aflaatbeveiliging (afb.10.B) omlaag is en geblokkeerd
is met de veiligheidshendel (afb.10.B).
2.
Plaats de opvangzak zoals aangegeven op de
afbeelding (afb.10.C). Plaats de zijdelingse pinnen in
de geleiders aan de basis van de steel (afb.10.D) en
duw de zak vooruit tot u een "klik" hoort (afb.10.E).
• Type "II"
1.
Plaats de achterste aflaatbeveiliging (afb.11.A)
omhoog en bevestig de opvangzak correct
door de zijdelingse pinnen in de geleiders op
de basis van de steel te steken (afb.11.B).
b.
Voorbereiding voor het maaien en aflaat
van het gras op de grond achteraan:
1.
De opvangzak ledigen.
2.
Hef de achterste aflaatbescherming op
(afb.12.A) en haak de achterste aflaatdeflector
vast (afb.12.B) in de voorziene openingen,
en verzeker u ervan dat hij stabiel is.
3.
Bij de modellen met mogelijkheid tot zijdelings
aflaten: verzeker u ervan dat de zijdelingse
aflaatbeveiliging (afb.12.C) omlaag is en geblokkeerd
is met de veiligheidshendel (afb.12.D).
Om de achterste aflaatdeflector te verwijderen:
1.
Til de achterste aflaatbeveiliging op (afb.12.A).
Hef de achterste aflaatdeflector op en haak
2.
hem los uit de openingen (afb.12.B).
c.
Voorbereiding voor het maaien en fijnmalen
van het gras (functie "mulching"):
1.
Hef de achterste aflaatbescherming
(afb.13.A) op en plaats de deflectordop
(afb.13.B) in de aflaatopening.
2.
Bij de modellen met mogelijkheid tot zijdelings
aflaten: verzeker u ervan dat de zijdelingse
aflaatbeveiliging (afb.12.C) omlaag is en
geblokkeerd is met de veiligheidshendel (afb.12.D).
Om de deflectordop te verwijderen:
Til de achterste aflaatbeveiliging op (afb.13.A).
1.
2.
Verwijder de deflectordop (afb.13.B).
d.
Voorbereiding voor het maaien en
zijdelingse aflaat van het gras op de grond :
1.
Hef de achterste aflaatbescherming
(afb.14.A) op en plaats de deflectordop
(afb.14.B) in de aflaatopening.
2.
Duw zachtjes op de veiligheidshendel
(afb.14.C) en hef de zijdelingse
aflaatbeveiliging (afb.14.D) op.
3.
Plaats de zijdelingse aflaatdeflector (afb.14.E).
4.
Hersluit de zijdelingse aflaatbeveiliging
(afb.14.D) zodat de zijdelingse
aflaatdeflector (afb.14.E) geblokkeerd is.
Om de achterste aflaatdeflector te verwijderen:
5.
Duw zachtjes op de veiligheidshendel
(afb.14.C) en hef de zijdelingse
aflaatbeveiliging (afb.14.D) op.
6.
Maak de zijdelingse aflaatdeflector
los (afb.14.E).
Om de deflectordop te verwijderen:
1.
Til de achterste aflaatbeveiliging op (afb.14.A).
2.
Verwijder de deflectordop (afb.14.B).
6.1.3
Afstelling van de maaihoogte
Stel de maaihoogte af zoals aangegeven in (par. 5.6).
6.1.4
Afstelling van de steel
Doe dit enkel wanneer de snij-inrichting stil staat.
De hoogte van de steel kan op 3 verschillende
posities afgesteld worden, die aangegeven zijn door
de indicator op de basis van de steel (afb.15.A).
Om de hoogte van de steel te wijzigingen, moet
men beide hendels aan de zijkanten van de steel
gebruiken (afb.15.B), en ze op hun positie houden.
Breng de steel voorzichtig naar de gewenste
hoogte en laat beide hendels los.
Vanuit de werkpositie kan de steel
ook dichtgeplooid worden.
6.2
VEILIGHEIDSCONTROLES
Voer de volgende veiligheidscontroles uit en
controleer of de resultaten overeenstemmen
met wat aangegeven is in de tabellen.
Voer steeds de veiligheidscontroles uit vooraleer
de machine te gebruiken.
6.2.1
Algemene veiligheidscontrole
Object
Handgrepen
Steel
Snij-inrichting
Achterste
aflaatbescherming;
opvangzak
Zijdelingse
aflaatbescherming,
zijdelingse aflaatdeflector
NL - 7
Resultaat
Schoon, droog.
Correct en stevig aan
de machine bevestigd.
Schoon, niet beschadigd
of versleten.
ongeschonden. Geen
schade. Correct
gemonteerd.
ongeschonden. Geen
schade. Correct
gemonteerd.