Inbouw En Aansluiting Monocontrol Cs Gastank - Truma MonoControl CS Mode D'emploi

Inbouw en aansluiting MonoControl CS
Gastank
De gasdrukregelinstallatie dient zodanig te worden gemon-
teerd dat het typeplaatje leesbaar en de groene resetknop
(resetten van het ontkoppelingselement van de crashsensor)
zichtbaar en goed bereikbaar is.
4
Afbeelding 7 – Inbouwvoorbeeld
1 MonoControl CS Gastank
2 Omschakelklep MUV
3 Gasleidingen 30 mbar 10 mm
4 DuoControl CS
– Afnamekraan sluiten
– Draai de schroeffitting (G.5) van de regelaarinlaat op de
afnamekraan.
– Na het aandraaien van de wartels mag de gasdrukregelin-
stallatie niet meer worden verdraaid. Verdraaien ervan kan
weer leiden tot lekkende koppelingen of een schuine stand
van het ontkoppelingselement (afbeelding 5 – A).
– Het ontkoppelingselement (afbeelding 5 – A) moet altijd in
verticale positie staan.
44
2
1
3
– Sluit de gastoevoerleiding volgens de geldende installatie-
voorschriften voor snijringkoppelingen (bijv. EN ISO 8434-1)
aan op de uitlaat van de regelaar. Bij het vastdraaien zorg-
vuldig met een tweede sleutel op de daarvoor bedoelde
sleutelvlakken tegenhouden.
Voor de aansluiting op 30 mbar-installaties adviseren we
om gasleidingen van 10 mm te gebruiken om de vereiste
gasdruk te waarborgen.
Voor 30 mbar-installaties met 8 mm gasleidingen biedt Truma
een recht verloopstuk Z 10 / RVS 8 als accessoire aan.
– Controleer de inlaat van de gasdrukregelinstallatie (bijv. met
een lekzoekspray vlg. EN 14291) op lekkage.
– Na de inbouw moet de technicus de totale gasinstallatie
controleren op correcte montage en lekkage. Een voorhan-
den gaskeuringscertificaat moet dienovereenkomstig wor-
den aangevuld / gewijzigd.
Deze controle vervangt niet de regelmatige
gasveiligheidscontrole!
– Vervolgens moeten alle functies volgens de gebruiksaanwij-
zing worden gecontroleerd.
– Overhandig de gebruiksaanwijzing aan de gebruiker.