In de standaard Puls Modus zal het toestel altijd bij iedere inademing dezelfde hoeveel-
heid zuurstof afgeven, ongeacht de adem frequentie. Dit kan ten koste gaan van de bat-
terij capaciteit bij hoge adem frequenties. In de Eco Modus zal echter een vast volume
zuurstf afgegeven worden per minuut ona ankelijk van de adem frequentie en zal de
batterij lading maximaal meegaan.
7.6. BATTERIJKNOP
Met de batterijknop
herhaaldelijk op de knop te drukken, kunt u door alle informatie bladeren.
• Eerst wordt informatie over de batterijmeter voor beide batterijen (of één batterij als er
slechts één is geplaatst) weergegeven
• Daarna wordt alleen de batterijmeter voor de batterij in het eerste vak weergegeven
, en vervolgens het aantal oplaadcycli op de batterij in het eerste vak
.
• Tenslotte worden de batterijmeter en oplaadcycli voor de batterij in het tweede vak
weergegeven
Als er zich in één van de vakken geen batterij bevindt, dan wordt er een vraagteken
weergegeven in plaats van de batterijmeter en het aantal cycli. Nadat voor de vijfde keer
op de batterijknop is gedrukt, schakelt het scherm terug naar het hoofdscherm en geeft
de huidige stroominstelling weer. Het scherm verlaat ook automatisch het batterijstatus-
menu en keert terug naar het scherm met de belangrijkste stroominstelling na ongeveer
15 seconden of als er geen knoppen worden ingedrukt.
7.7. OP ALARMEN REAGEREN
VOORZORGSMAATREGEL: Als u geen alarmen kunt horen of zien, geen normale tastzin
hebt of ongemak niet tot uitdrukking kunt brengen, raadpleeg dan een arts voor u dit
apparaat gaat gebruiken.
Door op een willekeurig moment op de
De duur van de dempperiode is a ankelijk van de ernst van het alarm (zie hoofdstuk
9. Alarmindicatoren). Tijdens deze dempperiode blijft de demp-LED branden om aan
te geven dat de alarmzoemer is gedempt. Druk nog een keer op de dempknop om de
demping van alarmen op te he en. Als u op de dempknop drukt wanneer er geen actief
alarm is, dan zullen alle toekomstige alarmen met gemiddelde of lage prioriteit gedu-
rende acht uur worden gedempt. Zie hoofdstuk 9. Alarmindicatoren en hoofdstuk 10.
Problemen Oplossen voor aanvullende informatie over alarmen.
BELANGRIJK: Het alarmsysteem wordt getest tijdens de opstartprocedure. Alle alarm-
lampjes moeten kort gaan branden en de hoorbare alarmindicator moet een tjirptoon
laten horen. Als u vermoedt dat alarmen niet goed werken, neem dan contact op met uw
leverancier om de werking van de alarmen te laten controleren.
kunt u de status van de batterij of batterijen controleren. Door
161/370
.
.
te drukken, wordt de zoemer gedempt.
NL