5. Als de E1-oorsensor niet goed in het oor past, is het beter om een herbruikbare sensor of kleefsensor van Masimo op een
andere meetplaats te gebruiken.
6. Zie afbeelding 3. Laat de patiënt zijn of haar hoofd draaien in tegengestelde richting van het oor waaraan de sensor is
bevestigd. Bevestig de kabel met het lipje aan de plakker. Verwijder de afdekstrip van de plakker. Bevestig de plakker op
de schouder van de patiënt, direct op de huid. Bevestig de plakker niet op de kleding van de patiënt.
C) De sensor op de patiëntenkabel aansluiten
1. Zie afbeelding 4. Richt het connectorlipje zodanig dat de kant met de "glimmende" contactpunten naar boven is gericht.
Richt de patiëntenkabel zodanig dat de kleurenbalk en de vingergrepen naar boven zijn gericht.
2. Zie afbeelding 5. Steek het sensorlipje in de patiëntenkabel, totdat u kunt horen of voelen dat de verbinding is gemaakt.
Trek voorzichtig aan de connectors om de verbinding te controleren. Er kan tape worden gebruikt om de kabel aan de
patiënt vast te zetten, wat de bewegingsvrijheid ten goede komt.
Opmerking: Wanneer u de toepassingsplaats wijzigt of de sensor opnieuw wordt aangebracht, moet u eerst de sensor opnieuw op de
toepassingsplaats aanbrengen en vervolgens de patiëntenkabel aansluiten op de sensor.
D) Stresstest en oefeningtest
1. Breng de E1-oorsensor bij de patiënt aan volgens de stappen in B (De sensor bij de patiënt aanbrengen).
Gebruik een hoofdband (niet afgebeeld) om onnodige bewegingen van de sensor tijdens overmatige beweging van de patiënt te
minimaliseren. Laat de sensorkabel onder de kin van de patiënt doorlopen en zet de kabel vast aan de hoofdband aan de kant van het hoofd
waar de oorsensor niet is aangebracht.
E) De sensor loskoppelen
Vanuit de patiëntenkabel:
1. Zie afbeelding 6. Trek flink aan de sensorconnector om deze uit de patiëntenkabel te verwijderen.
Opmerking: Om beschadiging te voorkomen, moet u aan de sensorconnector trekken en niet aan de kabel.
Van de patiënten:
1. Trek voorzichtig aan de plakker en verwijder deze van de schouder van de patiënt.
2. U verwijdert de E1-oorsensor uit het oor van de patiënt door de straler en de detector voorzichtig uit elkaar te trekken
en te verwijderen.
LET OP: Om ongemak bij de patiënt of schade aan de sensor te voorkomen, moet u de sensor niet uit het oor van de patiënt verwijderen
door aan de kabel te trekken.
LET OP: Laat de patiënt geen houding aannemen waardoor er extra druk komt te staan op de aangebrachte sensor.
LET OP: Week of dompel de sensor niet in vloeistoffen, om beschadiging te voorkomen. Niet steriliseren door middel van bestraling, stoom,
autoclaaf of ethyleenoxide.
SPECIFICATIES
Bij gebruik met Masimo RD SET-pulsoximetriemonitors, Masimo RD rainbow SET puls CO-oximetriemonitors of in licentie
met Masimo SET-pulsoximetriemodules of Masimo rainbow SET puls CO-oximetriemonitors en -patientenkabels, zijn tijdens
bewegingloze opnamen de specificaties van de RD E1-oorsensor als volgt:
Sensor
Lichaamsgewicht
Toepassingslocatie
SpO
-nauwkeurigheid, geen beweging
2
SpO
-nauwkeurigheid, lage perfusie
2
Hartfrequentieprecisie, geen beweging
Hartfrequentieprecisie, lage perfusie
OPMERKING: De A
-nauwkeurigheid wordt berekend op basis van het verschil tussen de apparaatmetingen en de refe-
RMS
ren tie metingen. Ongeveer twee derde van de apparaatmetingen valt binnen ± A
gecontroleerd onderzoek.
De precisie van Masimo SET-technologie is gevalideerd onder bewegingsloze omstandigheden door middel van onderzoeken met
1
menselijk bloed van gezonde mannelijke en vrouwelijke vrijwilligers met een lichte tot donkere huidpigmentatie in onderzoeken
naar geïnduceerde hypoxie binnen een bereik van 70%-100% SpO
laboratorium.
Masimo SET-technologie is gevalideerd voor nauwkeurigheid bij lage perfusie in laboratoriumonderzoeken vergeleken met een
2
Biotek Index 2-simulator en de Masimo-simulator met signaalsterkte van ten hoogste 0,02% en een percentage transmissie van ten
hoogste 5 % bij verzadiging van 70% tot 100%.
De precisie van Masimo SET-technologie is gevalideerd voor de hartfrequentie in het bereik van 25-240 bpm in laboratoriumtests
3
en daarin vergeleken met een Biotek Index 2-simulator en de Masimo-simulator met signaalsterkte van ten hoogste 0,02 % en een
transmissie van ten hoogste 5% bij een verzadiging van 70% tot 100%.
RD SET E1-oorsensor
> 30 kg
Oor
2,5%
1
2,5%
2
3 bpm
3
3 bpm
3
, die vervolgens werden vergeleken met een CO-oximeter in een
2
35
van de referentiemetingen in een
RMS
9025B-eIFU-0119