6.1
Gebreken van een spuitbeeld verhelpen
nagestreefd spuitresultaat
Spuitprofieltes
Afwijking
Spuitbeeld is in het mid-
den te dik.
Spuitbeeld is aan de
uiteinden te dik
Spuitbeeld is tamelijk
grof qua druppels
Materiaallaag is in het
midden van het spuit-
beeld zeer dun
Spuitbeeld is in het mid-
den gespleten
Spuitbeeld is zeer
balachtig
7
Foutopsporing en -eliminering
Waarschuwing
Waarschuwing Onderbreek iedere keer voordat u ombouwt, de luchttoevoer naar
het spuitpistool - gevaar voor verwondingen.
Fout
Oorzaak
Materiaalnaald of – spuitkop vervuild
of beschadigd
Veerbus (pos. 18) te ver naar achte-
Pistool druppelt
ren gedraaid
te weinig materiaal in het materiaalvat
Beker staat te schuin tijdens het
Stootsgewijze of
spuitproces
l
flutterende spuitstraa
Materiaalspuitkop los of beschadigd
Pistool blaast in
Klepveer (pos. 15) of klepkegel
ruststand
(pos. 14) beschadigd
9
Reiniging
Opgelet
Leg het spuitpistool nooit in oplosmiddel of een ander reinigingsmiddel. De foutloze
werking van het spuitpistool kan anders niet gegarandeerd worden. Gebruik voor
de reiniging geen harde of spitse voorwerpen. Voor schade als gevolg van ondes-
kundige reiniging aanvaardt WALTHER, Wuppertal, geen garantie.
U kunt het spuitpistool reinigen zonder dat u dit hoeft te demonteren.
1.
Vul het gereinigde beker met druppelaar met een bij het gespoten materiaal
passend reinigingsmiddel.
2.
Stel het spuitpistool in bedrijf.
3.
Stel het spuitpistool pas buiten bedrijf als er uitsluitend nog helder reinigings-
middel uitspuit.
De gehele spuitinstallatie moet drukvrij worden gemaakt totdat zij later weer wordt
gebruikt. Gebruik voor de reiniging van het spuitpistool uitsluitend reinigingsmidde-
len die door de fabrikant van het spuitmateriaal worden aangegeven en waar de
volgende bestanddelen niet inzitten:
•
Gehalogeneerde koolwaterstoffen (b.v. 1,1,1, trichlorethaan, methyleenchloride
enz.)
•
Zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen
•
Geregenereerde oplosmiddelen (zgn. reinigingsverdunningen)
•
Ontlakkingmiddelen.
De bovengenoemde bestanddelen veroorzaken op gegalvaniseerde componenten
chemische reacties en leiden tot corrosieschade.
Reinig het spuitpistool
•
iedere keer vóór een verf- of materiaalvervanging
•
minimaal een maal per week
•
afhankelijk van het materiaal en de graad van vervuiling verschillende malen
per week
Uitvoerige reiniging
1.
Haal het pistool uit elkaar
2.
Reinig de luchtkop en de materiaalspuitkop met een kwast en het reinigings-
middel.
3.
Reinig alle overige componenten en het pistoollichaam met een doek en het
reinigingsmiddel.
4.
Strijk de volgende onderdelen in met een dunne vetfilm:
•
Naaldveren
•
alle glijdende onderdelen en lagerpunten.
De bewegende binnenonderdelen moeten minimaal een maal per week worden
ingevet. De veren moeten permanent voorzien zijn van een lichte vetlaag. Gebruik
hiervoor een zuurvrij, niet harsend vet en een kwast. Vervolgens wordt het spuitpi-
stool in de omgekeerde volgorde weer in elkaar gezet.
Benodigde instelling
• Bredere spuitstraalvorm instel-
len
• Rondere spuitstraalvorm instel-
len
• Verstuiverluchtdruk verhogen
• Verstuiverluchtdruk verlagen
• Spuitkopdiameter vergroten
• Verstuiverluchtdruk verlagen
• Materiaaldruk vergroten
• Materiaaldruk verkleinen
• Verstuiverluchtdruk vergroten
Oplossing
• Onderdeel reinigen resp.
vervangen
• Iets naar binnen schroe-
ven (naar rechts draaien)
• Materiaal bijvullen
• rechter houden
• vastdraaien, evtl. vervan-
gen
• vervangen
72
74
8
Ombouw en reparatie
Als u het spuitbeeld op een andere manier wenst te wijzigen dan met de hier reeds
vermelde mogelijkheden, moet het spuitpistool worden omgebouwd. De bij het spuit-
materiaal passende luchtkop- / materiaalspuitkop- / naaldcombinatie vormt een op
elkaar afgestemde eenheid -het spuitkopinzetstuk. Vervang altijd het volledige spuit-
kopinzetstuk, zodat de gewenste spuitkwaliteit behouden blijft.
Waarschuwing
Waarschuwing Onderbreek iedere keer voordat u ombouwt, de luchttoevoer naar het
spuitpistool - gevaar voor verwondingen.
Aanwijzing
Instructie Gebruik voor het uitvoeren van de hieronder vermelde arbeidsstappen de
explosietekening aan het einde van deze bedieningshandleiding.
Vervangen van materiaalspuitkop en luchtkop
1.
Schroef de dopmoer (pos. 1) eraf.
2.
Demonteer de luchtkop (pos. 3).
3.
Schroef de materiaalspuitkop (pos. 3) met sleutel SW 12 uit het pistoollichaam
(pos. 4).
Tijdens de montage van de materiaalnozzle, mag er geen spanning op de naald
staan.
De montage van het nieuwe spuitkopinzetstuk en van de overige componenten
gebeurt in omgekeerde volgorde.
Materiaalnaald vervangen
1.
Schroef de veerbus (pos. 18) eraf.
2.
Neem de naaldveer (pos. 17) eraf.
3.
Trek de materiaalnaald (pos. 16) uit het pistoollichaam.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
De naaldinstelmaat bedraagt 52,6 mm (beker met druppelaar) en 72,5 mm Materiaal-
aansluiting) vanaf de punt van de naald tot en met de meenemerbus.
Lekkende naaldpakking vervangen
1.
Verwijder de materiaalnaald zoals omschreven boven.
2.
Schroef de naaldpakkingbus (pos. 6) uit het pistoollichaam.
3.
Schroef de hendelschachtschroef.
4.
Verwijder de naaldpakking (pos. 24).
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Aanwijzing
De uit het voorzetstuk van het pistool gehaalde naaldpakking mag nooit meer worden
gebruikt, omdat anders niet gegarandeerd is dat de pakking veilig afdicht.
Aanwijzing
Alle bewegende en glijdende componenten (behalve materiaalnaalden) moeten vóór
de montage in het pistoollichaam worden ingevet met een zuurvrij, niet harsend vet.
73
10
Afvalverwijdering
De spuitmiddelen en de materialen die ontstaan bij de reiniging en het onderhoud
dienen in overeenstemming met de wetten en voorschriften deskundig en vakkundig
te worden verwijderd.
Waarschuwing
Let op de instructies van de fabrikant van het spuit- en reinigingsmiddel. De gezond-
heid van mens en dier wordt in gevaar gebracht door achteloos verwijderd materi-
aal.
11
Technische gegevens
PILOT Trend
Netto-gewicht:
beker met druppelaar
438 g
Materiaalaansluiting
542 g
Luchtkop
6-gats-luchtkop
max. bedrijfstemperatuur
43 °C
PILOT Trend-MP
Netto-gewicht
beker met druppelaar
438 g
Materiaalaansluiting
542 g
Luchtkop
8-gats-luchtkop
max. bedrijfstemperatuur
43 °C
Luchtverbruik:
Verstuivingsluchtdruk
Ronde straal
1 bar
2 bar
3 bar
4 bar
5 bar
6 bar
Bij een toevoerdruk van 3,3 bar bedraagt de luchtverbruik 270 l/min.
Type MP:
Technische wijzigingen voorbehouden.
75
Drukbereiken:
max. ingangsluchtdruk
8 bar
Spuitkopuitvoering naar keuze:
0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,5 mm ø
Nivel de ruido
(medido a una distancia
de 1 m de la pistola)
83 dB (A)
Drukbereiken:
max. ingangsluchtdruk
3,3 bar
max.spuitdruk
1,4 bar
Spuitkopuitvoering naar keuze:
0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,5 mm ø
Nivel de ruido
(medido a una distancia
de 1 m de la pistola)
79 dB (A)
Chorro largo
in l/min.
in l/min.
75
105
120
170
165
240
215
310
265
380
310
450