Télécharger Imprimer la page

Leica BIOSYSTEMS Novocastra Mode D'emploi page 31

Anticorps monoclonal liquide de souris cytokeratin (8/18)
Masquer les pouces Voir aussi pour Novocastra:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 6
Andere incubatietijden of temperaturen dan hierin vermeld, kunnen onjuiste resultaten opleveren. Dergelijke wijzigingen moeten door de
gebruiker worden gevalideerd.
Kwaliteitscontrole
Verschillen in weefselbewerking en technische procedures in het laboratorium van de gebruiker kunnen tot aanzienlijke variabiliteit in de
resultaten leiden, waardoor het nodig is om regelmatig interne controles uit te voeren in aanvulling op de volgende procedures.
Controles zijn verse autopsie-/biopsie-/chirurgische monsters die zo snel mogelijk en op dezelfde manier als het monster of de monsters
van de patiënt zijn gefixeerd in formaline, bewerkt en ingebed in paraffinewas.
Positieve weefselcontrole
Wordt gebruikt om aan te geven dat weefsels correct geprepareerd zijn en dat passende kleuringstechnieken zijn gebruikt.
Voor elke set testvoorwaarden in elke kleuringsrun moet één positieve weefselcontrole worden opgenomen.
Voor optimale kwaliteitscontrole en detectie van lichte degeneratie van het reagens is een weefsel met zwakke positieve kleuring meer
geschikt dan een weefsel met sterke positieve kleuring.
Aanbevolen positief controleweefsel is huid.
Als de positieve weefselcontrole geen positieve kleuring vertoont, moeten de resultaten die met testmonsters zijn verkregen als ongeldig
worden beschouwd.
Negatieve weefselcontrole
De negatieve weefselcontrole moet na de positieve weefselcontrole worden onderzocht om de specificiteit van de labeling van het
doelantigeen door het primaire antilichaam te verifiëren.
Aanbevolen negatief controleweefsel is cerebellum.
Aan de andere kant levert de verscheidenheid aan diverse celtypen die in de meeste weefselcoupes aanwezig zijn, vaak negatieve
controlelocaties op, maar dit moet wel worden geverifieerd door de gebruiker.
Niet-specifieke kleuring, indien aanwezig, ziet er doorgaans diffuus uit. Een sporadische kleuring van bindweefsel kan ook worden
waargenomen in coupes van bovenmatig in formaline gefixeerde weefsels. Gebruik intacte cellen voor het interpreteren van
kleuringsresultaten. Necrotische of gedegenereerde cellen kleuren vaak niet-specifiek.
gevolg van niet-immunologische binding van eiwitten of substraatreactieproducten. Ze kunnen ook worden veroorzaakt door endogene
enzymen zoals pseudoperoxidase (erytrocyten), endogene peroxidase (cytochroom c) of endogeen biotine (bv. lever, borst, hersenen,
nier), afhankelijk van het gebruikte type immunokleuring. Om activiteit van endogene enzymen of niet-specifieke binding van enzymen
te onderscheiden van specifieke immunoreactiviteit, kunnen aanvullende patiëntweefsels worden gekleurd met respectievelijk uitsluitend
substraatchromogeen of enzymcomplexen (avidine-biotine, streptavidine, gelabeld polymeer) en substraatchromogeen. Als er specifieke
kleuring optreedt in de negatieve weefselcontrole, moeten resultaten met de patiëntmonsters als ongeldig worden beschouwd.
Negatieve reagenscontrole
Gebruik een niet-specifieke negatieve reagenscontrole van het primaire antilichaam met een coupe van elk patiëntspecimen om niet-
specifieke kleuring te evalueren en specifieke kleuring op de antigeenlocatie beter te kunnen interpreteren.
Patiëntweefsel
Onderzoek de patiëntmonsters die met NCL-L-5D3 zijn gekleurd als laatste. De intensiteit van de positieve kleuring moet
worden geëvalueerd binnen de context van niet-specifieke achtergrondkleuring van de negatieve reagenscontrole. Zoals bij elke
immunohistochemische test betekent een negatief resultaat dat het antigeen niet is gedetecteerd. Het betekent niet dat het antigeen
afwezig was in de onderzochte cellen of het onderzochte weefsel. Gebruik zo nodig een panel antilichamen om fout-negatieve reacties
te identificeren.
Verwachte resultaten
Normale weefsels
Kloon 5D3 detecteerde de cytokeratines 8 en 18 in het cytoplasma van alle eenvoudige glandulaire en transitionele epithelia. Er werd
geen kleuring waargenomen in normaal gelaagd plaveiselepitheel uit verschillend plekken, afgezien van de basale cellaag, en een
verscheidenheid aan niet-epitheelweefsel (totaal aantal beoordeelde normale weefsels = 158).
Afwijkende weefsels
Kloon 5D3 kleurde 25/33 adenocarcinomen van de colon, 2/3 plaveiselcelcarcinomen van de slokdarm, 3/3 adenocarcinomen van de
maag, 2/3 adenocarcinomen van de long, 2/3 adenocarcinomen van de pancreas, 3/3 low-grade urotheelcarcinomen van de blaas, 1/2
papillaire carcinomen van de schildklier, 3/3 invasieve ductale carcinomen van de borst, 2/3 plaveicelcelcarcinomen van de cervix, 2/2
adenocarcinomen van e prostaat en 5/5 adenocarcinomen van de blaas. Er werd geen kleuring waargenomen in 0/3 astrocytomen en
0/3 'clear cell'-niercarcinomen (totaal aantal beoordeelde afwijkende gevallen = 69).
NCL-L-5D3 wordt aanbevolen voor het detecteren van humaan cytokeratine 8- en 18-eiwitten in normale
en neoplastische weefsels, als aanvulling op conventionele histopathologie waarbij niet-immunologische
histochemische kleuringen worden gebruikt.
Algemene beperkingen
Immunohistochemie (IHC) is een diagnostisch meerstapsproces waarvoor een gespecialiseerde opleiding nodig is in het kiezen van de
juiste reagentia, het selecteren, fixeren en bewerken van weefsel, het prepareren van IHC-objectglaasjes en het interpreteren van de
kleuringsresultaten.
Weefselkleuring is afhankelijk van de manier waarop het weefsel vóór de kleuring wordt behandeld en bewerkt. Verkeerd fixeren,
invriezen, ontdooien, wassen, drogen, verwarmen, snijden, of contaminatie met andere weefsels of vloeistoffen kan tot artefacten,
insluiting van antilichamen of fout-negatieve resultaten leiden. Inconsistente resultaten kunnen te wijten zijn aan variaties in de fixatie- en
inbeddingsmethodes, of aan intrinsieke onregelmatigheden in het weefsel.
Een te sterke of onvolledige tegenkleuring kan een juiste interpretatie van de resultaten bemoeilijken of onmogelijk maken.
De klinische interpretatie van elke kleuring of het ontbreken hiervan moet worden aangevuld door morfologische studies met de
juiste controles en moet binnen de context van de klinische voorgeschiedenis van de patiënt en andere diagnostische tests worden
geëvalueerd door een bevoegd patholoog.
5D3-L-CE
Page 30
2
4
Fout-positieve resultaten kunnen optreden als
3

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Ncl-l-5d3