Voor functies en programmering:
zie Tabel 2 configuratie digitale ingangen IN1, IN2, IN3
1.10 HOE GAAT U TE WERK BIJ DE EERSTE INSCHAKELING
Na een correcte installatie van de hydraulische en elektrische systemen, kunt u de ACTIVE DRIVER voeding
geven.
In het display verschijnt de tekst "ZF" en na enkele seconden wordt de foutconditie "EC" aangegeven.
Om de ACTIVE DRIVER te laten starten, is het noodzakelijk de streefstroomwaarde van de elektropomp in te
stellen. De defaultwaarde waarop de frequentie is ingesteld is 50Hz.
Hieronder volgt een beschrijving van de stappen die moeten worden uitgevoerd om de belangrijkste parameters
in te stellen en een eerste start uit te voeren:
1.11 INSTELLING VAN DE NOMINALE STROOM "rC"
De parameter "rC" is de parameter waarin de amperometrische beveiliging van de motor wordt vastgelegd. Houd
de toetsen "MODE" en "SET" en "–" tegelijk ingedrukt, tot het opschrift "rC" in het display verschijnt.
Stel de waarde met behulp van de toetsen "+" en "-" in volgens de gegevens op het kenplaatje van de
elektropomp.
Deze waarde is de nominale stroom van de elektropomp, uitgedrukt in Ampère.
Voor de modellen A.D M/T wordt de stroomwaarde voor driefase 230V gebruikt. Voor de modellen
A.D. T/T wordt de stroomwaarde voor driefase 400V gebruikt.
Als de ingestelde parameter lager is dan de correcte waarde, zal gedurende de werking de fout "oC" verschijnen
zo gauw de ingestelde stroom voor een bepaalde tijd wordt overschreden.
Als de ingestelde parameter hoger is dan de correcte waarde, zal de amperometrische beveiliging op oneigenlijke
wijze actief worden wanneer de veiligheidsdrempel van de motor wordt overschreden.
1.11.1 Instelling van de nominale frequentie "Fn"
Vanuit de parameter "rC" eenmaal op de toets MODE drukken, in het display verschijnt de nominale frequentie
van de elektropomp "Fn". Als de frequentie gewijzigd moet worden, de toets "+" tenminste 3 seconden
ingedrukt houden en de waarde veranderen met de toetsen "+" en "-". De juiste waarde voor "Fn" vindt u op het
kenplaatje van de elektropomp.
Een onjuiste configuratie van de werkfrequentie van de elektropomp kan beschadiging van de
elektropomp zelf veroorzaken.
1.11.2 Instelling van de draairichting
Vanuit de parameter "Fn" op de toets MODE drukken om de stroom- en frequentie-instellingen te activeren en
doorgaan naar het volgende punt, "rt". Op dit punt is de ACTIVE DRIVER gereed om te starten.
Een gebruiker openen om de elektropomp te laten draaien.
Als de draairichting correct is, doorgaan naar de instelling van de Set Point druk, anders de draairichting van de
motor omkeren met behulp van de toetsen "+" en "-" (deze functie is ook actief bij ingeschakelde motor).
1.11.3 Instelling van de setpoint druk
Houd de toetsen MODE en SET tegelijk ingedrukt tot het opschrift "SP" in het display verschijnt. In deze
condities kunt u met behulp van de toetsen "+" en "-" de waarde van de gewenste druk respectievelijk verhogen
of verlagen. Druk op SET om terug te keren naar de normale werkingsstatus.
1.12 WERKING: MENU
Hieronder volgt een beschrijving van de beschikbare menu's van de ACTIVE DRIVER en van alle punten
die deze menu's bevatten.
Indien er zich gedurende deze fase een fout of een storing voordoet, wordt het display niet gewijzigd.
Afhankelijk van het type fout kan de elektropomp uitschakelen. Het blijft echter mogelijk de gewenste
kalibratie uit te voeren. Om te weten welk type fout zich heeft voorgedaan, moet u terugkeren naar de
modus waarin de werkingsstatus wordt weergegeven, door op de toets SET te drukken. U kunt een
reset proberen uit te voeren door tegelijkertijd op "+" en "-" te drukken.
1.13 WERKING : MENU PARAMETERS VOOR DE GEBRUIKER
U krijgt toegang tot dit menu door de toetsen "MODE" en "SET" 2 seconden ingedrukt te houden
1.13.1 SP: Instelling van de set point druk (in bar)
Vanuit de normale werkingsstatus de toetsen "MODE" en "SET" tegelijkertijd ingedrukt houden tot het
opschrift "SP" in het display verschijnt. In deze condities kunt u met behulp van de toetsen "+" en "–" de
waarde van de gewenste druk respectievelijk verhogen of verlagen.
Druk op "SET" om terug te keren naar de normale werkingsstatus.
Op de ACTIVE DRIVER kan naast de bedrijfsdruk nog een andere waarde worden ingesteld:
"rP": dit is de drukverlaging, ten opzichte van "SP", die leidt tot het starten van de elektropomp.
NEDERLANDS
87