Explosieveilige Pompwerken; Algemeen; Bijzondere Voorwaarden; Potentiaalvereffening En Aarding - LUTZ B70V Traduction De La Notice Originale

Pompes à vis excentrée
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

nl

8. Explosieveilige pompwerken

8.1 Algemeen

De excentrische worm-vatpompen type B70V dienen
voor het verpompen van ontvlambare vloeistoffen uit
mobiele vaten welke tot de explosiegroepen IIA en de
temperatuurklasse T1 tot T4 behoren.
Het buitenste deel van het pompwerk tussen zuig- en
persaansluiting behoort tot klasse 1.
Het buitenste deel van het pompwerk tussen
persaansluiting en het verbindingsdeel van de motor
en het binnenste deel van het pompwerk bij GLRD
uitvoeringen (glijringafdichting is tijdens verpompen
door de vloeistof bedekt) behoort tot categorie 2.

8.2 Bijzondere voorwaarden

Bij toepassing van de vatpomp moeten alle in
verbinding gestelde delen (koppelingen, motor enz.)
zich buiten het te ledigen vat bevinden. Bovendien
moeten de voorschriften volgens apparaatgroep II
(onderverdeling II A), categorie 2, temperatuurklasse T4
opgevolgd zijn.
Controleer of er met zekerheid een PTFE stator is
toegepast.
Waarschuwing: Model 75.1 mag niet worden ingezet
voor het verpompen van ontvlambare vloeistoffen.
De motor (electrisch of luchtaangedreven) mag het
vermogen van 1,0 kW en een toerental van 900 t/min
niet overschrijden.
De vatpomp mag niet vast worden opgesteld. Het
gebruik van de pomp moet tijdens toepassing zodanig
bewaakt worden dat droogloop bij geledigd vat tot het
uiterst noodzakelijke minimum moet worden beperkt.

8.3 Potentiaalvereffening en aarding

Voordat een pomp in bedrijf wordt genomen, moet men
beslist het potentiaal verschil in het pomp systeem, van
het lege vat naar het volle vat, vereffenen.
Gelijke potentiaal tussen de pomp en het te legen
vat bereikt men door aanklemmen van de potentiaal-
vereffeningskabel (art.nr. 0204-994). Om de geleiding
te verbeteren moet verf en vuil bij de klem verwijderd
worden.
Een geleidende verbinding, tussen het te legen vat
en het te vullen vat, wordt door een geleidende
ondergrond (bijv. een metalen rooster) verzekerd.
Een goede geleiding tussen vat en aardpotentiaal moet
er eveneens zijn.
Verklaring:
(1) potentiaal-vereffeningskabel, (2a) geleidende
ondergrond of een pot.-vereff.kabel aan beide vaten,
(2b) galvanische verbinding (geringe weerstand),
(3) geleidende slang, (4) geleidende verbinding van
slang naar slangpilaar, (5) pompwerk categorie 1/2,
(6) explosieveilige motor

8.4 Geleidende slangen/slangverbindingen

In ieder geval moet de aan de uitstroomzijde van
de pomp aangesloten slang – ten aanzien van
elektrostatische ladingen – voldoende elektrisch
geleidend zijn.
De ohmse weerstand tussen de armaturen – in dit geval
tussen pompwerk en tappistool - mag naar gelang
slangtype de grenswaarde niet overschrijden.
1. Kenmerk op de slang met symbool "M"
Grenswaarde ≤ 10
Ω (zie. fig. 9 - )
2
2. Kenmerk op de slang met symbool „Ω"
Ω (zie. fig. 9 - )
Grenswaarde ≤ 10
6
De slangverbinding (klemschaalkoppeling of
slangpilaar) moet zorgen voor een goede geleiding,
zowel tussen pompwerk en slang als tussen slang en
tappistool.
Is dit bij wijze van uitzondering niet het geval, dan
moet er een separate aarding worden aangebracht aan
alle geleidende delen (bijv. metalen mondstuk aan het
einde van de slang).
Het inklemmen van geleidende slangen met
armaturen tot complete slangsystemen vereist de
kenmerken en controle volgens DIN EN 12 115.
11

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

B70v-sr

Table des Matières