HASE Bikes TRIX Mode D'emploi page 12

TRIX
Veiller au réglage du parallélisme
Pour une meilleure stabilité en courbe, les roues arrière sont
inclinées (carrossage négatif). Comme le cadre n'est pas parallèle
à la chaussée, la voie se modifie lorsque la longueur du cadre
change de manière importante. Les roues n'étant plus parallèles
à la trajectoire, les frottements entre les roues et le revêtement
augmentent, occasionnant une perte de rendement et une usure
des pneus accrues. Les Trix avec réglage rapide du cadre sont
réglés de série pour une taille de 165 cm. L'écartement ne doit
être ajusté que si vous raccourcissez ou rallongez la longueur du
cadre de plus de 20 cm, si vous installez une fourche à suspension
ou si vous utilisez une roue avant d'une autre taille. Faites régler
la voie par un atelier spécialisé.
Réglage de la direction
Les mouvements du guidon sont transmis à la roue avant par une
biellette de direction (01). La biellette de direction est constituée
de deux tubes télescopiques coulissant l'un dans l'autre et fixés
par un collier de serrage. Après un changement du réglage du
Trix en longueur, le guidon doit être à nou-orienté correctement.
1. Desserrez les trois vis à six pans creux (02) du collier de
serrage sur la biellette de direction (côté gauche du Trik)
avec une clé Allen de 5 mm. Positionnez la roue avant sur
« tout droit » et maintenez-la dans cette position.
2. Orientez le guidon à la perpendiculaire du cadre principal.
3. Serrez la vis à six pans creux (02) du collier de la biellette de
direction avec une clé Allen de 5 mm.
4. Assurez-vous que rien n'empêche la direction de tourner
libre-ment à droite comme à gauche jusqu'en butée.
Attention !
Toute limitation du braquage de la direction peut être à
l'origine d'accidents corporels.
10
TRIX 04/21
A ( 1 : 2 )
A
D ( 1 : 2 )
A
L
Réglage à la taille du cycliste/ Aanpassing aan lichaamslengte
Wieluitlijning controleren
Voor meer stabiliteit in de bochten staan de wielen een beetje
schuin (negatief camber). Omdat het frame niet parallel aan de
weg loopt, verandert de uitlijning als de lengte van het frame
aanzienlijk wordt gewijzigd. De wielen staan dan niet meer
parallel aan het rijspoor, waardoor er meer wrijving ontstaat
tussen de wielen en de weg, en de rijweerstand en bandenslijtage
toenemen. De Trix met snelversteller is standaard afgesteld op
een lichaamslengte van 165 cm. De wieluitlijning hoeft alleen te
worden aangepast als u het frame met meer dan 20 cm inkort of
verlengt, een verende voorvork monteert, of een voorwiel met
een andere afmeting gebruikt. Laat de wielen uitlijnen door een
erkende fietsenmaker.
Stuurinrichting afstellen
De bewegingen van het stuur worden via een stuurstang (01)
overgebracht op het voorwiel. De stuurstang bestaat uit twee
verschuifbare, in elkaar geschoven buizen die met een klembout
worden vastgezet. Als de lengte van de Trix wordt gewijzigd,
moet het stuur opnieuw worden uitgelijnd.
1. Draai de inbusbout (02) op de stuurstang (linkerzijde van de
Trix) los met een 5 mm inbussleutel. Zet het voorwiel in de
stand "rechtdoor" en houd het in deze stand.
2. Houd het stuur in een rechte hoek ten opzichte van het
hoofdframe.
3. Draai de inbusbout (02) op de stuurstang vast met een
5 mm inbussleutel.
4. Controleer of het stuur vrij kan bewegen door het zo ver
mogelijk naar links en rechts te bewegen.
Let op!
E ( 1 : 5 )
Een beperkte bewegingsvrijheid van het stuur kan leiden
tot ongevallen en letsel.
01
L ( 1 : 5 )
A ( 1 : 2 )
D ( 1 : 2 )
F ( 1 : 5 )
T ( 1 : 5 )
U ( 1 : 5 )
www.hasebikes.com
L ( 1 : 5 )