nl Magnetron
Niet geschikt voor de magnetron
Vormen en accessoires
Vormen van metaal
Servies met goud- of zil-
verdecor
8.2 Vormen testen op hun
magnetronbestendigheid
Controleer m.b.v. een serviestest of vormen geschikt
zijn voor de magnetron. Het apparaat mag alleen bij
een serviestest met gebruik van de magnetronfunctie
zonder gerechten worden gebruikt.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke onderde-
len heet.
▶
De hete onderdelen nooit aanraken.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
1.
De lege vorm in de binnenruimte plaatsen.
2.
Het apparaat gedurende ½ - 1 minuut instellen op
de maximale vermogensstand.
3.
In werking stellen met
4.
De vorm meerdere keren controleren:
– Wanneer de vorm koud of handwarm is, dan is
deze geschikt voor de magnetron.
– Wanneer de vorm heet is of er vonken ontstaan,
dan de serviestest afbreken. De vorm is dan niet
geschikt voor de magnetron.
8.3 Magnetronvermogen
Hier vindt u een overzicht van de magnetronvermogens
en het gebruik ervan.
Magnetronvermo-
Gebruik
gen in watt
90
Gevoelige gerechten ontdooi-
en.
180
Gerechten ontdooien en verder
bereiden.
360
Vlees en vis klaarmaken of ge-
voelige gerechten opwarmen.
600
Gerechten verwarmen en berei-
den.
1000
Verwarmen van vloeistoffen.
Opmerkingen
¡ Bij elke magnetronstand stelt het apparaat een duur
voor. U kunt deze overnemen of in het betreffende
bereik wijzigen.
¡ Het maximale magnetronvermogen is alleen voor
het verwarmen van vloeistoffen bestemd. Ter be-
scherming van het apparaat wordt het maximale
126
Toelichting
Metaal laat geen micro-
golven door. De gerech-
ten warmen nauwelijks
op.
Microgolven kunnen
gouddecor en zilverdecor
beschadigen.
Tip: Wanneer door de fa-
brikant wordt gegaran-
deerd dat de vorm ge-
schikt is voor de magne-
tron, kunt u de vorm ge-
bruiken.
.
vermogen van de magnetron gedurende de eerste
minuten trapsgewijs tot 600 W gereduceerd. Het
maximale vermogen is na een afkoelperiode be-
schikbaar.
Voorgestelde waarden
Bij elk magnetronvermogen stelt het apparaat een tijds-
duur voor. U kunt de voorgestelde waarde overnemen
of in het betreffende bereik wijzigen.
8.4 Intervallen van de tijdinstellingen
Het interval bij het instellen van een tijdsduur bij mag-
netronfunctie wijzigt zich met de lengte van de tijds-
duur.
Gebruiksduur
0-1 minuten
1-3 minuten
3-15 minuten
15 minuten - 1 uur
1 uur - 1 uur 30 minuten
8.5 Magnetron instellen
LET OP!
Het gebruik van het apparaat zonder gerechten in de
binnenruimte leidt tot overbelasting.
▶
Start nooit de magnetron zonder dat er zich etens-
waar in de binnenruimte bevindt. Alleen een korte
serviestest vormt hierop een uitzondering.
1.
De Veiligheidsinstructies → Pagina 114 en de aan-
wijzingen ter voorkoming van materiële schade
→ Pagina 117 in acht nemen.
2.
Zet de functiekeuzeknop op
a Het apparaat is klaar voor gebruik. Op het display
wordt als voorgestelde waarde het maximale mag-
netronvermogen
weergegeven.
3.
Druk op
om het gewenste magnetronvermogen
in te stellen.
a Op het display wordt de magnetronstand gemar-
keerd en wordt een voorgestelde duur weergege-
ven.
4.
Met de draaiknop de gewenste tijdsduur instellen.
5.
In werking stellen met
U kunt de tijdsduur te allen tijde tijdens het bedrijf
met de draaiknop wijzigen.
a De tijdsduur loopt af en de magnetronfunctie start.
a De LED
brandt.
Opmerking: Als de duur verstreken is, beëindigt het
apparaat de magnetronfunctie en er klinkt een signaal.
8.6 Tijdsduur instellen
1.
Een functie instellen.
Interval
5 seconden
10 seconden
30 seconden
1 minuut
5 minuten
.
.