Opgelet
De materiaaldruk mag niet hoger zijn ingesteld dan 6 bar. De luchtdruk mag 6 bar niet
overschrijden.
Waarschuwing
Het spuitpistool moet na beëindiging van het werk altijd drukloos worden geschakeld.
De onder druk staande leidingen kunnen springen en personen in de buurt verwonden
door het uitstromende materiaal.
Aanwijzing
Vóór het in bedrijf stellen moet het spuitpistool gespoeld worden, om het spuitmateri-
aal niet te verontreinigen.
6
Spuitbeeld veranderen
U kunt aan de PILOT TWIN door de volgende instellingen het spuitbeeld veranderen.
Spuitstraal instellen:
De spuitstraal wordt geregeld door de luchtverdeelring (pos. 2) te vervangen of te verwijderen.
Er zijn drie mogelijkheden:
1.
geen luchtverdeelring
luchtverdeelring zonder gat
(Spuithoek ca. 60°)
= grote brede straal
= ronde straal
Materiaaldebiet instellen:
Het materiaaldebiet wordt bepaald door de grootte
van de spuitkop. Bovendien kan het materiaalde-
biet worden geregeld door de Naaldinstelschroef
(pos. 14) erin resp. eruit te schroeven.
Verstuiverlucht regelen:
Het verstuiverluchtdebiet kan worden ingesteld
door het reduceerventiel in de installatie.
Luchtaansluiting
Materiaalaansluiting
2.
3.
luchtverdeelring 4-gats
(Spuithoek ca. 30°)
normale brede straal
70
6.1
Gebrek van een spuitbeeld elimineren
De volgende tabel toont u met welke instellingen u het spuitbeeld kunt beïnvloeden.
Spuitbeeldproef
Afwijking
Spuitbeeld is in het mid-
den te dik
Spuitbeeld is aan de uit-
einden te dik
Spuitbeeld is tamelijk
grofdruppelig
Opgebrachte materiaal
is in het midden van het
spuitbeeld erg dun
Spuitbeeld is in het mid-
den gespleten
Spuitbeeld is erg convex
7
Ombouw en reparatie
Als u het spuitbeeld verdergaand dan de reeds genoemde mogelijkheden wilt veran-
deren, dan moet het spuitpistool omgebouwd worden. De bij het spuitmateriaal pas-
sende luchtkop- / materiaalsproeier- / naaldcombinatie vormt een op elkaar afge-
stemde eenheid - het sproeiersegment. Vervang altijd het complete sproeierseg-
ment, opdat de gewenste spuitbeeldkwaliteit behouden blijft.
Waarschuwing
Onderbreek vóór elk ombouwen of repareren de lucht- en materiaaltoevoer naar het
spuitpistool - verwondingsgevaar.
Aanwijzing
Gelieve voor de uitvoering van de in wat volgt opgesomde werkstappen de explosie-
tekening aan het begin van deze gebruiksaanwijzing te gebruiken.
7.1
Materiaalsproeier en Luchtkop vervangen
1.
Schroef de luchtkop (pos. 1) van het pistoollichaam (pos. 6).
2.
De luchtverdeelring (pos. 2) van de materiaalspuitkop af trekken.
3.
Schroef de materiaalspuitkop (pos. 3) met sleutel SW 9 uit het pistoollichaam.
De montage van de nieuwe materiaalspuitkop gebeurt in omgekeerde volgorde.
71
nagestreefd spuitresultaat
Vereiste instelling
• Bredere spuitstraalvorm
instellen
• Rondere spuitstraalvorm instel-
len
• Verstuiverluchtdruk verhogen
• Verstuiverluchtdruk verlagen
• Sproeierdiameter vergroten
• Verstuiverluchtdruk verlagen
• Materiaaldruk verhogen
• Materiaaldruk verlagen
• Verstuiverluchtdruk verhogen