Gebruik En Bediening - Xylem Lowara e-LNE Série Manuel D'installation, D'exploitation Et De Maintenance

nl - Vertaling van de originele instructies
1. Het bedieningspaneel moet de motor
beschermen tegen overbelasting en kortsluitingen.
Installeer de geschikte bescherming (thermisch
relais of onderbrekingsschakelaar voor
overbelasting, zie tabel).
Elektrische Bescherming
pomp
 Automatisch, terugstellende
Enkelfasige
standaard ≤ 2,2
thermische amperometrische
kW
beveiliging, ingebouwd
(motorbeschermer)
 Beveiliging tegen kortsluiting
(moet geleverd worden door de
installateur)
51
 Thermische beveiliging (moet
Driefase
geleverd worden door de installateur)
 Bescherming tegen kortsluiting
(moet geleverd worden door de
installateur)
2. Rust het bedieningspaneel uit met een
beschermingssysteem tegen droogloop, waarop
er een drukschakelaar (of een vlotterschakelaar
of sensoren of andere geschikte apparaten)
aangesloten moet worden.
3. Installeer deze apparaten op de zuigzijde:
 Een drukschakelaar, als er een aansluiting is
op de watervoorziening
 Een vlotterschakelaar of sondes, als er vloeistof
getrokken wordt uit een tank of bekken.
4. Wanneer er gebruik gemaakt wordt van
thermische relais, wordt het type dat gevoelig is
voor fase-uitval aanbevolen.
4.3.4 Richtlijnen voor de motor
WAARSCHUWING: Knelgevaar
(ledematen)
Het kan zijn dat de elektrische pomp per
ongeluk opnieuw start nadat de motor
afgekoeld is (enkelfasige motoren met een
automatische, terugstellende thermische
overbelastingsbescherming): risico op fysieke
letsels.
OPMERKING:
 Gebruik enkel dynamisch uitgebalanceerde
motoren met een halve spie in de
asverlenging (IEC 60034-14) en met een
normale trilsnelheid (A).
 De netspanning en netfrequentie moeten
overeenkomen met de specificaties op het
gegevensplaatje.
49
Of een frequentieomvormer plus motor
50
Zekeringen aM (starten van de motor) of thermische
magneetschakelaar met curve C en Icn ≥ 4,5 kA of
ander, vergelijkbaar apparaat.
51
Thermisch overbelastingsrelais met schakelklasse
10 A + zekeringen aM (starten van de motor) of
thermisch magnetische
motorbeschermingsschakelaar met startklasse 10 A.
90
49
50
4.3.5 Elektrische aansluiting van de
52
motor
1. Open het deksel van de klemmenkast.
2. Sluit de stroomgeleiders aan, zie afb. 12.
3. Sluit de beschermingsgeleider (grond) aan en
zorg ervoor dat hij langer is dan de fasegeleiders.
4. Sluit de fasedraden aan.
5. Doe het deksel van de klemmenkast dicht en
draai alle schroeven en kabelwartels vast.
Motor zonder automatische, terugstellende
thermische overbelastingsbescherming
1. Als de motor wordt gebruikt op volledige
belasting, stel dan de waarde in op de nominale
stroomsterkte op het gegevensplaatje van de
elektrische pomp.
2. Als de motor wordt gebruikt op gedeeltelijke
belasting, stel dan de waarde in op de
bedrijfsstroomsterkte die gemeten is met een
stroomtang.
3. Stel voor driefasige motoren met een
sterdriehoekstartsysteem de neerstroom van het
thermisch relais van het schakelaarcircuit in op
58% van de nominale stroom of bedrijfsstroom.
4.3.6 Bediening met frequentieregelaar
De driefasige motoren kunnen worden aangesloten op
een frequentieomvormer voor de regeling van de
snelheid.
 De omvormer stelt de isolatie van de motor bloot
aan een grotere belasting die bepaald wordt door
de lengte van de aansluitkabel: leef de vereisten
voor de frequentieomvormer van de fabrikant na.
 Installeer voor toepassingen die een stille werking
vereisen, een uitlaatfilter tussen de motor en de
omvormer. Een sinusvormige filter kan het lawaai
zelfs nog meer verminderen.
 De lagers van de motoren met een grootte van 315
S/M en groter zijn blootgesteld aan het risico op
schadelijke stroom. Gebruik lagers die elektrisch
geïsoleerd zijn.
 De condities van de installatie moeten bescherming
garanderen tegen spanningspieken tussen de
klemmen en/of dV/dt in de tabel:
Motorafmeting Spanningspiek
[V]
tot 90 R (500 V) > 650
van 90 R tot 180 R > 1400
Meer dan 180 R > 1600
Gebruik anders een motor met een verstevigde
53
isolatie en een sinusvormige filter.
5

Gebruik en bediening

Voorzorgsmaatregelen
52
Of een frequentieomvormer plus motor
53
Op aanvraag verkrijgbaar
dV/dt [V/µs]
> 2200
> 4600
> 5200