beveiligingsriem niet te laten gebruiken zonder de
controle van een voor de uitrusting verantwoordelijk
persoon.
5. Zuren, olie en benzine kunnen, in contact met de
veiligheids -steun en/of de beveiligingsriem, de
weerstand ervan aantasten. De polyamidevezels
van de veiligheidssteun en/of debeveiligingsriem
worden door deze producten aangetast. De
verslechtering van de vezels die hiervan het gevolg
NL
is, is niet altijd met het bloot oog waarneembaar.
6. Vermijd
onnodige
veiligheidssteun en/of de beveiligingsriem aan de
zon, berg op in de schaduw en beschermd tegen
vocht.
7. Vermijd wrijvingen van de veiligheidssteun en/
of de beveiligingsriem met scherpe kanten of met
schurende oppervlakken.
8. Berg de veiligheidssteun en/of de beveiligingsriem
op in een zak voor de beveiliging ervan en tijdens
het transport. TRACTEL
tas voor de levenslijn tempo 2 / tempo 3.
9. De spanner vereist geen enkel bijzonder onderhoud.
Een reiniging met zeepwater is echter aan te raden.
10. Het jaarlijks onderhoud en de herstellingen dienen
door TRACTEL
door een competent persoon, bevoegd erkend en
aangewezen door het bedrijfshoofd, uitgevoerd te
worden.
De technicus of het adviesbureau moet de risico's van
de installatie evalueren naar gelang de configuratie van
de plaats en de door de tempo 2 / tempo 3-levenslijn
te beveiligen activiteit tegen alle risico's op vallen van
hoogtes. Afhankelijk van deze risico's, moet deze: - de
bevestigingsmethodes (type, afmetingen, materialen)
van de tempo 2 / tempo 3-levenslijn rechtstreeks op
de draagstructuur of via verbindende tussenplaten
bepalen. De tempo 2 / tempo 3-levenslijn kan direct
worden
vastgemaakt
oppervlak van beton, staal of platina, afhankelijk
van het type oppervlak waarop het verankerd moet
worden. - de mechanische sterkte controleren van de
constructie op alle dragende verankeringspunten van
het oppervlak van installatie waarop de reddingslijn
moet worden bevestigd, en de compatibiliteit van
de structuur met de levenslijn tempo 2 / tempo 3 en
zijn functie.- dienovereenkomstig de locatie van de
verankeringspunten te bepalen op het oppervlak,
afhankelijk van de berekende reactie (intensiteit en
richting), - de PBM te bepalen die moet worden gebruikt
om te zorgen voor naleving van de voorschriften en
hun compatibiliteit met de levenslijn tempo 2 / tempo
3, rekening houdend met de configuratie de locatie
en luchtstroming die nodig zijn in alle delen van het
toepassingsgebied. Voor de berekening van de vrije
hoogte, dient rekening gehouden te worden met de
36
blootstelling
verschaft een aangepaste
®
, door een erkend reparateur of
®
8. Voorstudie
aan
een
ondersteunend
verticale doorbuiging van de verankeringspunten met
de punten die in alle mogelijke gevallen beïnvloed
kunnen worden door de val van de bedieners. - Stel
een beschrijving op van de zone van de site die door
de installatie moet worden gedekt en een beschrijving
van de installatie van de levenslijn tempo 2 / tempo 3
die met al zijn onderdelen geïnstalleerd moet worden,
en een plattegrond, afhankelijk van de configuratie van
de site. Het opstellingsplan moet toegangszones en
connecties op de levenslijn voorzien die vrij moeten
van
de
zijn van alle valrisico's. De voorafgaande studie dient
eventueel rekening te houden met de aanwezigheid
van elektrische installaties in de buurt van de installatie
van de levenslijn om de bescherming te verzekeren van
de bediener tegen deze installaties. Iedere wijziging van
de configuratie van de gedekte zone door de levenslijn
die consequenties kan hebben voor de veiligheid, of het
gebruik van de installatie, moet vooraf een revisie van
het onderzoek ondergaan, voordat de levenslijn wordt
gebruikt. Alle wijzigingen aan de installatie moeten
worden uitgevoerd door een technicus die over de
technische bekwaamheid beschikt om een nieuwe
veiligheidslijn te installeren. Tractel
beschikking om de voorbereidende studie uit te voeren
die nodig is voor de installatie van uw levenslijn
Tractel
SAS kan ook de PBM's verschaffen die nodig
®
zijn voor bescherming tegen vallen van hoogten en kan
u helpen met de installaties of installatieprojecten.
9. Contra-indicaties voor gebruik
Het is verboden:
1. de levenslijn tempo 2 / tempo 3 te gebruiken buiten
het kader van een valbeveiligingssysteem,
2. de levenslijn tempo 2 / tempo 3 te gebruiken als
ophangmiddel van de gebruiker of van een andere
last,
3. de levenslijn tempo 2 / tempo 3 te gebruiken als
deze slecht of niet opgespannen is of als de
installatiehoek op het horizontaal vlak groter is dan
15° (fig 5).
4. een levenslijn te gebruiken die een val gestopt
heeft, zonder dat dit toestel gecontroleerd en getest
werd na de val door de fabrikant of door een door
de fabrikant erkend reparateur, d'accrocher le
support d'assurage en formant une boucle fermée
par un connecteur sur l'ancrage structurelle (fig.3),
5. om de verankering op te hangen door een gesloten
lus te vormen door een connector op de structurele
verankering": (afb.3),
6. om de AS30S-riem in de veiligheidsknoop te
gebruiken (afb.2),
7. zich op de tijdelijke levenslijn te koppelen met een
PBM conform de norm EN 360 of met een EN-norm
EN 353-2 als de fabrikant van deze uitrusting het
gebruik ervan niet schriftelijk heeft goedgekeurd
S.A.S. staat tot uw
®