Het RVS-reinigingsmiddel is verkrijgbaar bij de klan-
tenservice of in de vakhandel.
4.
Met een zachte doek nadrogen.
15.5 Bedieningspaneel reinigen
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan het bedieningspaneel be-
schadigen.
▶
Het bedieningspaneel nooit nat afnemen.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen. → Pagina 138
2.
Het bedieningspaneel met een microvezeldoek of
een zachte, vochtige doek reinigen.
3.
Met een zachte doek nadrogen.
15.6 Ruiten van de deur schoonmaken
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan de deurruiten beschadi-
gen.
▶
Geen schraper gebruiken.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen. → Pagina 138
2.
Reinig de deurruiten met een vochtige vaatdoek een
glasreiniger.
Opmerking: Donkere plekken bij de ruiten van de
deur, lijkend op vegen, zijn lichtreflecties van de ver-
lichting van de binnenruimte.
3.
Met een zachte doek nadrogen.
15.7 Deurgreep reinigen
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen. → Pagina 138
2.
De deurgreep met warm zeepsop en een zacht
schoonmaakdoekje reinigen.
Opmerking: Als er ontkalkingsmiddel op de deur-
greep komt, direct afnemen. Anders ontstaan er mo-
gelijk vlekken die niet meer verwijderd kunnen wor-
den.
3.
Met een zachte doek nadrogen.
15.8 Deurafdichting reinigen
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan de deurafdichting bescha-
digen.
▶
Gebruik geen metalen schraper of schraper voor vi-
trokeramische kookplaat voor het reinigen.
▶
Geen schurende reinigingsmiddelen gebruiken.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen. → Pagina 138
2.
Reinig de deurafdichting met heet zeepsop en een
zachte vaatdoek.
3.
Met een zachte doek nadrogen.
15.9 Roestvrijstalen oppervlakken reinigen
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen. → Pagina 138
2.
Met een schoonmaakdoekje en warm zeepsop reini-
gen.
3.
Met een zachte doek nadrogen.
4.
Na de reiniging de positie van de deurdichting con-
troleren.
15.10 Binnenruimte reinigen
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan de binnenruimte beschadi-
gen.
▶
Gebruik geen ovenspray, geen schuurmiddelen of
andere agressieve reinigingsproducten voor de
oven.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen. → Pagina 138
2.
Met warm zeepsop of azijnwater reinigen.
3.
Gebruik bij sterke verontreiniging ovenreiniger.
Ovenreiniger uitsluitend in een koude binnenruimte
gebruiken.
Tip: Om onaangename geuren te verhelpen, een
kopje water met een paar druppels citroensap ge-
durende 1 tot 2 minuten met maximaal magnetron-
vermogen verwarmen. Om kookvertraging te vermij-
den altijd een lepel er in plaatsen.
4.
De binnenruimte met een zachte doek afnemen.
5.
De binnenruimte met geopende deur laten drogen.
15.11 Accessoires reinigen
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen. → Pagina 138
2.
Ingebrande etensresten met een vochtige vaatdoek
en heet zeepsop losweken.
3.
De accessoires met heet zeepsop en een vaatdoek
of een afwasborstel reinigen.
4.
De roest met RVS-reiniger of in de vaatwasser reini-
gen.
Gebruik bij sterke verontreiniging een RVS-spiraal-
spons of ovenreiniger.
5.
Met een zachte doek nadrogen.
15.12 Zelfreinigende oppervlakken
schoonmaken
De achterkant van de binnenruimte beschikt over een
zelfreinigende katalytische laag. Spatten van het bak-
ken en braden worden door deze laag opgezogen en
afgebroken terwijl het apparaat in gebruik is. Daarom
hoeft u dit gedeelte niet te reinigen.
LET OP!
Ovenspray op de zelfreinigende oppervlakken bescha-
digt de oppervlakken.
▶
Geen ovenspray op de zelfreinigende oppervlakken
gebruiken. Wanneer er toch ovenspray op deze op-
pervlakken terechtkomt, direct afnemen met water
en een vaatdoekje. Niet wrijven en geen schurende
reinigingshulp gebruiken.
Vereiste: De binnenruimte is afgekoeld.
▶
Bruine of witte resten dan met water en een zachte
spons verwijderen.
Opmerking: Tijdens het gebruik kunnen er roodachtige
vlekken op de oppervlakken ontstaan. Hierbij gaat het
niet om roest, maar om vlekken van levensmiddelen.
Deze vlekken zijn niet schadelijk voor de gezondheid
en hebben geen invloed op het reinigende vermogen
van de zelfreinigende oppervlakken.
Reiniging en onderhoud nl
139