8.1
SNIJ-INRICHTING
Een botte snij-inrichting rukt het gras uit een
veroorzaakt de vergeling van het gazon.
Raak de snij-inrichting niet aan totdat de sleutel
verwijderd is en de snij-inrichting volledig stilstaat.
Alle handelingen die betrekking hebben op
de snij-inrichtingen (demontage, slijpen, in balans
brengen, herstelling, hermontage en/of vervanging)
vergen een specifieke vaardigheid en het gebruik van
geschikt gereedschap; uit veiligheidsoverwegingen
moeten deze handelingen daarom steeds uitgevoerd
worden in een Gespecialiseerd centrum.
Laat de beschadigde, geplooide of versleten snij-
inrichtingen steeds als geheel vervangen, samen met
de schroeven, om de balans te behouden.
BELANGRIJK Gebruik steeds originele
snij-inrichtingen, met de code aangegeven
in de tabel "Technische Gegevens".
Gezien de ontwikkeling van het product, kunnen
de snij-inrichtingen aangegeven in de "Technische
Gegevens" in de loop van de tijd vervangen worden
door andere, met soortgelijke eigenschappen voor wat
betreft verwisselbaarheid en functionele veiligheid.
9.
STALLING
Wanneer de machine gestald moet worden:
1.
Start de motor in open lucht en laat hem op het laagste
toerental draaien tot de stilstand, zodat alle in het
reservoir overgebleven brandstof opgebruikt wordt.
2.
Laat de motor afkoelen.
3.
Haal de kap van de bougie (afb.21.0).
4.
Reinig de machine zorgvuldig (par. 7.4).
Controleer of de machine geen schade
5.
vertoont. Contacteer, indien nodig, het
geautoriseerde dienstencentrum.
6.
Berg de machine op:
• In een droge ruimte.
• Beschermd tegen slechte weersomstandigheden.
• Indien mogelijk bedekt met een doek.
• Buiten bereik van kinderen.
• Na zich ervan verzekerd te hebben de sleutels of
werktuigen die voor het onderhoud gebruikt werden,
verwijderd te hebben.
10. HANTERING EN TRANSPORT
Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven,
vervoerd of overgeheld moet worden, moet men:
• Stop de machine (par. 6.5).
• Verzeker u ervan dat alle bewegende
delen volledig stilstaan.
• Haal de kap van de bougie (afb.21.0).
• Stevige werkhandschoenen dragen.
• De machine vastnemen op punten waar u een
stevige grip hebt, rekening houdend met het
gewicht en de spreiding van het gewicht.
• Een beroep doen op een toereikend aantal personen die
het gewicht van de machine kunnen heffen, volgens de
kenmerken van het transportmiddel of de plaats waar
de machine opgenomen of opgesteld moet worden.
• U ervan te verzekeren dat de bewegingen van de
machine geen schade of letsels veroorzaken.
Wanneer men de machine met een wagen of
aanhangwagen vervoert, moet men:
• Opritten gebruiken met geschikte
weerstand, breedte en lengte.
• De machine laden met de motor uitgeschakeld,
en ze op de oprit duwen met behulp van
een geschikt aantal personen.
• De snijgroep omlaag brengen (par 5.6).
• De machine zo plaatsen dat ze geen gevaar veroorzaakt.
• Ze stevig aan het vervoersmiddel bevestigen met
koorden of kettingen om te vermijden dat ze kantelt.
11. ASSISTENTIE EN HERSTELLINGEN
Deze handleiding verstrekt alle gegevens die u
nodig hebt om de machine te kunnen gebruiken
en om er op de juiste manier eenvoudige
onderhoudswerkzaamheden aan te kunnen verrichten,
die de gebruiker zelf kan uitvoeren. Alle afstellingen
en onderhoudshandelingen die niet beschreven zijn
in deze handleiding moeten uitgevoerd worden door
uw Verkoper of in een gespecialiseerd Centrum dat
beschikt over de nodige kennis en uitrustingen om
de werken correct uit te voeren, met respect voor het
oorspronkelijk niveau van veiligheid van de machine.
Handelingen die in niet geschikte structuren of door
onbekwame personen uitgevoerd werden, doen
elke vorm van garantie en alle verplichtingen of
aansprakelijkheid van de Fabrikant vervallen.
• Enkel de geautoriseerde dienstencentra mogen
de herstellingen en onderhoudsingrepen
in garantie uitvoeren.
• De geautoriseerde dienstencentra gebruiken
enkel originele wisselstukken. De originele
wisselstukken en toebehoren werden
speciaal voor de machines ontwikkeld.
• Niet originele wisselstukken en toebehoren zijn
niet goedgekeurd; het gebruik van niet originele
wisselstukken en toebehoren brengt de veiligheid
van de machine in gevaar en ontheft de Fabrikant
van alle verplichtingen en aansprakelijkheden.
12. GARANTIEDEKKING
De garantiedekking is enkel bestemd voor de
consumenten, d.w.z. niet professionele bedieners.
De garantie dekt alle kwaliteits- en fabricagefouten die
tijdens de garantieperiode door uw Wederverkoper of
door een gespecialiseerd Centrum vastgesteld worden.
De toepassing van de garantie is beperkt tot de herstelling
of vervanging van het defect geachte onderdeel.
Men raadt aan de machine eens per jaar aan
een geautoriseerd dienstencentrum toe te
vertrouwen voor het onderhoud, assistentie en
controle van de veiligheidsinrichtingen.
De toepassing van de garantie is ondergeschikt
aan een regelmatig onderhoud van de machine.
De gebruiker moet aandachtig de aanwijzingen volgen
die in de bijgevoegde documentatie verschaft is.
De garantie geldt niet voor schade te wijten aan:
• Onvoldoende kennis van de vergezellende
documentatie (Gebruiksaanwijzing).
NL - 11