6.5 - Inspectie en afstelling van de remmen
OPMERKING : elke afstelling van de remmen moeten gebeuren als de takel niet belast is.
Naarmate het gebruik van de takel, kan de slijtage van de remaccessoires het glijden van de last veroorzaken die dan niet langer goed vast-
gehouden wordt; onmiddellijke vervanging is noodzakelijk. Als de last glijdt dan moet deze last onmiddellijk op de grond geplaatst worden. De
rem moet gecontroleerd en afgesteld worden door een bevoegd persoon of in een door TRACTEL goedgekeurd herstellingsatelier.
Specificaties:
• De normale afstand tussen de pakkingen van de steunplaten van de schijven en de solenoïde moet liggen tussen 0,50 en 1 mm maximaal.
• Bij normale gebruiksomstandigheden moeten de remmen om de 1000 à 1500 bedrijfsuren afgesteld worden.
OPMERKING : voor een preliminaire controle van de slijtage van de remmen moet u beschikken over tussenstuk-
1) Plaats het tussenstuk van 0,5 mm tussen de steunplaat van de schijf (n°2) en de solenoïde (n°1). Als het tussenstuk niet houdt, dan is de
afstand van de remmen onvoldoende. Ga verder met de Procedure voor het afstellen van de afstand van de remmen.
2) Plaats het tussenstuk van 1,0 mm tussen de steunplaat van de schijf (n°2) en de solenoïde (n°1). Als het tussenstuk niet houdt, dan is de
afstand van de remmen te groot of zijn de remmen versleten. Ga verder met de Procedure voor het afstellen van de afstand van de remmen.
Breng nooit smeermiddel of olie aan op de wrijvingsoppervlakte van de rem. Verwijder en reinig alle sporen van smeermiddelen.
Afstellen van de afstand van de remmen
1) Ontkoppel de voeding van de takel.
2) Open de takel door de kap tegengesteld aan de voeding te verwijderen. De rem bevindt zich aan de rechterkant.
3) Verwijder de 2 veiligheidsplaten (n° 3) door de vier bevestigingsschroeven en ringen los te schroeven (n° 4).
4) Plaats een tussenstuk van 0,5 mm tussen de steunplaat (n° 2) en de solenoïde (n° 1). Zet de vier afstelschroeven vast met de moeren
(n° 5) op dezelfde manier. De afstand is nu correct afgesteld.
5) Schroef de vier afstelschroeven los (n° 5) door ze met een 1/6 slag te draaien en verwijder het tussenstuk. Zet de vier schroeven (n° 5)
opnieuw vast door ze met een 1/6 slag te draaien om ze in positie te zetten.
6) Plaats de veiligheidsplaten (n°3) terug en schroef de vier bevestigingsschroeven en ringen (n°4) opnieuw vast.
7) Plaats de kap terug en sluit de takel aan op de voeding.
NL
OPMERKING : slecht versleten, gekraste of vervormde remschijven moeten vervangen worden. Raadpleeg de pro-
1) Ontkoppel de voeding van de takel.
2) Zet het frame van de takel in verticale positie om het remgeheel in horizontale positie te plaatsen.
3) Verwijder de twee veiligheidsplaten (n° 24.6) door de vier bevestigingsschroeven en de ringen los te schroeven (n° 24.7/24.8).
4) Verwijder de vier moeren (n° 24.9) waardoor u de solenoïde (n° 24.10) en de acht veren (n° 24.4/24.5) kan uithalen door ze te doen glijden.
Zorg ervoor, bij het verwijderen van de solenoïde, dat u de elektrische draden niet beschadigt.
5) Verwijder de steunplaat van de schijf (n° 24.3) en vervolgens de remschijf (n° 24.2).
6) Installeer de nieuwe remschijf en het remgeheel.
7) Stel de afstand van de remmen opnieuw af (raadpleeg hiervoor de Procedure voor het afstellen van de afstand van de remmen). Een nor-
male afstand moet liggen tussen 0,5 en 1 mm.
8) Plaats de twee veiligheidsplaten (n° 24.6) terug en schroef de vier bevestigingsschroeven en de ringetjes (n° 24.7/24.8) weer vast.
OPMERKING : Als, na het afstellen van de remmen, de afstand tussen de solenoïde en de steunplaat van de schijf
6.6. Inspectie- en controletabel van de smering
De controles, aangegeven in de onderstaande tabel, moeten toegevoegd worden aan de periodieke inspecties, opgelegd door de nationale,
regionale en locale normen en reglementeringen. Deze tabel is ter informatie gegeven, enkel als de takel conform de gebruiksfactor en onder
normale bedrijfsomstandigheden gebruikt wordt.
Als de uitrusting intensiever gebruikt wordt, bij slechte omstandigheden of als de last de maximale nominale last nadert, is het raadzaam de
inspecties vaker uit te voeren.
Zie bladzijde 48.
6.7. Afstellen van de frictiekoppeling
Alleen een specialist kan deze bewerking uitvoeren. De frictiekoppeling is een veiligheidsinrichting en werd ontworpen om de machine tegen
overbelasting te beveiligen.
De afstelling in het fabriek ligt tussen 110% min en 160% max van het toegestane gewicht. Conform de EN-reglementeringen.
De gebruiker van de takel of van de takel met trolley mag de machine niet gebruiken voor het hijsen van een last die meer bedraagt dan het
maximaal toegestane gewicht.
Het is strikt verboden een last te hijsen van meer dan het maximaal toegestane gewicht W.L.L./C.M.U.
De gebruiker van de takel of van de takel met trolley moet het maximaal toegestane gewicht, aangegeven op de instructieplaat aan de zijkant
van het toestel, respecteren.
De afstelling van de frictiekoppeling moet door een door de TRACTEL GROUP erkend atelier uitgevoerd worden. Deze lijst moet bij uw ver-
deler aangevraagd worden.
De frictiekoppeling kan alleen met een speciaal werktuig afgesteld worden. (Raadpleeg het dichtstbijzijnde onderhoudatelier van TRACTEL).
ken van 0,5 mm en 1 mm.
cedure voor de vervanging van de remschijf op de volgende bladzijde.
meer dan 1 mm bedraagt, dan moet de remschijf vervangen worden.
OPGELET
46