d) Programmering
Om het systeem te kunnen programmeren, moet het bedrijfsklaar zijn en in de normale
bedrijfsstand werken. Er moet al een hoofdkaart gemaakt zijn.
Gebruik van de hoofdkaart voor 5 programmagroepen
Programmagroep 1
Toegangskaarten registreren. De hoofdkaart wordt 1 x gelezen.
Programmagroep 2
Toegangskaarten wissen. De hoofdkaart wordt 2 x gelezen.
Programmagroep 3
Uitgangsstand voor het deurslot instellen. De hoofdkaart wordt 3 x gelezen.
Programmagroep 4
Veiligheidsactivering van het toegangssysteem instellen. De hoofdkaart wordt 4 x
gelezen.
Programmagroep 5
Supertoegangskaarten maken/wissen. De hoofdkaart wordt 5 x gelezen.
De hoofdkaart lezen
• Stel het systeem in voor programmering met de hoofdkaart. De hoofdkaart wordt voor
de verschillende programmagroepen 1 tot 5 x gelezen. Elke lezing van de hoofdkaart
moet binnen 2 seconden plaatsvinden.
• Lees de hoofdkaart 1 x om de programmeerstand af te sluiten.
De kaartlezer blijft in de programmeerstand tot hij met de hoofdkaart
afgesloten wordt.
Geluidssignalen in de programmeerstand en tijdens de bediening
1 pieptoon - Tijdens de programmagroepselectie naar het volgende veld gaan.
2 pieptonen - Bewerking voltooid.
5 pieptonen - Bewerking mislukt.
1 lange pieptoon - Afwijzing van een reeds geregistreerde kaart in de programmeerstand.
106