– Patiënten met letsel aan het ruggenmerg (stimulatie van het sympathische zenuwstelsel): als bij de
patiënt autonome dysreflexie optreedt (plotselinge veranderingen in de bloeddruk of hartslag als reactie
op stimulering van het sympathische zenuwstelsel), de negatieve druktherapie staken om de sensorische
stimulatie te minimaliseren en onmiddellijk medische hulp inroepen.
– Patiënten met een geïnfecteerde wond of osteomyelitis.
– Wonden met een enterische fistel.
– Om het risico van bradycardie tot een minimum te beperken mag de NPWT niet in de nabijheid van
de nervus vagus worden geplaatst.
– Vermijd het aanbrengen van perifeer wondverband.
– De negatieve druktherapie moet 24 uur per dag zonder onderbreking worden toegepast. Als de pomp
gedurende meer dan 2 uur wordt stopgezet, moet het verband worden verschoond en de therapie
opnieuw worden gestart.
– Houd rekening met de lengte en het gewicht van de patiënt bij het voorschrijven van dit hulpmiddel.
– Bepaal welke behandelmodus het meest geschikt is, intermitterend dan wel continu.
– Voor optimale resultaten bij gesloten chirurgische incisies dient de negatieve druktherapie van
Invia onmiddellijk na de operatie te worden toegepast op schone chirurgisch gesloten wonden.
De therapie dient continu te worden toegepast gedurende minimaal twee dagen tot maximaal
zeven dagen, waarbij het verband regelmatig, namelijk elke 48 tot 72 uur, moet worden verschoond. Het
verwisselen van het verband dient altijd onder direct medisch toezicht plaats te vinden. Het Invia
therapiesysteem is niet effectief bij de behandeling van complicaties met betrekking tot het volgende:
– Ischemie van de incisie of het incisiegebied
– Onbehandelde of onvoldoende behandelde infectie
– Onvoldoende hemostase van de incisie
– Cellulitis van het incisiegebied
Artsvoorschrift
Een medisch specialist moet elke wond beoordelen bij het toepassen van deze behandeling en de intensiteit
van het vacuüm bepalen op grond van de kenmerken van de wond. De therapie of het wijzigen van de instellingen
mag uitsluitend op voorschrift van een arts gebeuren.
Beoordeling van de wond
LET OP
Patiëntbewaking: de patiënt moet regelmatig worden geobserveerd op diens comfortniveau, naleving
van het behandelvoorschrift en tekenen van infectie volgens de instructies van de arts en de richtlijnen
van de instelling.
WAARSCHUWING
Bij objectieve indicaties of tekenen van een mogelijke infectie of complicatie (zoals koorts, pijn, roodheid,
toegenomen warmte, zwelling of etterige afscheiding) moeten onmiddellijk maatregelen worden getroffen.
Het niet naleven van deze richtlijnen kan aanzienlijke risico's voor de patiënt tot gevolg hebben.
Controleer de wond, het weefsel rondom de wond en het exsudaat op tekenen van infectie of andere complicaties.
De meest voorkomende tekenen van infecties zijn roodheid, gevoeligheid, koorts, zwelling, jeuk, toegenomen warmte
in het wondgebied, sterke geur en etterige afscheiding. Bijkomende symptomen zijn misselijkheid, braken, diarree,
hoofdpijn, duizeligheid, flauwvallen, zere keel met gezwollen slijmvliezen, desoriëntatie, hoge koorts (> 38,8 °C),
therapieresistente hypotensie, orthostatische hypotensie en erytrodermie (een uitslag als bij zonnebrand). Ernstigere
complicaties van infecties zijn pijn, ongemak, koorts, gangreen, toxische shock of septische shock. Indien er ernstigere
complicaties van de infectie optreden, de therapie staken en onmiddellijk een professionele zorgverlener raadplegen.
137