8
NL
14
16
15
door het mes meegenomen worden, van de machine weg kunnen schieten.
15. Steenbeschermkap of steenbeveiliging: deze wordt in plaats van de grasopvangbak ge-
monteerd en voorkomt dat eventuele voorwerpen die door het mes meegenomen worden
van de machine weg kunnen schieten.
16. Motor: brengt de beweging naar zowel het mes als de wielaandrijving over; de kenmerken
van de motor staan in een specifiek instructieboekje vermeld.
17. Accu: levert de nodige stroomvoorziening om de motor te kunnen starten; de kenmerken
van de accu staan in een specifiek instructieboekje vermeld.
18. Bestuurdersstoel: dit is de plek waarop de bestuurder plaats moet nemen om met de ma-
chine te kunnen werken; de stoel is uitgerust met een sensor die de aanwezigheid van de
bestuurder waarneemt met het oog op de werking van de veiligheidsinrichtingen.
19. Stickers met instructies en veiligheidsvoorschriften: attenderen u op de belangrijkste
maatregelen die getroffen moeten worden om op een veilige manier met de machine te kun-
nen werken; de betekenis ervan wordt in hoofdstuk 1 uitgelegd.
20. Toegangsdeurtje: om de bougie, de benzinekraan en de moer van de motorkap gemakke-
lijk te kunnen bereiken.
21. Afzuigrooster: bevordert de luchttoevoer binnen het maaidek en voorkomt het wegschieten
van eventuele voorwerpen aan de voorkant.
All manuals and user guides at all-guides.com
IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTENTEN
18
13
20
12
11
21
19
17