8.
Na het indrukken van een willekeurige toets verandert de schermtekst in de oorspronkelijke mededeling:
9.
Zet aan het einde van de afstelbewerking de programmeereenheid uit en neem de stekker van het netsnoer uit
de stroombron.
Klepaanpassing: geïmplanteerde-klepmodus
1.
Voer voor het opstellen en aanzetten van de apparatuur de aanwijzingen uit die worden beschreven in Het
VPV systeem bedrijfsklaar maken.
2.
Druk voor selectie van de geïmplanteerde-klepmodus op de modusselectietoets totdat de LED onder het
pictogram voor de geïmplanteerde-klepmodus oplicht. De programmeereenheid laat een piepsignaal horenen
op het LCD-scherm verschijnt de volgende tekst:
3.
Druk op de beoogde drukwaarde-selectietoets op het voorpaneel. De programmeereenheid laat een
piepsignaal horen; de met de toets corresponderende LED licht op en de lampjes op de transmitter
gaan branden. Tegelijk verandert de schermweergave in:
4.
Palpeer de hoofdhuid om het shuntsysteem en de geïmplanteerde klep te lokaliseren. Palpeer de
klep voorzichtig om het ca. 10 mm lange starre inlaatgedeelte te lokaliseren (zie afbeelding 5 voor
kleppenschema's). Een fluoroscoopscherm kan bij dit proces hulp bieden.
Opmerking: Het scheren van de schedel is voor deze procedure niet noodzakelijk.
5.
Scheid het haar, indien aanwezig, met de vingers. Breng een hoeveelheid ultrasoundgel ter grootte van een
erwt in een ca. 2 mm dikke laag op de hoofdhuid van de patiënt aan, direct boven het klepinlaatgedeelte.
Wanneer de gel door de middenstaaf van de transmitter wordt samengedrukt, moet de diameter van de gel
gelijk zijn aan, of enigszins groter dan, de diameter van de middenstaaf. Hierdoor wordt een luchtdichte
aansluiting tussen de hoofdhuid en de middenstaaf van de transmitter gewaarborgd.
Alternatieve methode: breng ultrasoundgel aan op het gehele onderoppervlak van de middenstaaf, in een
laagje van ca. 2 mm dik.
LET OP: Vermijd dat de gel en de voetjes van de transmitter met elkaar in aanraking komen.
Het akoestische signaal zou dan kunnen worden vervormd, waardoor de schermboodschap
"AANPASSING HERHALEN" wordt geactiveerd.
6.
Overtuig u er vóór plaatsing van de transmitter op de hoofdhuid van dat de pijl op de transmitterbehuizing in
dezelfde richting wijst als de flow door de shunt beweegt (afbeelding 6).
7.
Plaats de transmitter zodanig op de hoofdhuid dat de middenstaaf in het midden van de gel rust (direct boven
het starre inlaatgedeelte van de klep) en dat de voetjes van de transmitter in contact staan met de hoofdhuid
van de patiënt. De middenstaaf kan enigszins terugwijken en de gel wordt samengedrukt.
LET OP: Houd de transmitter in dezelfde positie totdat stap 10 is voltooid. Indien de transmitter
wordt bewogen, kan dat het akoestische monitoringproces verstoren.
CODFR10065zz10svn.indd 35
CODFR10065zz10svn.indd 35
VERPAKTE KLEP
A.U.B. DRUK
SELECTEREN
GEÏMPLANTEERDE KLEP
A.U.B. DRUK
SELECTEREN
GEÏMPLANTEERDE KLEP
POSITIE
TRANSMITTERKOP
DRUK OP START
LET OP: Verwijder of minimaliseer omgevingsgeruis, zoals praten, tijdens het aanpassingsproces.
Overmatig geruis kan het akoestische monitoringproces verstoren.
8.
Druk op de startknop van de transmitter. De programmeereenheid laat een piepsignaal horenen de tekst op het
LCD-scherm verandert in:
AANPASSING KLEP
EVEN GEDULD A.U.B.
9.
Tijdens het afstellen lichten de drukwaarde-selectietoetsen opeenvolgend op en de programmeereenheid laat
een serie klikken horen, totdat de gekozen instelling aan de klep is doorgegeven.
10.
Wanneer de aanpassing is voltooid (na ca. 3 seconden), laat de programmeereenheid één lang piepsignaal
horen en verandert de schermtekst in:
AANPASSING VOLTOOID
DRUK OP EEN TOETS
Opmerking: Indien de akoestische monitoringfunctie niet de verwachte respons heeft ontvangen, laat
de programmeereenheid drie piepsignalen horen en verschijnt een van de twee hieronder afgedrukte
schermweergaven. Raadpleeg Problemen oplossen en voer de aanwijzingen voor het voltooien van
de aanpassing uit.
AANPASSING HERHALEN
DRUK OP EEN TOETS
GEEN SIGNAAL
AANPASSING HERHALEN
DRUK OP EEN TOETS
11.
Nadat de schermboodschap "AANPASSING VOLTOOID" is verschenen en u op een willekeurige toets hebt
gedrukt, verschijnt de oorspronkelijke tekst weer op het LCD-scherm:
GEÏMPLANTEERDE KLEP
A.U.B. DRUK
SELECTEREN
12.
Zet de programmeereenheid uit en neem de stekker van het netsnoer uit de stroombron.
Klepaanpassing: verpakte-klepmodus met een geïmplanteerde klep
Gebruik bij het afstellen van een pas geïmplanteerde klep een steriele afdekdoek, zodat de patiënt wordt beschermd
tegen contact met de transmitter. Voer de hieronder beschreven aanwijzingen uit. Opmerking: Kies de verpakte-
klepmodus wanneer u een afdekdoek gebruikt, want bij de geïmplanteerde-klepmodus zou waarschijnlijk een
schermboodschap "AANPASSING HERHALEN" verschijnen, als gevolg van de afdekdoek veroorzaakte interferentie.
1.
Voer de stappen 1 t/m 9 uit van Klepaanpassing: geïmplanteerde-klepmodus, met de volgende afwijkingen:
a.
selecteer de verpakte-klepmodus
b.
leg een steriele afdekdoek tussen patiënt en transmitter
c.
gebruik GEEN ultrasoundgel
2.
Voltooi de aanpassing door stappen 7 t/m 9 van Klepaanpassing: verpakte-klepmodus uit te voeren.
– OF –
10/20/2010 3:15:25 PM
10/20/2010 3:15:25 PM
35