Onder het meetbereik
Wanneer het meetbereik van de camera niet
wordt gehaald, is een precieze belichtingsmeting
niet mogelijk. De evt. in de zoeker nog aanwezige
meetwaarden kunnen tot verkeerde belichtings-
resultaten leiden. Daarom verschijnt bij een
waarde onder het meetbereik in principe het
waarschuwingssignaal
Het meetsysteem van de LEICA R9 is vooral voor
de doelgerichte selectieve meting zeer gevoelig.
Wanneer de waarschuwingsindicatie oplicht bij
ingestelde integraalmeting of meerveldenmeting,
kan daarom vaak nog met de selectieve meting
worden gewerkt.
Meting bij open diafragma
De meeste Leica R objectieven zijn van een auto-
matisch springdiafragma voorzien. Dat betekent,
dat het zoekerbeeld altijd bij volledig geopend
diafragma en daarmee de grootste zoekerhelder-
heid kan worden geobserveerd en de belichtings-
meting bij geopend diafragma plaatsvindt. Pas
vlak voor de opname of na de spiegelvooront-
spanning of bij het neerdrukken van de scherpte-
diepteschuif sluit het objectiefdiafragma op de
vooraf ingestelde waarde.
(2.1) in de zoeker.
Meting bij werkdiafragma
Het objectief PC-Super-Angulon-R 1:2,8/28 mm,
enkele eerdere Leica R-objectieven en verschil-
lende accessoires hebben geen automatisch
springdiafragma. De belichting moet bij deze toe-
stellen met het telkens ingestelde objectief-
diafragma, dus met het werkdiafragma, worden
gemeten. In dit geval ontvangen de meetcellen
van de LEICA R9 door wijziging van het objectief-
diafragma meer of minder licht. Met objectieven
en accessoires zonder automatisch spring-
diafragma kunnen alleen de functies A of m wor-
den gebruikt. Het werkdiafragma kan door de
camera niet worden getoond.
141