mm naast elkaar
worden geplaatst.
In plaats van keilbouten wordt draadeind M10 met de juiste lengte
gebruikt. Een installatieplaat (wig) rust op de beugels.
Het achterhout moet op de twee dakbalken aan beide kanten van
de ophanging rusten. Als dat niet mogelijk is, moet het achterhout
worden vastgezet om te voorkomen dat die kantelt als het wordt
belast.
Het minimale aantal van drie montagepunten per rail voor betonnen
plafonds geldt niet voor houten plafonds. Bij houten plafonds bepaalt
de maximale vrije ruimte het aantal montagepunten.
De rest van het installatieproces lijk op het proces voor betonnen
plafonds. Het is echter nodig om beide gaten voor de middelste
beugel (de standaardbeugel) tegelijkertijd te boren.
Zaag de draadeinden op de juiste lengte en bevestig er de sluitringen
en borgmoeren M10 op.
De draadeinden moeten van onderaf erin worden geschroefd tot
aan de wig. De wig wordt van bovenaf aan het achterhout vastgezet
met spijkers en schroeven.
Voordat de rail wordt vastgezet aan het plafond, wat van bovenaf
gebeurt, moet u dubbel controleren of het achterhout op de twee
plafondbalken rust. Als dat niet zo is, moet er iets tussen worden
geplaatst.
Wees voorzichtig met het vastdraaien van de moeren om schade aan
het systeemplafond te voorkomen.
3.3 Wandmontage – rail op vlakke beugel
Het navolgende zijn slechts aanbevelingen: keilbouten van
vergelijkbare dikte en kwaliteit mogen ook worden gebruikt. Volg
altijd de aanbevelingen van uw leverancier.
1586749-B

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Ec-track robin mover

Table des Matières