Textron RANSOMES Frontline 951 Plus Mode D'emploi page 104

ALGEMENE INSTRUCTIES
NL
STARTEN MET STARTKABELS
Om het gevaar van verwondingen te beperken als
vlakbij een accu wordt gewerkt:
– Altijd de ogen beschermen en zo min mogelijk
over de accu leunen.
– Stel een accu niet bloot aan open vuur of
vonken.
– Zorg ervoor dat alle accu's met vuldoppen juist
zijn gevuld met vloeistof.
– Zorg ervoor dat accuzuur niet in aanraking
komt met de ogen of de huid. Elk deel van het
lichaam dat in aanraking is geweest met
accuzuur onmiddellijk afspoelen met water en
medische hulp inroepen.
Volg elke stap van de instructies voor het starten
met startkabels op.
1. Zet een voertuig met een goede (geladen) accu
zo neer dat de startkabels kunnen worden
aangesloten, maar wel zo dat het geen contact
maakt met de machine met de lege accu. Zorg
ervoor dat de startkabels in goede staat
verkeren. Zet de ontsteking en alle elektrische
accessoires van beide voertuigen uit.
2. Zorg ervoor dat de startkabels geen andere
metalen delen raken, sluit één van de klemmen
van de startkabel aan op de positieve "+" (rode)
pool van één accu en de andere klem op de
positieve pool van de andere accu. Sluit nooit
een "+" (rode) pool aan op een negatieve "-"
(zwarte) pool.
3. Sluit één van de klemmen van de andere kabel
aan op de "-" (zwarte) pool van de goede
(geladen) accu. Maak de laatste aansluiting op
een dikke metalen beugel van de te starten
machine die niet in de buurt van de accu zit.
Zorg ervoor dat de kabels niet worden
opgepakt door onderdelen van de motor nadat
de motor is gestart.
4. Start het voertuig met de goede accu en
daarna de machine met de ontladen accu.
5. Maak de kabels in de omgekeerde volgorde
van het aansluiten los. Zorg er bij het loshalen
van elke klem voor dat deze niet in aanraking
komt met andere metalen delen als de
andere klem nog vast zit.
NL-10
RANSOMES Frontline 951 Plus
GEBRUIKERS INSTRUKTIE
ONDERHOUD EN OPSLAG
– Volg de onderhoudsvoorschriften van de
fabrikant op.
– Stel nooit iets aan de maaimachine af,
verander nooit de maaihoogte en verwijder
nooit de grasopvanger voordat de motor uit
staat en de messen niet meer draaien.
– Verander de instelling van de toerenregelaar
van de motor niet en laat de motor geen te
hoog toerental draaien.
– Zorg ervoor dat zich geen gras, bladeren en
overtollig vet ophoopt op de kappen van de
motor en de riemen. Opeenhopingen van
deze brandbare materialen kunnen brand
veroorzaken.
– Sla benzine of diesel op in een goedgekeurde
houder op een koele, droge plaats.
– Sla de machine en de brandstofhouders op in
een afgesloten opslagruimte om sabotage te
voorkomen en om te voorkomen dat kinderen
ermee spelen.
– Sla geen benzine/diesel of machines die
worden aangedreven door benzine/die-
selmotoren op in een afgesloten ruimte waar
verwarmingsapparaten, waakvlammen of wat
voor soort open vuur dan ook aanwezig is.
– Laat voor opslag de motor afkoelen en tap alle
brandstof uit tanks en houders af.
– De maximale veiligheid en de beste
maairesultaten worden alleen behaald als de
maaimachine goed wordt onderhouden en
gebruikt.