R-68ST CkBk_NL.qxd
7/27/07
VOORDAT U BEGINT...
Om het werken met de magnetron zo eenvoudig
mogelijk te maken, geven wij u hierna de belangrijkste
aanwijzingen en tips. Start het apparaat pas als er
voedsel in de magnetronruimte staat.
INSTELLEN VAN DE TIJD
De ontdooiings-, verwarmings- en bereidingstijden zijn in
de regel aanzienlijk korter dan bij een traditioneel fornuis
of een traditionele oven. Houd u daarom aan de in dit
kookboek aanbevolen tijden. Stel eerder een kortere dan
een langere tijd in. Test na het bereiden of het voedsel
gaar is. Het is beter kort na te verwarmen dan het
voedsel te lang in de magnetron te laten.
BEGINTEMPERATUUR
De ontdooiings- verwarmings- of bereidingsduur is
afhankelijk van de begintemperatuur van het
levensmiddel. Diepvriesvoedsel of in de koelkast
bewaarde levensmiddelen hebben bijvoorbeeld een
langere tijd nodig dan op kamertemperatuur bewaarde
levensmiddelen.
Voor het verwarmen en bereiden van levensmiddelen
gaan we uit van normale bewaartemperaturen
(koelkasttemperatuur ca. 5 o C, kamertemperatuur ca.
20 o C). Voor het ontdooien van levensmiddelen gaan
we uit van een diepvriestemperatuur van -18 o C.
Maak popcorn alleen in speciale, voor de magnetron
geschikte popcornhouders. Houd u strikt aan de
aanwijzingen van de fabrikant. Gebruik geen normale
papieren houders of glazen serviesgoed.
houders, zoals glazen potten en blikjes. Door de
ontstane druk kunnen de houders ontploffen
(uitzondering: inmaken).
ALLE AANGEGEVEN TIJDEN...
in dit kookboek zijn richtwaarden, die kunnen variëren al
naar gelang begintemperatuur, gewicht en eigenschappen
van het voedsel (water- en vetgehalte enz.).
1:06 PM
Page 19
Kook eieren niet in de schaal. In de
schaal wordt druk opgebouwd,
waardoor het ei kan ontploffen. Prik
voordat u de magnetron aanzet in de
eierdooier.
Verwarm geen frituurolie of -vet
in de magnetron. U kunt de
temperatuur van de olie niet
controleren. De olie kan plotseling uit
de houder spatten.
Verwarm geen gesloten
TIPS EN TRUCS
ZOUT, SPECERIJEN EN KRUIDEN
Gerechten die in de magnetron zijn bereid,
behouden hun eigen smaak beter dan gerechten
die op traditionele wijze zijn bereid. Gebruik
daarom weinig zout en voeg dit pas toe als het
gerecht gaar is. Zout bindt vloeistof en droogt het
oppervlak van het voedsel uit. Kruiden en
specerijen kunnen normaal gebruikt worden.
GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN
Magnetron: met de magnetron kunt u in korte tijd
gerechten ontdooien, verwarmen en gaar laten
worden.
Combiwerking: met de magnetron/grillcombinatie
kunt u tegelijkertijd voedsel bereiden en een bruin
korstje geven. De voordelen van deze apparaten
worden dus op een handige manier gecombineerd.
Door de warmte van de grill worden de poriën van de
voedselranden snel gedicht en de microgolven zorgen
voor een korte, zuinige bereidingsduur. Het voedsel
blijft van binnen mals en wordt van buiten knapperig.
Grill: uw apparaat is voorzien van een kwartsgrill.
Deze kunt u ook gebruiken zonder de magnetron,
als elke andere traditionele grill. Bovendien
beschikt uw apparaat over een ondergrill,
waarmee u gerechten (bv. pizza's) ook van
onderen een knapperig korstje kunt geven.
GAARTESTS
U kunt, net als bij traditioneel koken, testen of het
gerecht al gaar is:
G
Voedselthermometer: elk gerecht heeft, wanneer
het warm of gaar is, een bepaalde interne
temperatuur. Met een voedselthermometer kunt
u controleren of het gerecht warm of gaar is.
G
Vork: vis kunt u met een vork testen. Wanneer
de vis niet meer glazig is en gemakkelijk van
de graat loskomt, is deze gaar. Wanneer de vis
te lang in de magnetron heeft gestaan, wordt
deze taai en droog.
G
Houten staafjes: taart en brood kunt u testen door er
met een houten staafje in te prikken. Wanneer het
staafje schoon en droog blijft, is het voedsel gaar.
NL - 19