CONTROLE VAN DE HOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPS
Voorbereidende handelingen
1.
Leeg de afvalcontainer (zoals in het hoofdstuk Gebruik
wordt aangegeven) om te voorkomen dat het gewicht van
het afval in de container invloed uitoefent op de controle
van de hoogte van de flaps.
2.
Zet de machine op een vlakke ondergrond die als
referentieoppervlak kan dienen om de hoogte van de flaps
te controleren.
3.
Draai de contactsleutel (51) naar '0' en schakel de
parkeerrem in.
Controle van de zijflaps
4.
Verwijder de klep links (14) en rechts (13) door de steunen
te draaien.
OPMERKING
De steunen van de klep rechts (13) moeten met
gereedschap worden gedraaid.
5.
Controleer of de zijflaps heel zijn (A, Afb. 18) en (B).
Vervang de flaps als er scheuren (C, Afb. 19) van meer dan
20 mm of breuken (D) van meer dan 10 mm in zitten (zie
de werkplaatshandleiding voor vervanging van de flaps).
6.
Controleer of de zijflaps (A, Afb. 18) en (B) 0 tot 3 mm van
de grond staan (E, Afb. 20).
Haal eventueel de moeren (F, Afb. 18) los en stel de stand
van de flaps af. Draai daarna de moeren (F) weer vast.
Controle van de voor- en achterflap
7.
Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende deel.
8.
Controleer de voorflaps (G, Afb. 21) en de achterflaps (H)
en (I) op beschadigingen.
Vervang de flaps bij scheuren (C, Afb. 19) van meer dan 20
mm of breuken (D) van meer dan 10 mm.
9.
Controleer of de voorflaps (G, Afb. 21) en de achterflaps (I)
de vloer lichtjes raken en of ze niet loskomen van de vloer
(J, Afb. 20).
10. Zie voor het vervangen van de flaps de betreffende
procedure in de werkplaatshandleiding.
Instelling
11. Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde
van demontage.
03/2016
GEBRUIKSAANWIJZING
E
G
1466465000 - SW5500, FLOORTEC R 985
A
F
B
Afbeelding 18
> 10 mm
> 20 mm
(> 0,4 in)
(> 0,8 in)
D
Afbeelding 19
0÷3 mm
(0÷0,12 in)
FRONT
Afbeelding 20
H
Afbeelding 21
NEDERLANDS
F
F
P100912
C
P100913
J
P100914
I
P100915
29