Uitgang 2 is hiervoor niet nodig en kan vrij geschakeld worden (bijv. voor een alarmin-
stallatie enz.).
Controleer uw bedrading nogmaals op juistheid.
Sluit nu de bedrijfsspanning aan op uw codeslot.
De toetsen worden verlicht en de gele LED „MAIN" begint na ca. 2 sec. te knipperen.
Sluit het codeslot weer zorgvuldig.
Als dit tegen verwachting in niet gebeurt of als er een storing merkbaar is, dient u de
bedrijfsspanning onmiddellijk uit te schakelen en nogmaals uw aansluiting te contro-
leren; neem hierbij de controlelijst "Verhelpen van storingen" verderop in deze gebru-
iksaanwijzing in acht.
9. Programmering
Programmeer uw codeslot geheel naar eigen wens. In dit hoofdstuk willen wij alle mo-
gelijkheden van programmering voor u beschrijven.
Er mag niet meer dan 10 seconden tussen het indrukken van de toetsen zitten,
anders wordt de vorige invoer gewist.
a) Universele toegang, codes terugzetten
Als u een keer uw mastercode bent vergeten, of deze werkt niet meer, dient u de vol-
gende punten op te volgen.
• Koppel uw codeslot los van de bedrijfsspanning
• Steek de steekbrug DAP (8) van „OFF" naar „ON"
• Sluit de bedrijfsspanning weer aan op uw codeslot (er klinkt een permanente piep-
toon)
• Steek de steekbrug DAP (8) van „ON" naar „OFF" (piepsignaal verdwijnt). De master-
code is weer op „0000" gezet.
• U bevindt zich nu in de programmeermodus en kunt alle instellingen uitvoeren. Deze
instellingen worden beschreven onder het punt „Uitleg bij programmeren" in deze
handleiding.
119