Opmerkingen:
Bij uitzonderlijke helderheid kan het voorkomen
dat het bereik van de sluitertijden voor het voor-
af gekozen diafragma onvoldoende is. In de zoe-
ker verschijnt dan
indien mogelijk – een kleiner diafragma worden
gekozen.
Licht bij zeer slechte lichtomstandigheden in de
zoeker de indicatie
grote diafragma worden gekozen, omdat anders
onderbelichting ontstaat.
In het geval dat de waarde onder het meetbereik
blijft, licht tevens de waarschuwing
Dan is een correcte belichtingsmeting niet meer
mogelijk.
(2.9 b). Als oplossing kan –
(2.9 b) op, dan moet een
op (2.1).
Diafragma-automaat - T
Deze functie wordt vooral bij bewegende objec-
ten gebruikt, waarbij de belichtingstijd vormge-
vend middel is. Dit geldt bijv. voor het verloop
van bewegingen, sportopnamen, opnamen vanaf
een onrustig camerastandpunt en bij opnamen
met langere brandpuntsafstanden.
Daarvoor moet
1. de keuzeknop belichtingsfuncties (1.11) op T
worden gezet.
2. Diafragma geheel sluiten, d.w.z. de diafragma-
ring (1.12) naar de kleinste waarde draaien
(bijv. 16 of 22),
3. de gewenste belichtingstijd tussen 1/8000 s
en 16 s op de instelknop sluitertijden (1.16)
worden gekozen.
Het objectiefdiafragma wordt dan automatisch
bepaald door het aanwezige licht en wel traploos
van het geopende tot het kleinste diafragma van
het betreffende objectief (resp. het ingestelde
kleinste diafragma, zie hierna).
151