CONTROLE VAN DE REINIGING VAN DE RIBBEN VAN DE RADIATEUR VAN DE DIESELMOTOR
1.
De afvalcontainer (7, Afb. G) legen; dit is niet nodig als de hoeveelheid afval minimaal is.
2.
Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond en trek de parkeerrem (13, Afb. E) aan.
3.
De afvalcontainer (7, Afb. G) omhoog brengen volgens de aanwijzingen in de betreffende paragraaf.
4.
Draai de contactsleutel (24, Afb. D) in stand 'UIT' en verwijder de sleutel.
5.
Blokkeer het per ongeluk dalen van de afvalcontainer door de twee blokkeerstangen (3, Afb. F) in te voegen. Ga te werk zoals
beschreven in de betreffende paragraaf.
6.
Open de bovenste zijkleppen links en rechts (9 en 28, Afb. G) door aan de stoppen (10) en (29) te draaien met de
meegeleverde sleutel.
7.
Verwijder de schroeven en verwijder het afdekpaneel van de motorruimte (11, Afb. F).
8.
Open de onderste zijklep links (11, Afb. G) door aan de stop (12) te draaien met de meegeleverde sleutel.
9.
Controleer de reiniging van de ribben van de radiateur van de dieselmotor zoals beschreven in de betreffende handleiding.
10.
Voer de punten 3 tot en met 8 in de omgekeerde volgorde uit.
CONTROLE VAN HET KOELVLOEISTOFPEIL VAN DE DIESELMOTOR
1.
Schakel de parkeerrem (13, Afb. E) in.
2.
Draai de contactsleutel (24, Afb. D) in stand 'UIT' en verwijder de sleutel.
3.
Benader met een geschikte trap de koelvloeistoftank (5, Afb. G).
LET OP!
Het koelcircuit staat onder druk; voer geen controles uit voordat de motor is afgekoeld en ook in dat geval
voorzichtig de dop (2, Afb. AQ) van de tank openen.
4.
Ga te werk zoals beschreven in de handleiding van de dieselmotor en controleer of het koelvloeistofpeil in de tank (1, Afb. AQ)
tussen de markeringen van het minimum- en maximumniveau staat. Schroef indien nodig de dop (2) los en vul bij.
5.
Bestanddelen van de koelvloeistof:
•
50% antivries AGIP
•
50% water
6.
Draai de dop (2, Afb. AQ) vast na het bijvullen.
VERVANGING VAN DE BRANDSTOFFILTER VAN DE DIESELMOTOR
1.
Schakel de parkeerrem (13, Afb. E) in.
2.
Draai de contactsleutel (24, Afb. D) in stand 'UIT' en verwijder de sleutel.
3.
Til de rechterklep aan de onderkant van de cabine (31, Afb. G) op door aan de stop (32) te draaien met de meegeleverde
sleutel.
4.
Open de onderste zijklep rechts (34, Afb. G) door aan de stop (35) te draaien met de meegeleverde sleutel.
5.
Vervang de brandstoffi lter (1, Afb. AP) van de dieselmotor zoals beschreven in de betreffende handleiding.
6.
Voer de punten 3 tot en met 5 in de omgekeerde volgorde uit.
VERVANGING VAN DE BRANDSTOFLUCHTFILTER VAN DE DIESELMOTOR
1.
Schakel de parkeerrem (13, Afb. E) in.
2.
Doe de motor uit door de contactsleutel (24, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.
3.
Open de bovenste zijklep rechts (28, Afb. G) door aan de stoppen (29) te draaien met de meegeleverde sleutel.
4.
Open de onderste zijklep rechts (34, Afb. G) door aan de stop (35) te draaien met de meegeleverde sleutel.
5.
Vervang het brandstofvoorfi lter (44, Afb. F) door de bandjes (2, Afb. AV) los te halen en de slangen (1) uit de aansluitingen van
de houder (3) te halen; daarbij kan brandstof naar buiten stromen.
6.
Vervang de houder (3, Afb. AV).
7.
Voer de punten 3 tot en met 5 in de omgekeerde volgorde uit.
VERVANGING VAN DE LUCHTFILTER VAN DE STUURCABINE
1.
De afvalcontainer (7, Afb. G) legen; dit is niet nodig als de hoeveelheid afval minimaal is.
2.
Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond en trek de parkeerrem (13, Afb. E) aan.
3.
De afvalcontainer (7, Afb. G) omhoog brengen volgens de aanwijzingen in de betreffende paragraaf.
4.
Draai de contactsleutel (24, Afb. D) in stand 'UIT' en verwijder de sleutel.
5.
Blokkeer het per ongeluk dalen van de afvalcontainer door de twee blokkeerstangen (3, Afb. F) in te voegen. Ga te werk zoals
beschreven in de betreffende paragraaf.
6.
Open de bovenste zijklep links (9, Afb. G) door aan de stop (10) te draaien met de meegeleverde sleutel.
7.
Draai met behulp van een geschikte ladder de schroef (1, Afb. AS) los en draai de sluiting (2).
8.
Verwijder de luchtfi lter (1, Afb. AT) van de cabine.
9.
Installeer de nieuwe fi lter (1, Afb. AT) met de pijlen (2) in de richting van de luchtstroom (naar boven toe).
10.
Voer de punten 3 tot en met 7 in de omgekeerde volgorde uit.
GEBRUIKSAANWIJZING
RS 851
33018305(3)2010-01 A
NEDERLANDS
39