Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
1.
de pennen op de stekker van het verlengsnoer van dezelfde/hetzelfde
aantal, grootte en vorm zijn als die van de stekker van de oplader;
2.
het verlengsnoer goed is aangesloten en in goede elektrische staat is;
3.
de diameter van de draad minimaal 1,3 mm is om geschikt te zijn voor het
AC-ampèrage van de oplader.
• Gebruik de oplader niet als het snoer of de stekker is beschadigd. Het
voedingssnoer kan niet worden vervangen. Als het snoer beschadigd is moet de
oplader direct worden vervangen.
• Gebruik de oplader niet als deze een harde klap te verduren heeft gehad, is
gevallen of op een andere manier beschadigd is. Als de oplader beschadigd is
moet deze worden vervangen. De oplader kan niet worden gerepareerd.
• Demonteer de oplader niet en probeer de oplader niet te repareren.
• Trek de oplader uit het stopcontact voordat u deze reinigt. Anders bestaat het
risico van een elektrische schok.
• Voorkom kortsluiting; breng geen voorwerpen aan tussen de accucontacten.
• De oplader is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met
verminderde lichamelijke, zintuiglijke of mentale vermogens, of gebrek aan
ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het gebruik van het apparaat van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
• Kinderen dienen onder toezicht te staan zodat ze niet met de oplader gaan spelen.
Wanneer het accupack moet worden opgeladen
Eerste keer - het lithium-ion accupack was vóór verzending gedeeltelijk opgeladen.
Om de lading te behouden en ter voorkoming van schade bij opslag is het accupack
geprogrammeerd om in een "slaapstand" te gaan. Het snel opladen gedurende circa tien
(10) seconden is nodig om de accu te "wekken". Laat het accupack in de oplader tot het
volledig is opgeladen. Zie voor het laden van het accupack het deel Opladen van het
accupack hieronder.
Indien nodig - Druk op de knop Accutest (E, afbeelding 9) om de beschikbare lading te
controleren en laad de accu indien nodig op. Zie het deel Accutest .
Opladen van het accupack
1.
Sluit de acculader (F, afbeelding 10) aan op een stopcontact.
WAARSCHUWING
Houd de acculader droog. Stel het accupack niet bloot aan regen of natte
omstandigheden.
2.
Schuif het accupack (G, afbeelding 10) stevig in de laadopening (F). Als de rode
oplaadlamp niet gaat branden, verwijdert u het accupack en plaatst u het opnieuw
terug. Zorg ervoor dat het accupack stevig in de laadopening zit.
• Het rode lampje (A, afbeelding 9) geeft aan dat het accupack normaal wordt
opgeladen.
• Het groene lampje (B) geeft aan dat het accupack volledig is opgeladen.
• Een knipperend rood lampje (C) geeft aan dat het accupack te heet of te
koud is en niet opgeladen kan worden. Laat het accupack aangesloten;
als een normale bedrijfstemperatuur is bereikt zal het opladen automatisch
starten. Zie het deel Specificaties voor de normale bedrijfstemperatuur.
• Knipperende rode/groene lampjes (D) geven aan dat het accupack niet kan
worden opgeladen en dat het moet worden vervangen.
3.
Vanuit de "slaapstand" zal de batterij in circa tien (10) seconden wakker worden.
4.
Een volledig ontladen accupack wordt binnen circa één (1) uur volledig opgeladen.
Het accupack blijft volledig opgeladen als het in de oplader blijft zitten.
5.
Als het groene lampje aangeeft dat het accupack volledig is opgeladen kan het
accupack uit de oplader worden genomen.
6.
Controleer de lading door op de accutestkop te drukken (E, afbeelding 9).
7.
Trek de oplader uit het stopcontact als deze niet gebruikt wordt.
Accutestknop
Controleer de lading door op de accutestkop te drukken (E, afbeelding 9). De
displaylampjes (H) geven bij benadering de resterende lading van het accupack aan.
Displaylampjes
Vier lampjes
Drie lampjes
Twee lampjes
Eén lampje
Knipperend lampje
94
Beschikbare lading
78% tot 100%
55% tot 77%
33% tot 54%
10% tot 32%
minder dan 10%
De motor starten en stoppen
Zie afbeelding: 11, 12, 13, 14
De motor starten
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Een brand of een explosie kan ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
Bij het starten van motor
• Zorg dat de bougie, de geluiddemper, de benzinedop en het luchtfilter (indien
aanwezig) aanwezig zijn en goed vastzitten.
• Probeer de motor niet te starten als de bougie verwijderd is.
• Als de motor verzuipt, zet de choke (indien aanwezig) in de stand OPEN/
DRAAIEN, zet de gashendel (indien aanwezig) in de stand SNEL en start de
motor totdat deze aanslaat.
WAARSCHUWING
Oneigenlijk gebruik van de accu en de lader kan leiden tot elektrische schokken
of brand.
Tijdens het gebruik
• Houd de acculader droog. Stel het accupack niet bloot aan regen of natte
omstandigheden.
• Voorkom, om de kans op elektrische schokken te vermijden, dat er water in het
wisselstroomstopcontact komt.
• Voorkom kortsluiting; steek een object nooit in de accucontacten.
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN GIFTIG GAS. Motoruitlaatgassen bevatten koolmonoxide,
een giftig gas dat u binnen enkele minuten kan doden. U kunt het NIET zien,
ruiken of proeven. Ook al ruikt u de uitlaatgassen niet, u kunt toch worden
blootgesteld aan koolmonoxide. Als u zich tijdens het gebruik van dit product
misselijk, duizelig of zwak begint te voelen schakel het dan uit , stap er af en ga
METEEN de frisse lucht in. Raadpleeg een arts. Het kan zijn dat u koolmonoxide
vergiftiging heeft.
• Gebruik dit product ALLEEN buiten en ver weg van ramen, deuren en
ventilatieopeningen om te voorkomen dat kool monoxidegas zich kan verzamelen
en in deze bewoonde ruimten terecht kan komen.
• Plaats koolmonoxidemelders op batterijen of melders op netvoeding met
reservebatterij volgens de instructies van de fabrikant. Rookmelders kunnen geen
kool monoxide detecteren.
• Gebruik dit product NIET in huizen, garages, kelders, kruipruimten, schuurtjes
of andere gedeeltelijk afgesloten ruimten, ook niet met gebruik van ventilatoren
of met geopende deuren en of ramen als ventilatie. In deze ruimten kan snel
koolmonoxide worden gevormd en dit kan uren blijven hangen, zelfs als het
product al is uitgeschakeld.
• Plaats dit product ALTIJD met de wind mee en richt de motoruitlaat altijd van
gebruikte ruimtes weg.
OPGEPAST
Deze motor werd door Briggs & Stratton zonder olie op transport
gezet. Voordat u de motor start, moet u de motor met olie vullen volgens de
instructies in deze handleiding. Als u de motor zonder olie start, zal deze
onherstelbaar worden beschadigd. Dit valt niet onder de garantie.
Opmerking: Sommige apparaten hebben een afstandsbediening. Kijk in de betreffende
handleiding voor de locatie en de bediening van de afstandsbediening.
Controleer de motorolie. Zie het hoofdstuk Olie peil controleren .
1.
2.
Controleer of de batterijlade op de bovenzijde van de motor geen rommel bevat en
maak deze schoon met een borstel of doek als u rommel ziet. Monteer het accu
pak (B, Afbeelding 11) in de batterijlade bovenop de motor. Zorg er voor dat het
accupack goed is geïnstalleerd. Het accupack kan in sommige gevallen werken
als de sleutel van het apparaat.
Opmerking: Om een nieuwe accu werkend te maken is een eerste snelle oplading van
ongeveer tien (10) seconden vereist. Zie de sectie Wanneer de accu moet worden
opgeladen .
3.
Zorg ervoor dat aandrijvingsbedieningen, indien aanwezig, zijn ontkoppeld.
4.
Zet de brandstofafsluiter (D, Afbeelding 12), indien aanwezig, in de stand OPEN.
5.
Zet de gashendel (A, afbeelding 12), indien aanwezig, in de stand SNEL. Gebruik
de motor in de stand SNEL.
6.
Druk op de stopschakelaar (F, Afbeelding 12), indien aanwezig, in de stand AAN.
BRIGGSandSTRATTON.com
Publicité
