Werkdiagram van de belichtingsmeter
In de volgende weergave wordt het verband tus-
sen filmgevoeligheid (SV = Speed value) en hel-
derheid (BV = Brightness value) aan de ene kant
en belichtingstijd (TV = Time value) en diafrag-
mawaarde (AV = Aperture value) aan de andere
kant met de daaruit voortvloeiende belichtings-
waarden (EV =Exposure value / belichtingswaar-
de) duidelijk. Daartoe dienen twee diagrammen,
die door diagonale lijnen, overeenkomstig de EV-
waarden, met elkaar in verband worden
gebracht.
Een voorbeeld (gestreepte lijn) toont het verband
tussen de afzonderlijke waarden: Van de inge-
stelde filmgevoeligheid (hier: ISO 100/21°) volgt
men de loodrechte lijn tot het snijpunt met de
horizontale lijn van de gegeven helderheid (hier:
2
2 000 cd/m
). De door dit snijpunt lopende dia-
gonaal leidt naar de bijbehorende belichtings-
waarde (EV 14). Deze EV-waarde kan in verschil-
lende combinaties van diafragmawaarde en
belichtingstijd worden omgezet, d.w.z. laat zich
in het werkgebied van de camera vertalen.
Het snijpunt van loodrechte AV- en horizontale
TV-lijnen moet voor een juiste belichting op de
EV-diagonalen liggen, bijv. diafragma 16 en
1/60 s (geval A) of diafragma 8 en 1/250 s (geval
B) of diafragma 4 met 1/1 000 s (geval C). Elk van
deze combinaties geeft een correcte belichting.
Bij tijd- en diafragma-automaat wordt telkens een
van deze waarden opgegeven, de tweede wordt
automatisch gevormd. In de programma-auto-
maat
worden
bepaald.
142
beide
waarden
automatisch