4.
Stop motor. Dit wordt gebruikt
om de motor uit te schakelen.
OPMERKING Met start bij koude motor wordt
bedoeld een start na minstens 5 minuten dat de motor
uitgeschakeld is of na het bijvullen van brandstof.
5.3
TOESTEMMINGSHENDEL
INSCHAKELING SNIJ-INRICHTING
Dit is de hendel die de toestemming geeft voor
de inschakeling van de snij-inrichting.
De toestemming wordt gegeven wanneer de
hendel (afb.7.A) tegen de steel geduwd is.
Als u de toestemmingshendel (afb.7.A) loslaat, stop
de snij-inrichting, terwijl de motor blijft draaien.
5.4
HENDEL INSCHAKELING SNIJ-INRICHTING
Dit de hendel die de snij-inrichting inschakelt (afb.7.B).
Het mes moet men draaiende motor ingeschakeld worden.
Voor het inschakelenvan de snij-inrichting :
1.
Trek de toestemmingshendel
(afb.7.A) tegen de steel.
Druk de bedieningshendel (afb.7.B)
2.
resoluut helemaal aan en wacht tot hij
weer terug in de ruststand staat.
De beweging moet snel en
resoluut uitgevoerd worden om
het slippen en beschadigen van
de koppeling te vermijden.
BELANGRIJK Wanneer de machine voor de
eerste keer na de aankoop gebruikt wordt, raadt men
aan de sequentie voor het in- en uitschakelen van de
snij-inrichting 20 keer na elkaar te herhalen. Deze
procedure optimaliseert de werking van de koppeling.
5.5
BEDIENINGSHENDEL AANDRIJVING
Deze hendel schakelt de aandrijving aan de wielen
in en staat de voortbeweging van de machine toe.
1.
Aandrijving ingeschakeld. De
grasmaaier beweegt wanneer de hendel
tegen de steel geduwd is (afb.8.A). De
grasmaaier stopt met rijden wanneer
de hendel losgelaten wordt.
BELANGRIJK De motor moet steeds met
uitgeschakelde aandrijving gestart worden.
BELANGRIJK Om te vermijden de aandrijving te
beschadigen, mag men de machine niet achteruit
trekken met de aandrijving ingeschakeld.
5.6
AFSTELLING VAN DE MAAIHOOGTE
Door het chassis omlaag of omhoog te brengen, kan
het gras op verschillende hoogtes gemaaid worden.
Doe dit enkel wanneer de snij-inrichting stil staat.
• Regeling Type "I".
De afstelling van de maaihoogte wordt verkregen door
op de toets (afb.9.A) te drukken en het chassis op te
tillen of te laten dalen, met behulp van de handgreep
(afb.9.B), tot de gewenste positie bereikt is.
• Regeling Type "II".
De hoogteverstelling van de maaihoogte
gebeurt aan de hand van de daarvoor bestemde
hendel (afb.9.C) die de chassis omhoog of
omlaag brengt tot op de gewenste positie.
6.
GEBRUIK VAN DE MACHINE
De veiligheidsnormen die in acht genomen
moeten worden, zijn beschreven in hfdst. 2. Neem deze
aanwijzingen strikt in acht om geen ernstige risico's of
gevaren te lopen.
BELANGRIJK Voor de aanwijzingen met betrekking
op de motor en de accu (indien voorzien), verwijst
men naar de desbetreffende handleidingen.
6.1
VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN
Alvorens te beginnen met werken dienen er
enkele controles en handelingen uitgevoerd te
worden om er zeker van te zijn dat het werk op de
meest nuttige en veilige manier zal verlopen.
Plaats de machine horizontaal en stevig op het terrein.
6.1.1
Olie en benzine bijvullen
BELANGRIJK De machine wordt zonder
motorolie en brandstof geleverd.
Alvorens de machine voor de eerste keer na de aankoop
te gebruiken, moet men brandstof en olie bijvullen
volgens de werkwijzen en met inachtneming van de
voorzorgsmaatregelen die aangegeven zijn in de
Gebruiksaanwijzing van de motor en in de par. 7.2/7.3.
Voor eender welk gebruik
Controleer of er brandstof aanwezig is en controleer
het oliepeil volgens wat aangegeven is in de
Gebruiksaanwijzing van de motor en in de par. 7.2/7.3.
6.1.2
Voorbereiding van de machine voor het werk
OPMERKING Met deze machine kan men het gras
op verschillende wijzen maaien; vooraleer het werk aan
te vangen, raadt men aan de machine af te stellen al
naargelang de wijze waarop men het gras wil maaien.
a.
Voorbereiding voor het maaien en
opvangen van het gras in de opvangzak:
• Type "I"
1.
Bij de modellen met mogelijkheid tot zijdelings
aflaten: verzeker u ervan dat de zijdelingse
NL - 6