Porkka BC 720 SH Instructions D'emploi Et Montage page 38

Enkele specifi eke warmcapaciteiten [J/kgK]:
Traag Water
Bloed
Vis, laag vetgehalte
Vlees
Eieren
Vettige weefsels
Snel Boter
Enkele warmte conductie parameters [W/K m]:
Traag Aardappelpuree
Water 40°C
Vis 0...+4°C
Kalfs-, varkensvlees
Kip
Snel Eieren
1 3 D1
2 4 D2
5 6 D3
L1 L2
Tekening 3. PFI-100 controle-unit
4180
3880
3350
3180
3180
2980
2680
0,69
0,63
0,43...0,60
0,44...0,56
0,44
0,29
A
B
C
L3
FACTOREN WELKE EFFECT GEVEN OP HET KOELPROCES
Vloeistoffen en homogeen voedsel koelen het snelst. Wanneer
dikte, dichtheid of ongelijkmatigheid van ingrediënten groeit,
vertraagt het koelproces enorm. Snel koelen is evenredig aan
temperatuurverschillen tussen de producten en de
omgevingstemperatuur. Wanneer het verschil in temperatuur
vermindert dan vermindert het snelkoelen evenredig.
Overeenkomstig, de koeltijd groeit rechtlijnig samen met de
groei van temperatuurcapaciteit en dichtheid. Temperatuur-
capaciteit hangt meestal af van het water- en vetniveau van het
voedsel. Knelpunt in snelkoelen kan ook de interne
warmtegeleidingsweerstand zijn in het voedsel. Beroep U op de
DHSS-richtlijnen.
De snelheid van het vriezen varieert volgens verschil van
voedsel. Als u dezelfde vriestijd wenst voor al het voedsel dient
u volumes aan te passen waar u het toestel mee vult. Voedsel
dat traag koelt dient gekoeld te worden in kleine
hoeveelheden. Voedsel dat makkelijker en sneller koelt, kan
gekoeld worden in grotere hoeveelheden. Indien de koeling
trager gaat dan verwacht, onderbreek de koeling dan niet,
gezien dit de hygiënische kwaliteit van het te koelen voedsel
zou verminderen. Trage koeling kan veroorzaakt worden door
verschillende factoren: het voedsel is warmer dan +70°C bij het
starten van het koelproces, de laagdikte is meer dan 50 mm, of
het totale volume welke dient gekoeld te worden overschrijdt de
product capaciteit.
SNELKOELEN EN SNELVRIEZEN
1. Druk de standby-knop (1) in gedurende 5 seconden nadat
U de kast geladen heeft met voedsel welke dient
snelgekoeld te worden. Plaats de sensor in het voedsel in
de hoogste container (enkel snelkoelen BC). Gebruik de
voedseltemperatuurvoeler niet bij snelvriezen.
2. Selecteer functie door de MODE-schakelaar (A) in te
drukken naar de gewenste instelling
bC = snelkoelen
bF = snelvriezen
- Kies het programma 1.....9
- Pas de ventilatorsnelheid aan door knop B in te drukken
- Selecteer de schakelaar voor de gewenste snelkoel
effi ciëntheid (C)
- Controleer de ingestelde temperatuur die verschijnt op het
display (D3)
3. Start het snelkoelproces door de knop Start/Stop in te
drukken (2)
- U kan de voedseltemperatuur of nog resterende tijd
controleren op het display (D2), indien gewenst
Na beëindiging van het programma (rdy), start de eerste
ontdooicyclus en de regelaar gaat automatisch naar de
normale bewaarstand, waardoor de kast tijdelijk
kan gebruikt worden voor opslag van gekoelde/vries
producten.
4. Stop het programma via de Start/Stop-schakelaar (4).
Haal de sensor uit het gekoelde voedsel en dien het
voedsel op of bewaar het. De sensor met de hand
schoonmaken a.u.b.
4