nld
Fig. 4
1 Sluithendel
2 Afslagnok
3 Aanslagbout
4 Schakelkast
5 Omkeerschakelaar
6 Bouten (Snijkopbevestiging)
7 Inbussleutel
8 Bouten (Dekselbevestiging)
9 Vierkantsteeksleutel
10 lnstelas
11 Ovale opening
12 Markering rechtse draad
13 Markering linkse draad
14 Lengteaanslag
Fig. 11
F 1 Zekering trafo
029019
F 2 Zekering trafo
029019
F 3 Zekering trafo
029019
F 4 Motorbeveiliging M 1
K 1 Beveiliging
aandrijving n 1
025038
Hulpschakelblok
025110
K 2 Beveiliging
aandrijving n 2
025038
Hulpschakelblok
025110
K 3 Beveiliging
aandrijving n 1
025038
K 4 Relais M 2
025025
* K 5 Relais Y 1
025031
M 1 Aandrijfmotor
400 V
755010R380
M 2 Pompmotor
400 V
043001R380
S 1 NOODSTOP-
drukknop
023135
Algemene veiligheidsvoorschriften
LET OP! Alle voorschriften lezen. Fouten bij de inachtneming van de on-
derstaande voorschriften kunnen elektrische schokken, brand en / of ernstige
ongevallen veroorzaken. Het hierna volgende begrip „elektrisch apparaat"
heeft betrekking op via het stroomnet werkende elektrische gereedschap-
pen (met stroomkabel), op machines en op elektrische apparaten. Gebruik
het elektrische apparaat alleen waarvoor het bedoeld is en met inachtname
van de algemene veiligheids- en ongevalpreventievoorschriften.
VOLG DEZE VOORSCHRIFTEN GOED OP.
A) Werkplek
a) Houdt uw werkplek schoon en opgeruimd. Rommelige en onverlichte
werkplekken kunnen tot ongevallen leiden.
b) Werk met het elektrische apparaat niet in explosiegevaarlijke omge-
ving, waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden.
Elektrische apparaten veroorzaken vonken, die stoffen of dampen kun-
nen ontsteken.
c) Houdt kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het
elektrische apparaat op afstand. Bij afleiding kunt u de controle over
het apparaat verliezen.
B) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische apparaat moet in het stop-
contact passen. De stekker mag in geen geval veranderd worden.
Gebruik geen adapterstekker in combinatie met een geaard elek-
trisch apparaat.Originele stekkers en passende stopcontacten verkleinen
het risico op elektrische schokken. Is het apparaat met een veiligheids-
schakelaar uitgerust, dan mag het alleen op een beveiligd stopcontact
aangesloten worden. Gebruik het elektrische apparaat op bouwplaatsen,
in vochtige omgeving, buiten of in vergelijkbare situaties uitsluitend via
een 30 mA aardlekschakelaar (Fl-schakelaar) op het net.
b) Vermijdt lichamelijk contact met geaarde oppervlaktes, zoals van
buizen, radiatoren, haarden en koelkasten. Er bestaat een verhoogd
risico op een elektrische schok, als uw lichaam geaard is.
c) Houdt het apparaat van regen of vochtigheid vandaan. Het indringen
15 Klemhendel
16 Schaalindeling
17 Aansnijhendel
18 Knop II
19 Knop I
20 Transmissie-schakelhendel
(alleen voor Unimat 77)
21 Beschermkap
22 Knop UIT
23 Spanhendel
24 Plaat
25 Klemplaatje
26 Noodknop
27 Klemschroef
S 2 Drukknop UIT
S 3 Drukknop AAN n 1
S 4 Drukknop AAN n 2
––
met inlegschild
S 5 Positieschakelaar
schuifkap
S 6 Keerschakelaar
* S 7 Voetschakelaar Y 1 755300
T 1 Besturingstrafo
X
Klemmenstrook
* Y 1 3/2 wegventiel
1
zwart
2
blauw
3
bruin
4
wit
5
rood
6
grijs
7
rose
8
lila
*) indien aanwezig
van water in een elektrisch apparaat verhoogt het risico op een elektri-
sche schok.
d) Gebruik de kabel niet voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is,
b.v. om het apparaat te dragen, op te hangen of om de stekker uit
het stopcontact te trekken. Houdt de kabel verwijderd van hitte, olie,
scherpe kanten, of zich bewegende apparaatonderdelen. Bescha-
digde of verwikkelde kabel verhoogt het risico op een elektrische schok.
e) Als u buiten werkt met een elektrisch apparaat, gebruik dan uitslui-
tend een verlengkabel die daarvoor geschikt is. Met een geschikte
verlengkabel vermindert u het risico op een elektrische schok.
C) Veiligheid van personen
a) Wees opmerkzaam op wat u gaat doen, en ga met verstand aan het
werk met een elektrisch apparaat. Gebruik het elektrisch apparaat
niet, wanneer u moe bent of onder invloed van drugs, alcohol of
medicamenten staat. Een moment van onoplettendheid bij gebruik van
hert apparaat kan tot ernstige ongevallen leiden.
023131
b) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen en altijd een veiligheidsbril.
023130
Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals stofmasker,
023130
slipvaste veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of gehoorbeschermers, al
023132
naar gelang het elektrische apparaat, vermindert het risico op ongevallen.
c) Vermijdt onbedoeld inschakelen. Wees er zeker van dat de schake-
023040
laar in de positie „uit" staat, voordat de stekker in het stopcontact
023121
gestoken wordt. Wanneer u bij het dragen van het elektrische apparaat
uw vinger op de schakelaar heeft of het apparaat ingeschakeld op het
027040
stroomnet aansluit, kann dit tot ongevallen leiden. Zet nooit een tipscha-
034027
kelaar vast.
047043
d) Verwijder instelgereedschappen of sleutels, voordat u het elektrisch
gereedschap inschakelt. Een gereedschap of sleutel, dat zich in een
draaiend apparaatdeel bevindt, kan voor verwondingen zorgen. Grijp nooit
in bewegende (draaiende) delen.
e) Overschat uzelf niet. Zorg voor een veilige stand en behoudt altijd
uw evenwicht. Daardoor kunt u in onverwachte situaties beter controle
houden over het apparaat.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen wijde kleding of sieraden. Houdt
haren, kleding en handschoenen vewijderd van bewegende delen.
Losse kleding, sieraden of lange haren kunnen door bewegende delen
gegrepen worden.
g) Wanneer stofafzuig- en opvanginstallaties gemonteerd kunnen wor-
den, vergewis u er van dat deze aangesloten zijn en juist gebruikt
worden. Het gebruik van deze installaties vermindert gevaren door stof.
h) Laat alleen geschoolde personen met het apparaat werken. Jeug-
digen mogen alleen met het apparaat werken, indien zie boven 16 jaar
zijn, wanneer dit voor het bereiken van hun opleidingsdoel noodzakelijk
is en wanneer zij onder toezicht staan van een vakkracht.
D) Zorgvuldige omgang met en gebruik van elektrische gereedschappen
a) Overbelast het elektrisch apparaat niet. Gebruik voor uw werk het
daarvoor bestemde elektrische apparaat. Met het geschikte elektri-
sche apparaat werkt u beter en veiliger in het aangegeven capaciteits-
bereik.
b) Gebruik geen elektrisch apparaat waarvan de schakelaar defect is.
Een elektrisch apparaat, dat zich niet meer in- of uit laat schakelen, is ge-
vaarlijk en moet gerepareerd worden.
c) Haal de stekker uit het stopcontact, voordat u apparaatinstellingen
verricht, accessoires wisselt of het apparaat weglegt. Deze veilig-
heidsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het apparaat.
d) Berg ongebruikte elektrische apparaten buiten de reikwijdte van kin-
deren op. Laat personen het elektrische apparaat niet gebruiken, die
hiermee niet vertrouwd zijn of deze voorschriften niet gelezen heb-
ben. Elektrische apparaten zijn gevaarlijk, wanneer deze door onervaren
personen gebruikt worden.
e) Onderhoudt het elektrische apparaat met zorg. Controleer of bewe-
gende apparaatdelen probleemloos functioneren en niet knellen, of
delen gebroken of zo beschadigd zijn, dat het functioneren van het
elektrisch apparaat beïnvloed wordt. Laat beschadigde delen voor
gebruik van het elektrische apparaat door gekwalificeerd vakper-
soneel of door een geautoriseerde REMS servicewerkplaats repa-
reren. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden
elektrische gereedschappen.
f) Houdt snijgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhou-
den snijgereedschap met scherpe snijkanten knellen minder en laten zich
gemakkelijk bedienen.
nld