U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de AAN/UIT knop te drukken (b.v. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
4. Weergave van de hart aritmie indicator voor vroeg-
tijdige detectie
Dit symbool AM geeft aan dat bepaalde polsonregelmatigheden
tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan het resul-
taat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de meting. In de
meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid. Echter, als
het symbool regelmatig verschijnt (b.v. een paar keer per week
met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts te
vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien:
Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige
weergave van de aritmie indicator
Dit instrument is een oscillometrische bloeddrukmonitor die ook
de polsfrequentie tijdens de bloeddrukmeting analyseert. Het
instrument is klinisch gevalideerd.
Het aritmie symbool wordt weergegven na de meting, als polsonre-
gelmatigheden tijdens het meten optreden. Als het symbool vaker
verschijnt (b.v. verschillende malen per week bij dagelijks verrichte
metingen) adviseren wij de patiënt medisch advies in te winnen.
Het instrument vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor
om polsonregelmatigheden in een vroeg stadium te ontdekken.
5. Datageheugen
Aan het einde van een meting slaat dit instrument automatisch elk
resultaat op.
Bekijken van de opgeslagen waarden
Druk eventjes op de M-button AR, wanneer het instrument is uitge-
schakeld. Het scherm toont eerst het resultaat dat het laatste is
opgeslagen.
Wederom de M-knop indrukken toont de vorige waarde. Herhaal-
delijk indrukken van de M-knop laat u heen en weer bewegen van
de ene opgeslagen waarde naar de andere.
Geheugen vol
Als het geheugen 30 resultaten heeft opgeslagen is het
geheugen vol. Vanaf dit punt en verder wordt een nieuwe
waarde opgeslagen door de oudste waarde te overschrijven.
BP A100
Wis alle waarden
Alle geheugendata worden gewist wanneer de batterijen uit
het instrument worden genomen.
6. Vervangen van de insteekkaart
U kunt de insteekkaart 3 vervangen door hem opzij eruit te
trekken, zoals getoond in afb. IV en vervang de papieren inzet.
Het kan nuttig zijn uw arts de dosering van de geneesmiddelen te
laten noteren of een noodtelefoonnummer op de kaart te schrijven.
Extra kaarten worden geleverd met het instrument voor dit doeleinde.
7. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool AO knipperen zodra het instrument ingeschakeld is
(gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het
instrument door zal gaan met betrouwbaar meten moet u vervan-
gende batterijen op voorraad houden.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AO knip-
peren zodra het instrument ingeschakeld is (lege batterij weerge-
geven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
1. Maak het batterijenvakje open 7 aan de achterzijde van het
instrumentdoor naar binnen te drukken bij de twee pijlen en het
dekseltje van het batterijenvakje eruit te trekken.
2. Vervang de batterijen – garandeer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik a.u.b. 4 nieuwe, long-life 1.5V, size AA batterijen.
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder batterijen als het instrument voor een langere tijd
niet gebruikt gaat worden.
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit instrument ook oplaadbare batterijen gebruiken.
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet
in het instrument blijven, omdat ze beschadigd kunnen
raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal
gebruik van het instrument, zelfs wanneer het uitstaat).
NL
17