1
3
D1
2
4
D2
5
6
D3
L1
L2
Tekening 5: Standby-mode
1
3
D1
2
4
D2
5
6
D3
L1
L2
Tekening 6: BC-mode
1
3
D1
2
4
D2
5
6
D3
L1
L2
Tekening 7: BF-mode
A
B
C
L3
A
B
C
L3
A
B
C
L3
CONTROLE-UNIT FUNCTIES EN AANPASSINGEN
AAN/AF FUNCTIE
De unit is aangeschakeld vanuit de Standby-mode (tekening 5)
door schakelaar 1 gedurende 5 seconden in te drukken.
Om uit te schakelen herhaal deze handeling en de unit keert terug
naar de Standby-mode.
OPMERKING! Verwijder géén panelen of beschermingen of
elektrische controlepanelen vooraleer U de hoofdstroom
afgekoppeld heeft door de stekker uit het stopcontact te halen, de
isolator uitgeschakeld is of de zekering verwijderd is.
PROGRAMMA SELECTIE MODE
Wanneer de unit aangeschakeld is, is het bC-1 programma
geselecteerd als default (fabrieksinstelling). Het geselecteerde
programma wordt getoond op D1 (tekening 6).
ENKEL OP BC/BF-MODELLEN
Door de schakelaar „Mode" (A) in te drukken kan U het
programma wijzigen van snelkoelen (bC) of naar combinatie van
snelkoelen en snelvriezen in één operatie (Bf).
De controle processor heeft vrije geheugen sleuven voor de
gebruiker om het proces klantgericht te maken, b.v. kleine
hoeveelheden, makkelijk gekoeld voedsel die een kortere tijd nodig
heeft om gekoeld te worden dan normaal of voedsel dat ingebracht
wordt onder +70°C en de nodige tijd zal minder zijn dan normaal
aanbevolen. Er zijn 9 beschikbare programmeerbare
geheugensleuven (bC1 tot bC9 voor alle modellen) (bF1 tot bF9
voor BC/BF-modellen). Om het gewenste programma in het
geheugen te selecteren druk op de knop met de pijl naar boven (3)
of naar beneden (4). Alle programma's kunnen gewijzigd worden
voor aanvang van het proces door de knoppen (B) of (C) in te
drukken. Gelieve te noteren dat deze wijzigingen niet zullen
opgeslagen worden in het geheugen.
Bij het koelen van delicaat voedsel dat makkelijk zou kunnen
beschadigd worden of bevriezen, b.v. slagroom, kan de
ventilatorsnelheid aangepast worden door de knop (B) in te drukken
naar halve snelheid. Maar gelieve te noteren dat op halve snelheid
het proces langer kan duren. Ook, om bevriezen te voorkomen van
het voedsel tijdens het snelkoelen, kunnen de processen
gecontroleerd worden door gebruik te maken van de hard/zacht
schakelaar (C). Wanneer aangepast naar 1 vertraagt het proces
naar zachte koeling. Het snelkoelen is het meest effectief door
positie 7 te selecteren.
Als de kast ingesteld is op (bC) dan kan het koelprogramma
gecontroleerd worden door de actuele voedseltemperatuur of als
alle andere processen, door tijd. Als U selecteert om te koelen
via voedseltemperatuur dient de sensor in het voedsel geplaatst
te worden vooraleer het snelkoelprogramma te starten. Als het
voedsel de geselecteerde temperatuur bereikt heeft is het proces
compleet en zal de kast terugkeren naar normaal opslag-
programma. De actuele producttemperatuur kan U zien op het
display D2, terwijl D3 de ingestelde temperatuur aantoont. Eens het
geselecteerde programma geactiveerd is d.m.v. de start/stop
schakelaar kunnen de instellingen niet gewijzigd worden tenzij het
proces gestopt is. Nadat de snelkoel/snelvries cyclus compleet is
zal de kast terugkeren naar de bewaring van het gekoeld voedsel
op koel- of vriestemperatuur voor onbepaalde tijd.
Na beëindiging van het programma (rdy), start de eerste
ontdooicyclus en de regelaar gaat automatisch naar de normale
bewaarstand, waardoor de kast tijdelijk kan gebruikt worden voor
opslag van gekoelde/vries producten.
Opmerking: breng géén warm voedsel in de kast als de kast in
bewaarstand staat.
6