Met flitsinvulling
Een verstelling naar min vindt altijd plaats als het
aandeel van het flitslicht moet worden vermin-
derd, bijvoorbeeld als dit alleen maar voor invul-
ling dient. In zulke gevallen blijft de aanwezige
lichtsfeer behouden en door de flits worden
alleen donkere motiefdelen of schaduwpartijen
op de voorgrond belicht.
Deze correctie is bij het flitsen met de computer-
automaat van het flitsapparaat en bij TTL-meting
van de camera bij alle belichtingsfuncties van de
camera effectief. Bij de programma-automaat
vervangt deze de vaste correctie van –1
(Exposure Value – belichtingswaarde), die in
afhankelijkheid van het aanwezige licht door de
automatisch geregelde belichtingsfunctie wordt
bepaald. Meer over handmatige flits-belichtings-
correcties in de camerafunctie P kunt u aan de
betreffende paragraaf ontlenen op pag. 166.
Opmerking:
Flits-belichtingscorrecties zijn niet werkzaam bij
flitsmeting F en handmatige flitsfuncties waarbij
met constant vermogen wordt geflitst.
161
2
/
EV
3