ONDERHOUD
De levensduur van de machine en de optimale veilige werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en regelmatig onderhoud.
Hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig onderhoud. De aangegeven perioden zijn afhankelijk van de specifi eke
werkomstandigheden en worden bepaald door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud.
LET OP!
De onderhoudswerkzaamheden moeten bij een uitgeschakelde machine worden uitgevoerd (de startsleutel moet
uit het contact zijn gehaald).
Lees echter eerst aandachtig de instructies in het hoofdstuk Veiligheid door, voordat u de
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
OPMERKING
Het display (17, Afb. D) is geprogrammeerd om een onderhoudsinterval dat verstreken is of binnenkort zal verstrijken te
signaleren en weer te geven met het symbool
(zie paragraaf Functies van het display).
Alle regelmatige of buitengewone onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel of bij een
bevoegd servicecentrum.
In deze handleiding staan na het onderhoudsschema alleen de eenvoudigste en meest voorkomende onderhoudsprocedures.
De procedures voor de onderhoudswerkzaamheden die niet in het vastgelegde onderhoudsschema staan, vindt u in de
servicehandleiding, die bij de verschillende servicecentra ligt.
Raadpleeg de betreffende handleidingen voor de geplande en bijzondere onderhoudswerkzaamheden van de volgende optionele
uitrustingen:
–
cameraset
ONDERHOUDSSCHEMA
Onderhoud
Controle oliepeil van dieselmotor
Controle oliepeil hydraulische systeem
Reiniging van het luchtfi lter van de motor
Reiniging cycloonblok van het luchtfi lter
Controle/reiniging ribben radiateur van de
dieselmotor
Controle koelvloeistofpeil dieselmotor
Controle ribben olieradiateur van het
hydraulische systeem
Controle van het vloeistofpeil van de accu's
Reiniging afvalcontainer, fi lters en
aanzuigslang, controle pakkingen en smering
lagers ventilator
Reiniging spuitmonden en fi lters waterstralen
Controle remoliepeil
Controle werking van geluidssignaal achteruit
en eventuele afstelling van sensor
Veiligheidscontrole bij niet starten dieselmotor,
met gaspedaal ingeschakeld
Reiniging brandstoffi lter dieselmotor
Reiniging ribben radiateur van de dieselmotor
Controle bandenspanning
Controle hoogte en werking van aanzuigmond
en fl ap
Controle en instelling van de positie van de
zijborstels
Controle en instelling van de positie van de
derde borstel
. De onderhoudsintervallen worden om de 150 en 500 uur gesignaleerd
Elke 10 uur
Elke 150
Na 50 uur
en voor het
gebruik
(1) (8)
RS 851
GEBRUIKSAANWIJZING
Elke 300
Elke 500
uur
uur
uur
(8)
(1)
33018305(3)2010-01 A
NEDERLANDS
Elke
Elke
Langere
1.000 uur
2.000 uur
perioden
29